Groeien en bloeien
Historie spoorwegen Zeeuws-Vlaanderen
Vanaf 1868 ligt er spoor in Zeeuws-Vlaanderen. Al in 1951 komt er een einde aan het reizigersvervoer. Voerde goederenvervoer altijd al de boventoon, sinds dat jaar is het zelfs alleenheerser. Hieronder een korte geschiedenis van de spoorwegen in Zeeuws-Vlaanderen, voorafgegaan door een schets van de ontwikkeling (in de laatste decennia) van de verschillende bedrijfsaansluitingen. (nieuw per 15/01/12:) In het midden informatie over de tweede helft van de 20ste eeuw.
De aansluitingen
Terneuzen
De belangrijkste spoorvervoeraanbieder in Terneuzen is Verbrugge; het bedijf heeft in totaal zes spooraansluitingen.
Verbrugge 1 Zuiddok & Noorddok
Verbrugge vervoert vanaf de oudste havensporen rollen papier en cellulose per trein. De sporen in het Noorddok (loods V5) worden echter sinds 1997 niet meer bereden. In 2003 wordt het Zuiddok (V41) nog maar enkele malen per maand bediend. Inmiddels is het vervoer hier eveneens al enkele jaren beëindigd.
Verbrugge 2
Voor vervoer van dezelfde producten legt Verbrugge nieuwe sporen aan in de omgeving van de Finlandweg.
* 1987 spoor naar nieuwe loods (V39) (een loodspoor voor het laden, een voor opstellen erbuiten)
* 1995 opnieuw eenzelfde combinatie (V40), iets ten noorden van de vorige.
* 2000 een derde loodsspoor (V38), aan de tak uit 1995.
In 1996 is het vervoer omvangrijk, tot zo’n 25 schuifwandwagens per dag naar Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Spanje, In 2003 gaat het om 10 – 20 wagens per dag. Maar daarna neemt het af: in 2007 lag het gemiddelde nog op zo’n 10 – 15 wagens per dag; vanaf 2008 is de daling naar gemiddeld 5 ingezet.
Verbrugge 3-Zevenaarhaven
Aan de Zevenaarhaven ligt het zesde spoor van Verbrugge (loods V42). Op deze kade vindt vooral bulkvervoer plaats, bijvoorbeeld soda. Maar het aanbod neemt in de loop der jaren langzaam en na 2003 zelfs sterk af: sodavervoer is er nog tot in de jaren ’90, in 2003 rijdt nog soms een kunstmesttrein, de laatste jaren is het er uitermate stil.
Overslagbedrijf Terneuzen (Ovet)
De tweede vervoerder in Terneuzen is Ovet, dit heeft twee sporen aan de Zuiderkanaalhaven. Er worden vooral kolen en cokes overgeslagen; incidenteel rijden er bloktreinen naar Frankrijk en België.
In 2003 vervoert Ovet vooral cokes, enkele bloktreinen per week. In de droge zomer van 2003 rijden er i.v.m. de lage waterstanden enkele extra treinen. Er is in 2009 bij tijd en wijle nog vervoer, meestal in 2-assige Fcs-wagens.
Broomchemie
Broomchemie ligt aan de zuidkant van de Zevenaarhaven; het produceert brandvertragers. In 1996 vertrekken hier gemiddeld 4 wagens per maand met tankcontainers of enkele schuifwandwagens naar Zwitserland.
In 2003 wordt en nog 1x per week een wagen met tankcontainers broom afgeboerd. Vervoer wordt vandaag de dag echter zelden waargenomen. Het blijft een beetje een mysterieus vervoer: er zijn nauwelijks foto’s van bekend. Eenmaal publiceert RM (nr 244) een foto van het vervoer van een kleine tankcilinder op een platte wagen van Broomchemie op weg naar Dow Chemical.
Axel Aansluiting
Ten zuiden van Terneuzen, eveneens aan de oostzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen, ligt het emplacement Axel Aansluiting, met aansluitingen van ACZC en Hydro Agri/Yara.
Cokesfabriek (ACZC)
De Association Cooperative Zeélandaise de Carbonisation is een cokesfabriek, gesticht in 1912. Jarenlang rijden er zware cokestreinen naar België en verder. In 1996 vertrekt er dagelijks een bloktrein cokes naar de staalfabriek Arbed in Luxemburg. Daarnaast gaan er dagelijks zo’n 14 wagens per unit cargo naar België en zo nu en dan eens loopt er een trein naar Duinkerken of de Elzas.
