Tilburg 146 jaar
Tilburg evolueert in anderhalve eeuw van een knooppunt van spoorwegen, een industrieel bolwerk met verschillende bedrijfsaansluitingen en een grote hoofdwerkplaats tot een simpele eenpitter. De stad heeft een rijke geschiedenis ten aanzien van het spoorvervoer, maar wat over enige tijd rest is een zevental containertreinen per week. De werkplaats zal in 2010 uitgekleed verhuizen naar het industrieterrein Loven, het goederenstation is gesloten, de stamlijn op Loven is buiten gebruik maar het afvalvervoer en de Barge Terminal op Tilburg Industrie houden stand.
De aanleg
Tilburg wordt relatief laat op het spoor aangesloten. In 1855 is Moerdijk (stoomboot naar Rotterdam) en Breda op Belgisch initiatief via Roosendaal met Antwerpen verbonden. Maar de industriestad Tilburg, die in die tijd ook nog eens van waterwegen verstoken is, moet nog geruime tijd geduld hebben. In 1860 neemt de landelijke politiek een krachtig besluit: er zullen acht staatsspoorlijnen worden aangelegd, betaald uit de baten van Nederlandsch-Indië. Een ervan is Maastricht – Venlo – Vlissingen over Tilburg. Op 1 oktober 1863 rijdt de eerste trein vanuit Breda Tilburg binnen. De Staats Spoorwegen krijgt het lijnstuk in exploitatie. Drie jaar lang zal de lijn als eilandbedrijf functioneren, omdat pas in 1866 de brug over de Mark bij Breda wordt geopend. Er rijden drie gecombineerde reizigers/goederentreinen per dag, Het goederenmaterieel bestaat uit 5 gesloten wagens, vier beestenwagens, 29 kolenwagens, 9 platte wagens die met schotten geschikt gemaakt zijn voor kolenvervoer en 2 gewone platte wagens. Vervoerd worden voornamelijk kolen vanuit de spoorhaven van Breda naar de industrieën in Tilburg. Kolenhandel Swagemakers krijgt aan de oostzijde van het station en textielfabriek Ledeboer aan de westzijde een eigen aansluiting.
Tilburg – Boxtel wordt op 1 mei 1865 geopend (evenals Maastricht – Venlo), het jaar erna Boxtel – Venlo en Breda – Lage Zwaluwe. In 1872 wordt de brug over de Moerdijk in gebruik genomen. en dan pas heeft Tilburg een directe verbinding met het noorden van het land.
Na 15 jaar discussie krijgt Tilburg in 1867 de beschikking over een eigen verbinding met Turnhout in België, geëxploiteerd door de Grand Central Belge. Deze lijn zal vooral voor vervoer van kolen uit Wallonië een grote rol gaan spelen. Nog komt er geen einde aan de spoorwegbouw. Ook Den Bosch wil een railverbinding met de textielstad. Aanvankelijk is de Maasbrug gepland in Grave, maar het wordt Ravenstein. Omdat ook hier weer allerlei belangen meespelen, duurt het tot 1881 voor de Nederlandsche Zuid-Ooster Spoorweg-Maatschappij (NZOSM) haar eerste trein van Den Bosch naar Tilburg (aanvankelijk tot Loven en pas een jaar later tot het hoofdstation) kan laten rijden. De SS neemt in 1883 de exploitatie over. Het spoorwegknooppunt Tilburg is nu een feit.
In 1900 verschijnt er tenslotte nog op instigatie van een plaatselijke textielfabrikant een goederenzijspoortje aan de Turnhoutse lijn van Riel naar Goirle. In Goirle komen drie sporen en tot de jaren dertig rijden er twee goederentreinen per dag, later nog een. Personenvervoer is er nooit geweest.
De dienstuitvoering
Het aantal retourtreinen neemt snel toe: 5 op de oost-west-lijn in 1867, 3 naar België. Vanaf 1875 passeren de beroemde Vlissinger boottreinen de stad aanvankelijk richting Venlo en later richting Gennep. Vanaf 1881 rijden er 3 treinen naar Den Bosch. De dienstuitvoering op de Belgische lijn is slecht. De lijn wordt in 1898 door de Nederlandse staat overgenomen en komt ook al in exploitatie van de SS. In 1906 wordt op de grens tussen station Baarle-Nassau en Weelde-Merxplas een ambitieus goederenstation gebouwd (23 overgavesporen, een goederenloods, 7 lossporen en een draaischijf). Het grensstation is een dubbelstation, bestaande uit het Nederlandse Baarle-Nassau Grens en het Belgische Weelde. De hooggespannen vervoersverwachtingen worden echter niet waargemaakt.