In 1997 vervalt deze imposante vervoersstroom omdat Arbed is overgegaan op gasovens. In 1998 wordt het verlies gecompenseerd door een nieuwe dagelijkse trein met 1200 ton cokes naar Clabecq in België. De trein naar Duinkerken rijdt in dat jaar eenmaal per week. En er vertrekken regelmatig treinen naar Dillingen. Het is drukker dan ooit op de Aansluiting Axel, maar het vervoersaanbod neemt snel af tot een trein of drie per week. In juli 1999 besluit de fabriek de cokesproductie te staken, een grote aderlating voor het spoorvervoer in deze regio.
ACZC had twee eigen locs, waarvan er één tot statisch monument gepromoveerd is.
Op het terrein zijn nu twee nieuwe bedrijven gevestigd: recycler Heros en de biodieselfabriek Rosendaal Energy, beide kennen helaas geen spoorvervoer.
Stikstoffabriek (Hydro Agri / Yara)
De Compagnie Néerlandaise de l’Azote S.A. ziet in 1929 het licht, Het bedrijf gebruikt in den beginne cokesovengas van de buurman als grondstof. Sinds 1962 gaat het bedrijf door het leven onder de naam Nederlandse Stikstof Maatschappij, sinds 1989 als Hydro Agri Sluiskil en vanaf 2004 heet het tenslotte Yara. Aan het spoorvervoer van Yara wijdt RM235 een uitgebreid artikel.
Uit o.a. de afvalgassen van de ACZC produceert Hydro Agri aanvankelijk uitsluitend kunstmest. In de jaren ’90 stapelen zich donkere wolken boven het bedrijf. De cokesfabriek gaat dicht en de kunstmestproductie ondervindt grote concurrentie. Hydro Agri gaat over op (Noors) aardgas en Yara zal later een veelzijdig chemiebedrijf worden. Van oudsher heet de fabriek de stikstoffabriek. Maar Yara produceert ook bijvoorbeeld ammoniak en kooldioxide.
De sporen lopen lusvormig over het terrein; er zijn twee spoorpoorten en aparte laadpunten voor CO2, Ureum, ammoniak, salpeterzuur en voor kunstmestkorrels.
In 1996 bestaat het spoorvervoer uit: een dagelijkse wagen ammoniak naar Dow, losse wagens CO2 naar Duitsland, Frankrijk en Hydro Agri in Vlaardingen (zie thema 11) en tweemaal per week een bloktrein kunstmest naar Frankrijk.
In 2003 rijdt het volgende:
* bijna dagelijks 1 wagen ammoniak naar Dow;
* salpeterzuur naar Duitsland en Frankrijk;
* ammoniak naar België;
* enkele bloktreinen per week met kunstmest in korrelvorm in Tapps;
* soms ketelwagens vloeibare kunstmest.
Tegenwoordig kent Yara verschillende productielijnen: ammoniak, salpeterzuur, ureum, nitraat, kooldioxide en Ad Blue (merknaam: Air1) (middel dat aan uitlaatgassen wordt toegevoegd om milieuvervuiling tegen te gaan).
In 2005 vervoert Yara 2740 spoorwagons. Er gaan bloktreinen de deur uit met zelflosser kunstmestkorrels en ketelwagens voor vloeibaar urean. Losse wagens worden afgevoerd met ammoniak, salpeterzuur en kooldioxide.
In 2007 worden 2476 wagens verstuurd. Het gaat vooral om kunstmest (twee bloktreinen per week) en zwavelzuur; kooldioxide wordt nauwelijks meer per trein afgevoerd.
Railion bezoekt het bedrijf meestal rond het middaguur. Yara heeft maar liefst drie rangeerlocs in eigen beheer.
Avesta Polarit/ Outo Kumpu
In 1992 wordt de aansluiting naar de Axelse Vlakte gerealiseerd voor Outo Kumpu, een Fins staalbedrijf. Dat stopt echter al snel met het spoorvervoer. Pas in 2001 wordt de handschoen weer opgepakt, al is het aanbod nog bescheiden: ongeveer eenmaal per maand een wagen of vijf met staalrollen bestemd voor Italië.
In 2001 vervoert het bedrijf, inmiddels onder de naam van Avesta Polarit, enkele malen per week staalrollen naar Italië. In 2002 wordt de aansluiting opgebroken voor een bedrijfsuitbreiding. Er zullen twee nieuwe sporen worden aangelegd; het bedrijf heeft grootse plannen voor het spoor. In 2003 komt de PB14 van DLC een keer op proef op bezoek. Tegen het einde van het jaar levert Avesta één bloktrein per week. Een jaar later is het alweer einde verhaal met DLC. Railion neemt het over: er komt nu ongeveer drie keer per week een 12-tal wagens met staalproducten de Axelse Vlakte uit richting Italië. Begin 2005 komen daar 2x per week bloktreinen coils uit Charlerois bij. Gezien de beperkte ruimte op het terrein moet Railion hiervoor meerdere keren per dag de hele afstand naar Avesta overbruggen om steeds enkele wagens op te halen of te brengen. Het bedrijf heet ondertussen weer gewoon Outo Kumpu.
Sas van Gent
Sas van Gent ligt aan de westzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Hier komen alle treinen voor Zeeuws-Vlaanderen het land binnen. Via een brug over het Kanaal is Sas van Gent met Terneuzen verbonden. Sas van Gent heeft één bedrijfsaansluiting: Cerestar. Allerlei andere aftakkingen zijn in de loop der jaren vervallen (zie geschiedenis).
Cerestar / Cargill
Dit bedrijf verwerkt maïs en tarwe tot zetmeel en glucose, dat in veel voedingsmiddelen gebruikt wordt. Voor de aanvoer van grondstoffen wordt eind 1997 een aansluiting geopend, aan de noordrand van Sas van Gent. Vanaf januari ’98 loopt er drie keer per week een maïstrein van 1200 ton uit Frankrijk binnen. Al snel wordt het aantal treinen verhoogd tot 5 (met 22 wagens) per week, en dat is al tien jaar onveranderd.
Om de wagens over de losput te trekken zet DB Schenker (en diens voorgangers) achtereenvolgens de volgende locs in: vanaf 1997 NS 686, vanaf 2002 Jerommeke, vanaf 2004 Shunter 1, vanaf 2005 loc 204-492 en na de komst van de 6400’en een 6400.
Enkele jaren geleden is Cerestar overgenomen door Cargill.
Sluiskil
Aan de Westerschelde, ten noorden van Sas van Gent ligt een groot industriepark waar als eerste Dow Chemical zich gevestigd heeft.
Dow Chemical
Het chemisch bedrijf Dow Chemical opent in 1962 een vestiging in Zeeuws-Vlaanderen. De spooraansluiting verschijnt 1964. Het concern bezit vanaf de jaren ’70 een eigen locje, een Moise, in 1987 vervangen door een Mak.
In 1996 worden er 1364 wagens af- en 625 aangevoerd. Soms wordt er een bloktrein LPG verstuurd.
In 2003 is het vervoer al enorm toegenomen:
* elke dag unit cargotrein van 10 – 20 wagens;
* 4x per week bloktrein naar Leipzig.
Er is aanvoer acrylnitril (DSM Geleen), ammoniak (Hydr Agri Axel), octeen, propeen, styreen en afvoer van butadieen (o.a. tot 2003 naar BASF in Arnhem), ethyleen, glycol, lpg, plastic korrels (naar Zweden).
Vanaf 2005 maakt de containertrein Zeebrugge – Ludwigshafen van DLC driemaal per week een uitstapje naar Dow voor het uitwisselen van tankcontainers. Met deze trein komt voor het eerst een class 66-loc Zeeuws-Vlaanderen in. De bloktrein naar Leipzig is dan alweer vervallen.
Maar het houdt maar niet op bij Dow. Begin 2006 haalt Railion een nieuwe dagelijkse bloktrein binnen: van Terneuzen via België, Roosendaal, en Arnhem naar Buna Werke in het Duitse Böhlen; hij wordt getrokken door twee locs van de Belgische serie 77. In het voorjaar van 2007 komt er zelfs nog een (tijdelijke) tweede Bunabloktrein bij.
Er rijden nu twee eigen locs: een O&K uit 1971, Mak uit 1988
Oiltanking
In 2005 komt er een nieuw industrieterrein tot ontwikkeling ten westen van Dow, het Valuepark Terneuzen. Direct wordt er een nieuwe aansluiting gerealiseerd voor het bedrijf Oiltanking. Enkele keren per week wordt het vanuit het Dow-emplacement bediend met name voor ketelwagens met acrylnitril. Het vervoer is echter tot nu toe marginaal.