In 1913 rijden er 11 treinen tussen Breda en Boxtel, 10 richting Den Bosch en 4 richting Turnhout.
De aanleg van het Wilhelminakanaal rond 1920 leidt tot een wijziging in de spoorse situatie. Het spoor naar Den Bosch wordt over een lengte van 2 kilometer enkele honderden meters naar het oosten verplaatst, opdat volstaan kan worden met de bouw van één brug over het kanaal voor zowel de Bosche als de Boxtelse lijn.
Met een dip tijdens de Eerste Wereldoorlog groeit het spoorverkeer gestaag, totdat in de jaren ’30 ten gevolge van de concurrentie door de bus vele kleine stations in de omgeving van Tilburg voor personenverkeer gesloten worden. Op de Turnhoutse lijn, nooit een succes geworden, rijdt in 1934 de laatste reguliere personentrein.
Bij de inval van de Duitsers in mei 1940 blijft het station en de infrastructuur nagenoeg onbeschadigd. In de oorlog wordt een beperkte dienstregeling uitgevoerd. De goederenlijn Riel – Goirle wordt in de zomer van 1942 afgebroken en eindigt zijn bestaan aan het oostfront. Hij zal niet meer herlegd worden. Door beschietingen en steenkoolgebrek neemt het aantal treinen af naarmate de oorlog vordert. De spoorwegstaking in september 1944 is succesvol en legt het hele verkeer lam. Een maand later, op 27 oktober wordt het zuiden van het land, dus ook Tilburg, bevrijd. Ofschoon terugtrekkende Duitsers een ravage achterlaten, rijden er al snel weer treinen. In november naar Turnhout, enkele maanden later naar de overige windstreken. Twee maanden na de bevrijding van de rest van het land, namelijk op 9 juli 1945 verschijnt alweer een eerste dienstregeling met twee treinen Breda – Eindhoven v.v. en drie naar Den Bosch. Naar Turnhout wordt het reizigersverkeer niet heropend. De jaren erna groeit het spoorverkeer snel, in 1950 wordt Dordrecht – Boxtel geëlektrificeerd, in 1957 de lijn naar Den Bosch.
Hoogspoor
Met de toename van het aantal treinen groeit de overlast van de veelvuldig gesloten overwegen. Het spoor doorsnijdt immers de stad van oost naar west. Klachten over overlast zijn er al vanaf 1879, en de aanleg van voetbruggen even voor de eeuwwisseling biedt maar weinig soulaas, evenmin als de aanleg van een losplaats aan de noordzijde. Ook nu weer hebben politici en lobbyïsten lange tijd, zelfs bijna een eeuw, met enige regelmaat getracht een oplossing voor dit probleem vinden. Plannen zijn er genoeg geweest, er zijn twee viaducten gebouwd (1920 en 1938) maar tot ingrijpende besluiten komt men pas aan het eind van de jaren ’50. Na 6 jaren van grootscheepse bouwactiviteiten wordt in oktober 1966 het Hoogspoor in dienst gesteld. De spoorbaan is over een lengte van vier kilometer verhoogd, er zijn verschillende onderdoorgangen gerealiseerd, een nieuw station is gebouwd (16 november 1965 geopend) en ten westen daarvan is een nieuw goederenstation met losplaatsen aangelegd. En tenslotte is de aansluiting van de lijn naar Turnhout verlegd van het stationsemplacement naar de plek waar in 1969 station Tilburg-West gebouwd zal worden.