Bertschi
Weer iets verder op het Valuepark ter hoogte van de Mosselbanken legt Bertschi in 2006 een tweesporige containerterminal aan bestemd voor het laden van chemische tankcontainers. Sindsdien rijdt er driemaal per week een trein van DLC/Crossrail, Deze trein rijdt tussen Zeebrugge en Ludwigshafen met een korte uitstap naar Terneuzen.
Geschiedenis 1940 - heden.
GT lijn Sas van Gent - Terneuzen
Sas van Gent;
* openbare laad- en losplaats
* suikerfabriek ENCBS, later Suiker Unie (lag tussen station en het latere Cerestar, opgebroken rond 1970)
* suikerfabriek CSM (lag aan oostzijde van het station, opgebroken rond 1972)
* kunstmestfabriek Zuid Chemie (geen vervoer meer sinds eind jaren tachtig,aansluitwissel enkele jaren geleden verwijderd maar op het terrein liggen nog wel sporen)
* glasfabriek Sas Glas (stopte in 1989 met de aanvoer van ruw glas per spoor, sporen eind jaren 90 opgebroken).
* trammaatschappij ZVTM had een overslagspoor ten noorden van het station (aan het aftakkende spoor naar de ENCBS). Deze tramsporen zijn in 1949 opgebroken, maar het oude tramstation staat er nog steeds.
* Enige resterende aansluiting in Sas van Gent is die van Cargill (voorheen Cerestar). Deze ligt 3 km ten noorden van het station en is aangelegd in 1998.
Philippine (gesloten in 30 september 1968)
* openbare laad- en losweg (aan oostzijde, opgebroken in 1969)
* laadplaats voor mosselen (aan westzijde, opgebroken in 1950).
Restanten van de oude losweg zijn nog steeds zichtbaar.
Sluiskil Brug (gesloten 30 mei 1965)
Dit station lag aan de westzijde van het kanaal, midden in het dorp zelf. De volledige lijn is hier na opening van het nieuwe brugtracé in 1968 opgebroken.
* openbare laad- en losweg.
Sluiskil (gesloten 7 januari 1957)
Dit station lag aan de oostzijde van het kanaal. Hier kwamen de GT en de MT lijn tesamen. In 1968 grotendeels opgebroken.
* openbare laad- en losweg
Zijlijn Sluiskil Aansluiting – Sluiskil Dow
Sluiskil Losplaats;
* openbare laad- en losplaats. Werd aangelegd aan de in 1964 geopende ‘Dow-spoorlijn’ en was bedoeld om de losplaatsen van Philippine en Sluiskil Brug te vervangen. Sluiskil losplaats werd echter nooit in bedrijf genomen en begin jaren zeventig wordt het kopspoortje opgebroken. Ter plekke ligt nog wel een weg met de veelzeggende naam “Losplaatsweg”.
Sluiskil Dow;
Hier eindigt de 7 km lange zijlijn op het grote terrein van Dow Chemical.
* op het terrein van Dow (vlak bij de oostelijke spoorpoort) heeft ketelwagenreiniger Indaver een spooraansluiting (geopend in 2000).
Vanaf westelijke spoorpoort loopt het 2 km lange stamspoor naar het ValuePark Terneuzen. Op de relatief nieuwe stamlijn zijn de
* containerterminal van Bertschi (uit 2008) en
* de tankterminal van OilTanking (uit 2005) aangesloten.
MT lijn Terneuzen - Hulst
Terneuzen
Rondom het station lagen diverse havensporen. Deze waren ooit onderdeel van het Havenbedrijf Terneuzen dat volledig eigendom van de MT was. Een groot deel van de infra en installaties van dit havenbedrijf is na de oorlog overgenomen door August de Meyer. Dit bedrijf werd in 1988 overgenomen door Verbrugge Terminals. Meeste havensporen zijn in de jaren zeventig en tachtig opgebroken. Het laatste kadespoor (lag ten westen van het emplacement) is in 2002 opgebroken).
* Verder ligt bij het station de openbare laad- en losplaats, ooit stond hier een stukgoedloods en
* had kolenhandelaar Verstraeten hier tot 1981 een korte spooraansluiting.
* Ook had trammaatschappij ZVTM ooit twee overslagsporen in Terneuzen (lagen vlak naast de locloods van de MT). Tramsporen zijn opgebroken in 1949.
Ongeveer een kilometer ten zuiden van het station liggen de Noordelijke en de Zuidelijke Kanaalhaven. Hier lagen ooit diverse havensporen. Na de laatste grote spooromleggingen in Terneuzen begin jaren zeventig lagen er hier nog drie. Twee van August de Meyer / Verbrugge (het Noorddok en het Zuiddok) en één naar het haventerrein van bouwmaterialenhandelaar De Hoop (opgebroken in de jaren negentig). Het Noorddok is buiten gebruik (spoor is afgekruist), maar het Zuiddok is nog berijdbaar (maar kent helaas al jaren geen vervoer meer).
Terneuzen Zuid
Weer een kilometer zuidelijker ligt het emplacement Terneuzen Zuid.
* Hier zijn diverse aansluitingen naar de papierloodsen 38, 39 en 41 van Verbrugge.
* Er ligt een lang spoor naar bulkoverslagbedrijf OVET en
* er takt een stamspoor af naar de Zevenaarhaven. Aan dit stamspoor takt een kadespoor af naar de bulkterminal van Verbrugge (laatste vaste vervoersstromen eind jaren ‘90) en
* aan het einde van het stamspoor ligt de chemische fabriek ICL-IP, beter bekend als Broomchemie (uiterst sporadisch nog bediend).
Axel Aansluiting
Dit emplacement was oorspronkelijk via een 3 km lange zijlijn verbonden met station Axel. Eind jaren vijftig krijgt het emplacement aan zuidzijde een directe aansluiting op de hoofdlijn en wordt de zijlijn opgebroken. In 1967 wordt het emplacement ook aan de noordzijde aangesloten op het hoofdspoor. In 1968 wordt de hoofdlijn vanaf Axel Aansluiting richting Hulst buiten dienst gesteld. Opbraakt duurt echter tot 1988! Axel Aansluiting heeft van oudsher twee bedrijven met een spooraansluiting.
* Aan de noordzijde had cokesfabriek ACZC (gesloten in 1999) een aansluiting. Terrein is overgenomen door Heros, spooraansluiting bestaat nog maar op het terrein zelf zijn nagenoeg alle sporen verdwenen.
* Ten zuiden van de cokesfabriek ligt de dubbele spooraansluiting van Yara (voorheen NSM, Hydro Agri).>
Axelse Vlakte.
Vanaf Axel Aansluiting takt sinds 1992 een stamspoor af naar de Axelse Vlakte.
* De lijn eindigt na 4 km op het terrein van staalverwerker Outokumpu.
Axel (gesloten 17 juni 1968)
* openbare laad- en losplaats,
* spooraansluitingen naar de Gemeentelijke Gasfabriek (eind jaren vijftig opgebroken),
* naar aardappelhandelaar Mieras & Zonen (opgebroken eind jaren vijftig) en
* naar aardappelhandelaar Den Hamer (opgebroken begin jaren zestig).
Kijkuit (gesloten 17 juni 1968)
* openbare laad- en losplaats.
Absdale (gesloten 1944)
* laadplaats voor suikerbieten.
Hulst (gesloten 17 juni 1968)
* openbare laad- en losplaats
* stukgoedloods en
* spooraansluiting naar landbouwhandel De Moor-Vleaminck.
* Tot slot had de trammaatschappij SHW in Hulst een overlaadspoor (opgebroken in 1949).
Door: Patrick van Geerenstein
Geschiedenis algemeen
Aanleg
De Belgische Société du Chemin de Fer International de Malines à Terneuzen (MT) opent in 1871 de spoorlijn van Mechelen en Sint Niklaas naar Terneuzen. Het traject tussen Sluiskil en Terneuzen is in gemeenschappelijk gebruik met de lijn Gent – Terneuzen, die sinds 1868 door de Société du Chemin de Fer de Gand à Terneuzen (GT) geëxploiteerd wordt. Die samenwerking verloopt niet zonder slag of stoot, met als resultaat dat in 1908 het gemeenschappelijke traject dubbelsporig wordt: één spoor voor elke maatschappij. Het resultaat ligt er nu nog steeds: een dubbelspoor tussen Terneuzen en Terneuzen Zuid.
De MT is in Terneuzen in het bezit van een haven, een station en een locomotievenloods. De Eerste Wereldoorlog legt het vervoer volledig lam, de infrastructuur wordt op veel plaatsen vernield.