Hoofdwerkplaats
Direct na de aansluiting van Tilburg op het landelijke net wordt pal tegenover het station gestart met de bouw van wat in die tijd de Centrale Werkplaats heet. De werkplaats wordt in de loop der jaren steeds verder uitgebouwd. Het voert te ver de geschiedenis in dit thema volledig uit de doeken te doen. Saillant detail is dat in het boek “Sporen over de heuvel” uit 1988 (zie literatuurlijst) de beschouwing over d’n Atelier - zoals de werkplaats plaatselijk bekend is - eindigt met de zinsnede: “Hiermee werd duidelijk dat de hoofdwerkplaats Tilburg van de NS niet meer uit de stad Tilburg weg te denken is.” Anno nu worden echter de plannen steeds concreter om het complex te verplaatsen naar een nog open plek tussen het industrieterrein Loven en Berkel-Enschot; volgens een contract uit 2007 zal die operatie in 2010 zijn beslag krijgen, waarna de gemeente midden in de stad de beschikking krijgt over een enorme A-locatie voor nieuwe projecten. In de loop van 2007 wordt echter bekend dat het onderhoud van locomotieven niet meeverhuist naar Loven; dat zou ondergebracht worden in de nieuw te bouwen werkplaats in het Rotterdamse. Een flinke aderlating voor de werkgelegenheid in Brabant. RM253 meldt in april 2008 dat het onderhoud van NS-locs naar Haarlem verhuist en dat er voor de goederenlocs een nieuwe compacte werkplaats in de omgeving van de Waalhaven gebouwd zal worden, die in 2010 in bedrijf zal komen.
Goederenvervoer
Als in de 19de eeuw de textielindustrie welig tiert in Tilburg is de behoefte aan kolen en grondstoffen groot. Waterwegen zijn er niet en de aanleg van het spoor wordt met beide handen aangegrepen voor de aanvoer van het zwarte goud. Er verschijnen al in de jaren ’60 aansluitingen rond de Spoorlaan aan de zuidkant van het station (zie hierna) die tot 1954 stand houden. De wagens worden veelal met handkracht naar de via draaischijven met het emplacement verbonden raccordementen gebracht.
In 1871 bouwt de gemeente ten noorden van het station aan de Lange Nieuwstraat een gasfabriek die per spoor bevoorraad wordt, aanvankelijk ook met handkracht en later met een lierinstallatie. Een aannemer en een machinefabriek zullen enige tijd medegebruiker worden van dit raccordement. In 1911 komt er een elektriciteitscentrale bij. Kolen worden in 1962 vervangen door eveneens per trein aangevoerd propaangas en als in 1966 het aardgasnet Tilburg bereikt, is het gedaan met het railvervoer. Toch wordt het spoor pas rond 1977 verwijderd.
Voor bedrijven die niet in de nabijheid van het spoor gelegen zijn, worden grond- en brandstoffen via de openbare losplaatsen aangevoerd. De afvoer van producten is altijd erg beperkt gebleven. De oudste losplaats ligt aan de zuidoostzijde aan het station. Omdat deze echter door de veelvuldig gesloten overwegen voor bedrijen in het noorden slecht bereikbaar is, verschijnt er in 1909 een tweede losweg langs de Fraterstraat. Twintig jaar later is het stationsgebied te klein geworden en wordt uitgeweken naar de zuidwestkant nabij de Eerste Herstalschedwarsweg, de losplaats, NOAD geheten, telt vier sporen.
Wanneer in 1920 het Wilhelminakanaal gegraven wordt is er al een levendige lobby ontstaan over de aanleg van een emplacement aan de haven. Tot 1935 worden er vele plannen gesmeed, maar de aansluiting komt er uiteindelijk niet.
Het zal tot 1968 duren voor de gemeente overstag gaat en instemt met de aanleg van een stamlijn in het industriegebied Loven bij Berkel-Enschot aan de lijn naar Den Bosch. De stamlijn loopt langs de Zuiderkruisweg en steekt terug naar de Siriusweg, die jarenlang dagelijks bediend zal worden. De eerste gebruikers zijn transportbedrijf Wassing en papierfabriek De Hoop.
Na het sluiten van de mijnen vervalt het bestaansrecht van de vele (kolen-)losplaatsen in de kleine dorpen rondom Tilburg, die in de jaren ’50 nog dagelijks bediend werden. Rond 1970 worden ze alle gesloten. Omdat het goederenverkeer richting Turnhout marginaal geworden is, ondergaat deze lijn in 1973 datzelfde trieste lot. Alleen het goederenstation van Tilburg, Loven en Oss overleven de saneringsslag.