De GT wordt herhaaldelijk overgenomen door andere maatschappijen en legt in 1929 het loodje. Het Nederlandse gedeelte van de lijn wordt dan inclusief opstallen en materieel door de MT overgenomen. In 1930 bezit de MT 27 (stoom)locomotieven, 53 rijtuigen en 1497 goederenwagens. Het is duidelijk dat het accent op het goederenverkeer ligt.
Personenvervoer
Het personenvervoer van Terneuzen naar Zelzate wordt in 1939 al beëindigd.
In de Tweede Wereldoorlog worden allerlei bruggen vernield, waardoor slechts zeer beperkt vervoer mogelijk is. (meer informatie over het seinwezen en de tractievoertuigen van de MT is te vinden in Op de Rails 1965 nr 5 en 6; we gaan daar hier niet verder op in)
In 1948 neemt de NS de exploitatie over van de spoorlijnen Terneuzen – Hulst - grens en Sluiskil – Sas van Gent – grens. Concreet houdt dat in: er komen Nederlandse locomotoren (227 (later 306) , 304 en 312) naar Zeeuws-Vlaanderen, het personeel van de Spoorwegmaatschappij Mechelen – Terneuzen krijgt nieuwe petten en een NS-uniform en er komt bij de grens een Nederlandse conducteur op de trein. De reizigersdienst wordt verder nog verzorgd door de Belgische Spoorwegen met een motorrijtuig (55.023).
Op de Rails van mei 1949 eindigt het bericht over de overname met een welgemeend advies aan de lezers: “Een bezoek aan dit interessante en merkwaardigste deel van het NS-net is de moeite ten volle waard.” Maar de spoorliefhebbers moesten snel zijn: in 1951 wordt ook het reizigersvervoer (5 treinen per dag) richting Hulst opgeheven.
Hulst
Dhr. J A Verhagen was als leerling stationsambtenaar belast met alle administratieve handelingen in Hulst aangesteld vanaf september 1950 tot aan de opheffing van de reizigersdienst ruim een jaar later. Hij weet over die tijd het volgende te vertellen.
“Het personenvervoer werd onderhouden met een railbus van de NMBS, waarbij een machinist van de NMBS dienst deed en de NS de conducteur leverde.
In Hulst kwamen in de loop van de dag twee goederentrein binnen via de Klinge (België). De ene trein bevatte per dag 10 tot 15 wagenladingen, bestemd voor Hulst, Axel en Terneuzen. Na vrijmaking (invoerrechten) werden de wagens doorgezonden of in Hulst aan de losplaats geplaatst. In Hulst werden o.a. kolen gelost, aangevoerd van de Nederlandse mijnen via Belgisch grondgebied. Ik herinner me een klant die elke week een kolenwagen met mest verzond naar een adres in België.
De tweede goederentrein bevatte ledige kolenwagens (type gt, nu type E). Bij vertrek uit de Klinge beklom een douaneambtenaar een stellage aan de overweg te Hulst waarbij hij alle ledige wagens kon bekijken en kon controleren of deze inderdaad ledig waren. De trein was bestemd voor de cokesfabriek te Axel. De wagens kwamen een dag later met cokes weer te Hulst aan en gingen daarna door naar het Franse Athus.
De trekkracht van deze treinen was een stoomloc. De kolenwagens werden ter beschikking gesteld door de NMBS uit hun bestand. Later, in de jaren ’70 kon de NMBS geen type E-wagens meer leveren. Vanuit de Centrale Wagenverdeling te Utrecht zijn toen E-wagens van de NS naar Zeeuws-Vlaanderen gezonden, voorzien van een witte stip, ten teken dat deze wagens in Zeeuws-Vlaanderen thuis hoorden.
De vrachtberekening geschiedde geheel volgens het Belgische wagenladingentarief, dus in Belgische francs. Zo ook het personenvervoer. Daarvoor moesten steeds de laatste koerslijsten worden geraadpleegd.”
Sint Niklaas - Axel
In OdR van juni 1965 voegt H. Waldorp een observatie van het toenmalige goederenvervoer toe waaraan ook hij een bezoek aan de Zeeuws-Vlaamse spoorwegen propageert. Ik wil de lezers dat niet onthouden:
“Op een reis langs beide spoorlijnen van het thans door de NS geëxploiteerde net trof schrijver dezes in Sint Niklaas de NS-locomotief 610 aan. Deze vertrok zonder wagens in de richting Nederland, haakte onderweg één goederenwagen aan en nam deze mee tot Sluiskil, zodat de machine weer als losse locomotief in Terneuzen aankwam. Volgens de begeleidende conducteur/rangeerder was het aanbod van goederenwagens op andere dagen niet veel beter, zodat men zich met angst kan afvragen of deze lijn nog lang in dienst zal blijven. De lijn van Sluiskil naar Zelzate gaf een heel ander beeld. Over deze lijn vindt een druk vervoer van cokes plaats met zeer zware Franse stortwagens. Belgische diesellocomotieven van het type 201 vervoeren deze treinen over de MT-lijn via Zelzate tot aan de Franse grens.
Hoewel de werkplaatsen in Sint Niklaas thans geheel verlaten liggen en de havensporen in Terneuzen evenmin een levendig beeld vertonen, zijn de rangeerterreinen in Sluiskil nog vol leven. Ook de thans verlaten stations en de zoveel andere zaken herinneren nog aan de tijden toen MT en GT nog in vol bedrijf waren. Daarom kan iedere spoorwegliefhebber aangeraden worden eens een bezoek te brengen aan dit stukje Nederland waar men zich half in België waant en toch bij de NS thuis is.”
Dit bericht spreekt voor zich: de cokes gaan voortaan over Sas van Gent en het wagenladingenvervoer over de tak naar Hulst stelt niets meer voor.
Zelzate - Sluiskil
Geheel anders is het aan de andere zijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen.
Dow Chemical vestigt zich in 1962 aan de Noordrand van Zeeuws-Vlaanderen ten westen van het Kanaal. Er komt dan een aansluiting vanaf Philippine. In hetzelfde jaar starten werkzaamheden om het eerdergenoemde Kanaal te verbreden en het bevaarbaar te maken voor grote zeeschepen. In 1968 wordt daarbij de oude spoorbrug in de kom van Sluiskil (de tweede al: de oorspronkelijke brug uit 1868 is bij de verbreding van het kanaal in 1907 al vernieuwd) vervangen door een nieuwe die 1,5 km noordelijker geprojecteerd is. Deze gecombineerde spoor-/verkeersdraaibrug is tot op heden in gebruik.
Het emplacement van de cokes- en de stikstoffabriek, die altijd vanuit het twee kilometer zuidelijker gelegen station Axel bediend werd, krijgt in 1967 aan de noordzijde (Axel Aansluiting) een directe wisselverbinding met de stamlijn, waardoor Axel niet meer hoeft te worden aangedaan.
En Waldorp heeft gelijk gekregen: in 1968 wordt de lijn tussen Axel en de grens gesloten.
In OdR van oktober 1975 verschijnt alweer een ooggetuigenverslag. De auteurs zien grote drukte in Sas van Gent (het emplacement staat geheel vol), zij zien twee 600-locs voor een trein van 61 ketelwagens naar Dow (“De lijn biedt mooie fotopunten. De vaak enorm lange treinen met kleurige ketelwagens, bieden de fotograaf leuke prenten.”). Ze constateren verder dat de cokestreinen naar Axel Aansluiting zeer onregelmatig rijden. Twee honderd meter voorbij Axel Aansluiting is een stootblok geplaatst. De rest van de lijn naar de grens ligt er nog wel, deze wordt op aandringen van Defensie gehandhaafd, maar hij lijkt hen onberijdbaar. En ook zij eindigen met een advies aan de lezers: “De spoorlijnen in Zeeuws-Vlaanderen hebben bij ons een fijne herinnering achtergelaten. Een bezoek aan deze lijnen is zeer de moeite waard. De gemoedelijke sfeer maakt het bezoek dan volmaakt.”
Vernieuwing en toekomst
In 1990 zijn er 6 locs van het type 600 beschikbaar (638 643 647 651 664 665).
Vele jaren lang doet Zeeuws-Vlaanderen het met de bestaande infrastructuur.
In 1991 wordt gemeld dat er een stamlijn bij komt naar het nieuw te ontwikkelen industriegebied Axelse vlakte. Tegelijkertijd doet het gerucht de ronde dat de draaibrug over het kanaal vervangen zal worden door een tunnel, maar omdat die weer erg duur is, wordt ook geopperd de lijn van de Axelse Vlakte door te trekken naar België (opnieuw naar Hulst?) zodat Terneuzen via deze lijn bereikt kan worden en een brug/tunnel overbodig wordt. Het blijft bij een gerucht, al heeft de Nederlandse regering hiervoor in 1996 een bedrag uitgetrokken, maar de Belgische aarzelt en zegt in 1997 definitief af.