In de jaren ’70 nemen op Loven Albert Heijn, voddenboer Wooltex en Hutton het stokje over van Wassing en De Hoop.
Alle Tilburgse losplaatsen worden in 1966 vervangen door de grote losplaats bij het nieuwe Tilburg Goederen. Maar als in de jaren ’80, zoals overal in het land met de arbeidsintensieve industrie gebeurt, de textielindustrie het loodje legt, wordt het stil op het goederenstation van Tilburg.
Museumlijn
Tilburg-Turnhout wordt in 1966 nog een keer met een reizigerstrein bereden. Het verslag van een NVBS-excursie meldt over Baarle Nassau-grens: “Het grote stationsgebouw dat precies op de grens stond is verdwenen. Twee kleine gebouwtjes op het lange perron vertegenwoordigen het Nederlandse en het Belgische grensstation. Een eind weg in de wildernis vindt men nog een draaischijfkuip.”(OdR 33/8). Het zieltogende goederenvervoer en zo nu en dan een trein met bedevaartgangers houdt het zoals gezegd nog tot 1973 vol. Op 1 juni 1973 rijdt nog een lange personentrein naar Lourdes en haalt loc 2300 de laatste goederenwagens op. In Baarle-Nassau kan daarna de laatste overwegwachteres van Nederland met pensioen.
Toch krijgt de lijn Tilburg-Turnhout na de formele sluiting nog even respijt, doordat de in 1974 opgerichte Stichting Stoomtreinmaatschappij Tilburg-Turnhout (SSTT) een toeristische stoomtrein in de markt zet.
In OdR43/10 lezen we een beschrijving van de lijn anno 1975. De stationsgebouwen van Riel en Alphen zijn afgebroken, dat van Baarle-Nassau is door verbouwingen niet meer authentiek. Bij het Belgische station Weelde staan nog wat stationsgebouwen met een doorlopend spoor, eindigend in een stootblok. Weelde wordt vanuit Turnhout nog bediend. Bij Baarle Nassau Grens is het stationsgebouw gesloopt. Op het Nederlandse deel liggen de oude overgavesporen, abrupt afgesneden, nog precies tot aan de grens.
Aanvankelijk wordt de museumdienst door de SSTT gereden met de beroemde 3737 van het Spoorwegmuseum, later schaft men een eigen loc 8826 aan. Het tij is echter ongunstig, er wordt geen toestemming verkregen de grens te passeren, er komt geen toestemming om van Tilburg-West door te rijden naar Tilburg. Voeg daarbij gebrek aan financiën om het spoor te onderhouden en het lot is bezegeld. Slechts enkele seizoenen zal de SSTT het hoofd boven water houden. In 1982 is het gedaan met de pret, vijf jaar later wordt de lijn afgebroken. Een toeristisch fietspad houdt de herinnering aan de oude tijden in stand.
Goederenaansluitingen in Tilburg
In de loop der jaren hebben verschillende bedrijven een eigen spooraansluiting gekend. Een opsomming.
Ledeboer / Mutsaerts
Textielfabriek, gelegen aan de Spoorlaan; heeft een aansluiting van 1864 tot 1954.
Swagemakers – Van Velthoven
Kolenhandel, eveneens gevestigd aan de Spoorlaan heeft een aansluiting van 1864 tot 1879
Van Hoof
Het derde bedrijf aan de Spoorlaan met een eigen raccordement is de timmerfabriek van Van Hoof: 1868 – ong. 1910
Gemeentelijk gasfabriek / Energiebedrijven Tilburg
Ten behoeve van de gasfabriek wordt in 1871 een eigen emplacement aangelegd aan de Lange Nieuwstraat, noordeljk van het station. Vanaf het begin worden er grote hoeveelheden kolen aangevoerd; de laatste jaren propaangas. In 1977 worden de sporen verwijderd.
Weijers
Aannemer aan de Railstraat die vanaf 1871 gebruik maakt van de aansluiting van de gasfabriek.
Van Glabbeek
Steenhouwerij aan de Spoorlaan; wordt vanaf 1882 bediend via de sporen van de gasfabriek.
Gebr. Deprez
Machinefabriek gelegen aan de Lange Nieuwstraat, maakt van 1894 tot 1924 gebruik van de aansluiting van de gasfabriek.
Tentoonstelling stad Tilburg.
Ten behoeve van een grote tentoonstelling schijnt er in 1909 een spoortje gelegen te hebben door de Industriestraat.
Nederlandse Vlasspinnerij
Textielfabriek aan de Boomstraat; heeft spoorvervoer van 1917 tot ong. 1956.
Fa. E. Elias
Textielfabriek aan de Industriestraat spoorvervoer van 1921 tot ong. 1957
Aansluitingen Tilburg Goederen (vanaf 1966)
Terminal
In 1991 lezen we in RK86 dat er een besluit genomen is over het opzetten van een kleinschalige terminal voor gecombineerd vervoer op Tilburg Goederen. Het is bijna zeker nooit gestart.
Van Gend & Loos
Stukgoederenvervoer is er sinds jaar en dag in Tilburg. De loodsen staan op het goederenterrein. In 1973 worden ze door Van Gend & Loos overgenomen. Ongeveer de helft van de Nederlandse railbediende loodsen wordt in 1982 opgeheven. Vijftien loodsen blijven vooralsnog in bedrijf: Tilburg is er bij. Maar Van Gend & Loos stopt uiteindelijk het stukgoederenvervoer in 1984.
Losplaats
Tot 1966 zijn er verschillende losplaatsen in Tilburg. Rond dat jaar wordt alles geconcentreerd op het nieuwe terrein van Tilburg Goederen. Over de beginjaren hebben we geen informatie gevonden.
In 1997 arriveren er wagens met meubelen uit Italië en spaanplaat uit Oostenrijk, eenmalig is er staaldraad uit Polen en soms wordt legermaterieel geladen. Na de sluiting van Versteijnen op Tilburg Industrie (zie hierna) worden er op de losplaats nog incidenteel wagens met karton uit Lucca gelost. In elk geval is dat nog in maart 2006 het geval. Begin 2008 wordt de bediening nog gewijzigd, een signaal dat er nog steeds vervoer plaats vindt, maar in mei wordt Tilburg Goederen tenslotte toch gesloten.
Aansluitingen Industrieterrein Loven
Aansluiting (Tilburg Industrie) en stamlijn langs de Zuiderkruisweg worden aangelegd in 1968 (zie hierboven). In de beginjaren is het een druk bedrijf, daarna neemt de belangstelling voor het spoorvervoer af. In de winter van ’92 kent Tilburg Industrie (Tbi) nog een pad voor een facultatieve trein, in de zomer van dat jaar wordt het station gesloten. Vijf jaar later maakt Loven een ware comeback mee die o.a. resulteert in de uitbreiding van het emplacement. Het vervoer houdt, weliswaar met golfbewegingen, tot op heden stand.
Wassing
Transportbedrijf, maakt gebruik van de stamlijn vanaf 1968 tot midden jaren ’70.
De Hoop
Papierfabriek, heeft een eigen aansluiting van 1968 tot midden jaren ’70.
Albert Heijn
Detailhandel aan de Siriusstraat, heeft een eigen aansluiting van 1971 tot vermoedelijk eind jaren ‘80
Hutton Selection Nord
Heeft een eigen aansluiting vanaf 1980 tot rond 1990.
Wooltex
Wooltex aan de Siriusstraat krijgt in 1979 een eigen aansluiting. Tot 1992 worden hier vodden vervoerd. De loskade inclusief rails ligt er in 2008 nog steeds maar de boog van de stamlijn aan de Zuiderkruisweg naar de Siriusweg is rond 2007 gesneuveld ten faveure van een autobedrijf; bovendien is stamlijn sinds 2005 onderbroken.
Losplaats
In ’95 tekent Afval Sturing Brabant een contract voor afvalvervoer uit o.a. Tilburg naar de nieuwe afvalverbrandingsoven in de Moerdijk. Vanaf januari 1997 rijdt er dagelijks een trein met ACTS-containers vanaf het overslagstation dat is aangelegd in “de oksel van de voormalige aansluiting Tilburg Industrie” (RM141). Het gaat in den beginne om 10 wagens met elk drie containers per dag.
Eind 1997 arriveert er (met de afvaltrein) wekelijks een enkele wagen plaatijzer uit Oostenrijk.
In 2001 is het volume gedaald tot twee wagens per dag. Later neemt het wel weer toe. In december 2007 is het plotseling schluss met het afvalvervoer uit Tilburg. De wagens worden ingezet in het nieuw gestarte vervoer van afval vanaf Maastricht Beatrixhaven (zie thema 15 van deze site), althans, zo wordt in de bladen gerapporteerd. In december 2008 blijkt echter dat in alle stilte een herstart heeft plaats gehad: de vertrouwde blauwe ACTS-containers worden weer op de trein gezet op Tilburg Industrie.
Versteijnen
Eind 1998 worden er plotseling bierblikjes geladen bij Versteijnen, een overslagbedrijf dat zich heeft gevestigd aan de stamlijn langs de Zuiderkruisweg, enkele honderden meters van het emplacement. Het bedrijf ziet perspectief in het spoorvervoer en schaft een Moyse-loc aan voor eigen vervoer. Wordt er aanvankelijk nog gelost aan de openbare weg, in ’99 wordt een tweesporige aansluiting in een loods aangelegd.
Tegelijkertijd wordt het emplacement Tilburg Industrie uitgebreid tot drie sporen met omloopmogelijkheid. De bedrijfsnaam wordt ambitieus omgedoopt tot Rail Distri Center en vanaf mei worden er 10 tot 15 schuifwandwagens behandeld met o.a. bier en hygiënisch papier. Het RDC werkt samen met naamgenoten in Gouda en Veendam. Samen laten vanaf begin 2000 zelfs een rechtstreekse trein per week naar Milaan rijden (RM175). Het blijft echter tot enkele treinen berperkt.
Bijzonder vervoer is er is het voorjaar van 2002: caravans richting Scandinavië. Het RDC wordt daarnaast dagelijks aangedaan door ongeveer vijf schuifwandwagens. In de zomer van 2003 wordt vervoer van sigaretten gespot op het moment dat Seaport Moerdijk daarmee stopt. De wagens lopen via het meest westelijke spoor langs de losplaats naar de stamlijn. Het aanbod is aanzienlijk, op 8 juni 2004 wordt melding gemaakt van 22 schuifwandwagens. Onder het motto “stoppen doe je op het hoogtepunt” brengt Versteijnen per 1 januari 2005 al zijn vervoer (m.n. toiletpapier uit Zweden, karton uit Italië, sigaretten naar Frankrijk) over naar De Graaf Logistics (geopend 2002) in Oosterhout Weststad, (zie thema 7 Oosterhout) waar het langzaam zal wegkwijnen. Leuk voor Oosterhout, fataal voor Tilburg Industrie, al wordt er ook na die datum nog wel enig vervoer waargenomen. De Moyse-loc wordt als loc 302 door Shunter overgenomen. De kartonwagens uit Lucca worden soms nog op Tilburg Goederen gelost.
NedTrain
Sinds 1995 rijden er voor NS-Materieel vier sternettreinen naar de grote werkplaatsen in het land voor de uitwisseling van onderdelen. Het centrum van uitwisseling is Utrecht Goederen, vanaf 2000 Tilburg, vanaf 2001 Amsterdam Westhaven.
In Tilburg belandt de sternettrain bij de hoofdwerkplaats, maar wanneer in de loop van 2005 NedTrain het terrein met de opstallen van het RDC van Versteijnen huurt en daar het centraal magazijn vestigt, wordt het kleine Tilburg Industrie deel van het landelijke sternet, voor korte tijd weliswaar. Schuifwandwagens (in principe zeven: één voor elke werkplaats) worden hier in de loop van de dag geladen met onderdelen en in de avond het land in gestuurd. RM246 van juli 2007 schrijft met een vooruitziende blik “De lengte van de treinen is meestal niet indrukwekkend, maar het vervoer houdt al jarenlang stand ondanks de logica die stelt dat zulk vervoer “van nature” over de weg gaat.” NedTrain heeft dit kennelijk ook gelezen en beëindigt in 2008 het sternet.
Barge Containerterminal
Railion verbaast vriend en vijand als het in oktober 2002 op proef een containertrein van Maasvlakte naar Tilburg Industrie rijdt. Het blijkt een blijvertje, al zullen de vervoerders nog stuivertje wisselen. Aanvankelijk komen de containers pas in de avond aan omdat de losplaats overdag bezet is door de afvaltrein. De bediening is lastig: de trein neemt de lijn van Tilburg naar Den Bosch en steekt terug het emplacement op, alwaar hij in delen gesplitst wordt en op het oostelijke (spoor 36 – 9 wagens) en het middelste losspoor (nr 35 – 8 wagens) door een reach stacker gelost en weer beladen wordt. Steeds moet een setje wagens weggerangeerd worden meestal naar spoor 37 of 38 en door een nieuw vervangen. Trucks pendelen met de containers tussen de terminal en het terrein van Barge aan het Wilhelminakanaal (Hadden ze die lijn naar het kanaal indertijd toch maar aangelegd!). Zodra de trein beladen is, wordt deze naar het doorgaande spoor naar Den Bosch geduwd waarna hij met loc vóór zijn route voortzet naar Tilburg en verder. Aanvankelijk gaat het om enkele treinen per week maar al snel (begin 2004) wordt de frequentie verhoogd naar 4 per week. Ze worden nu gelost op het middenspoor rond het middaguur, terwijl de afvalwagens op spoor 36 beladen worden en de stamlijn vrij blijft voor de wagens van Versteijnen. Het keren op het doorgaande spoor naar Den Bosch is kennelijk lastig: dat wordt vervangen door een rit naar Den Bosch, in combinatie met een locomloop zowel bij de aanvoer- als de afvoertrein.
In 2005 rijdt R4C enkele containertreinen op proef, maar uiteindelijk zal vanaf september ACTS het stokje van Railion overnemen. De frequentie gaat omhoog naar vijf treinen per week en in 2007 naar zes. De zaterdagtrein wordt in opdracht van ACTS gereden door RRF. In 2008 rijdt RRF ook al regelmatig de zevende trein op zondag. Door de week wordt de tractie sinds januari 2008 verzorgd door Portfeeders in opdracht van ACTS. In dat jaar wordt spoor 36 (waar de afvaltrein inmiddels verdwenen is) bestraat waardoor de containertrein staande op spoor 909 gelost en beladen kan worden. Rangeren en splitsen wordt hierdoor overbodig: de hele trein wordt nu langs dat ene spoor getrokken en na een locomloop weer naar Den Bosch getrokken.
Goederendiensten
Omdat het de laatste decennia snel bergafwaarts gaat met het spoorvervoer rond Tilburg wordt de dienstregeling bijna jaarlijks aangepast. Voor wie het allemaal wil nalezen, volgt hier een chronologisch overzicht van de wijzigingen van de laatste 18 jaar.
1990: Venlo is nog rangeerstation. Van hieruit trekt in de ochtend een buurtgoederentrein naar Tilburg. De loc bedient de losplaatsen van Tilburg industrie, Oosterhout Zuid (Vijf Eiken – auto’s), Den Bosch, Tilburg Goederen en de hoofdwerkplaats. ‘s Middags vertrekken er twee goederentreinen, een naar Venlo, een naar Eindhoven.
1992: Er wordt een slagveld aangericht onder de losplaatsen. 22 Worden er gesloten, waaronder die van Tilburg Industrie, Veghel, Weert en Boxtel. Cluster Tilburg Goederen wordt bediend vanuit Amersfoort. Vanuit Tilburg Goederen rijdt er nog slechts een trein naar Gilze-Rijen en een naar Breda, die bij behoefte een uitstapje naar Vijf Eiken maakt.
1993: De goederendienst in Brabant verandert opnieuw. De buurtgoederentrein komt nu van Roosendaal naar Tilburg Goederen, rijdt vervolgens naar Boxtel, Eindhoven, Den Bosch, opnieuw Tilburg Goederen en dan weer terug naar Roosendaal. Oosterhout-Zuid wordt in de zomer gesloten.
1997: Vier goederentreinen per dag telt de regio Tilbrug nog: een uc-trein naar Tilburg Goederen vanuit Kijfhoek, een tussenlanding tussen Maastricht en Utrecht van een motorpost die als sternettrein materieel naar de werkplaats brengt, een trein van het sternet NS-infra uit Amersfoort naar Tilburg Goederen en een afvaltrein naar Moerdijk vanaf Tilburg Industrie . De uc-trein wordt op interessante wijze aangeleverd. De uc-wagens voor Tilburg en Acht worden op Kijfhoek tot Tilburg Goederen achter aan de trein Botlek – Gremberg gehangen.Op de terugweg gaan ze eerst naar Acht, en dan gecombineerd met de Achtse uc- en afvalwagens richting Lage Zwaluwe.
November 1997: De treinenloop is alweer gewijzigd. De uc-trein komt vanaf Lage Zwaluwe, plaatst de aanvoer op Tilburg Goederen en neemt de afvoer mee, plaatst op Acht de aanvoer en haakt de uc- en de afvalafvoer aan om terug te keren naar Lage Zwaluwe.
Begin ’99; De uc-trein rijdt vanaf Tilburg zonder de afvalwagens aan te haken rechtstreeks naar de Kijfhoek.
Midden ’99: Vanaf de ingebruikname van het Rail Distri Center komt de aanvoertrein weer rechtstreeks uit Kijfhoek en gaat de afvoer in de avond mee met de afvaltrein naar Lage Zwaluwe.
Begin 2003: De wagens van Versteijnen vertrekken al in de ochtend naar Tilburg Goederen en van daar naar Kijfhoek. Het afvalvervoer krijgt een aparte dienstregeling voor de wagens van Tilburg in combinatie met die van Acht.
Eind 2003: Tilburg Goederen wordt voortaan overgeslagen. De afvalwagens gaan gescheiden van die van Acht maar met de Versteijnen-afvoer naar Roosendaal waar ze gecombineerd worden met de vuilbakken van Vlissingen en Bergen op Zoom. De lege wagens van Acht en Tilburg komen wel weer gecombineerd naar Tilburg Goederen.
2005: Nadat Versteijnen is overgenomen door NedTrain, rijdt hier elke avond een sternettrein van Tilburg Industrie naar Tilburg Goederen, waar wagens uit Maastricht en Eindhoven worden aangehaakt. Het geheel gaat naar Amsterdam. De terugtocht loopt over Den Bosch waar de Tilburgse wagens van de sternettrein worden afgekoppeld om samen met de afvalwagens naar Tilburg Industrie te lopen.
Begin 2007: De sternettrein naar het noorden loopt over Den Bosch waar de wagens van Tilburg Industrie gekoppeld worden aan die van Maastricht en Eindhoven.
Midden 2007: Aafval uit Tilburg Industrie gaat naar Roosendaal, wordt daar gecombineerd met de wagens uit Sloehaven en rijdt dan verder naar Moerdijk. Terug gaan de Tilburgse wagens gecombineerd met die van Acht. Aan het eind van dat jaar stopt het afvalvervoer.
Begin 2008: Er wordt melding gemaakt van een gewijzigde bediening van Tilburg Goederen. Een losse loc haalt de wagens (welke?) op en brengt ze naar Roosendaal.
Midden 2008: Er resteert alleen nog een dagelijkse containertrein naar Tilburg Industrie, die in Den Bosch kop maakt.
Eind 2008: Er is een weer dienstregeling voor het afvalvervoer van Tbi. De vraag is wanneer het afvalvervoer opnieuw gestart is, of of het wel heeft stilgelegen? De dagelijkse containertrein blijft in elk geval
Slot
Het knooppunt is een driesprong geworden. De grote goederendrukte is geluwd. De werkplaats heeft natuurlijk zijn aan- en afvoer van materieel, maar dat is niet in dit thema meegenomen. Tilburg Goederen is gesloten en alleen Tilburg Industrie is nog actief: het wordt aangedaan door 5 afval- en 7 containertreinen per week. De transittreinen tussen de havens en Duitsland zullen door intensiever gebruik van de Betuweroute in aantal gaan afnemen. Het reizigersverkeer krijgt ruim baan.
Met dank aan Frank Schouten voor commentaar en aanvullingen.