In 1992 verschijnt wel de lange stamlijn naar de Axelse vlakte. Ook in dat jaar worden de 600’en afgewisseld door 2200-locs: 2308, 2336 2323, 2263, en 2264. Ze komen op een moment dat het goederenverkeer snel groeit. In 1996 zijn de locs vervangen door 2203, 2204, 2209, 2210 en 2212. en sik 326.
In de zomer van 1997 wordt in Sas van Gent het raccordement naar Cerestar geopend. En omdat ook het cokesvervoer in ’98 weer opleeft, komt de rode 2384-loc de Zeeuws-Vlaamse vloot versterken en in de herfst ook nog de 686. In 2001 zijn 2204 en 2210 defect; de dienst wordt uitgevoerd door 2203, 2207, 2212, 2376 en 2384. Daarnaast zorgt de radiografisch bediende 686 voor het lossen bij Cerestar. In 2002 komt de 2278 er bij.
Begin 2003 worden de oude locs vervangen door iets minder oude Duitse machines. Op 30 december 2002 arriveert 204 626-6, later gevolgd door 204 399-0, 204 366-9, 204 616-7 en 204 492. Bij Cerestar komt een rail/wegvoertuig (“Jerommeke”); de 686 verhuist naar elders. In het voorjaar van 2003 is de omwenteling een feit: de vijf 204’s rijden alle diensten. Vanaf eind 2004 krijgen ze echter concurrentie: de 77’ers van de Belgische Spoorwegen rijden voortaan de treinen naar Dow direct door over Nederlands grondgebied.
In 2009 maken de 204’s plaats voor vijf 6400’en.
In 2008 duiken er berichten op dat gestreefd wordt naar herinvoering van het reizigersvervoer van Gent naar Zelzate en mogelijk door naar Terneuzen. Dat zou goed nieuws zijn.
Goederendienst
Tot 1959 wordt het goederenverkeer door Belgische locomotieven verzorgd: er is een dagelijkse slag naar Sint Niklaas en een naar Zelzate, alsmede een dagelijkse cokestrein naar Axel. De in 1948 uitgezonden locomotoren verzorgen waarschijnlijk het plaatselijk rangeerwerk.
Vanaf 1959 worden de twee buurtgoederentreinen gereden door een NS-600-loc en de cokestrein door de Belgen. Na de opening van de aansluiting naar Dow Chemical in 1964 bedient de NS ook dagelijks dit bedrijf. (aanvankelijk zelfs tweemaal). Als in 1968 Axel – grens gesloten wordt, verzorgen de Nederlandse locs al het vervoer vanaf Sas van Gent. De NS beschikt dan voor dit gebied over 90 open, 20 gesloten en 2 rongenwagens.
In 1987 rijden er vier retourtreinen tussen Zelzate en Sas van Gent waarvan er twee naar Axel Aansluiting gaan en een naar Dow.
In 1996 zijn er drie diensten. De eerste rijdt de lege cokestrein van Sas naar Axel, neemt losse wagens mee terug naar Terneuzen Zuid. Soms is er een bloktrein van Axel naar Sas. In Sas worden twee in de vroege ochtend aangevoerde uc-treinen uitgesorteerd: een rangeerdeel gaat naar Dow en een naar Terneuzen Zuid. De eerste ploeg vertrekt met de trein naar Dow
De tweede dienst start in Terneuzen, neemt een eventuele bloktrein mee en haalt in Sas de trein voor Terneuzen Zuid op. Eventueel is er dan nog een bloktrein. De ploeg brengt tenslotte de wagens die in Terneuzen Zuid zijn verzameld naar Sas van Gent.
De derde ploeg pikt de zojuist aangekomen wagens op Terneuzen Zuid op en bedient de diverse aansluitingen in Terneuzen en trekt vervolgens de cokestrein van Axel naar Sas. Incidenteel komen er bloktreinen voor de stikstoffabriek bij.
De dienstuitvoering is in 2001 nauwelijks veranderd, zij het dat graan erbij is gekomen en cokes eraf is gegaan.
In de ochtend wordt door ploeg 1 eerst de graantrein geplaatst; daarna worden in Sas van Gent de twee uc-treinen uit België uitgesorteerd en vertrekt de ploeg met de wagens voor Terneuzen Zuid
Ploeg 2 is ondertussen naar Axel om de afvoerwagens van Hydro Agri op te halen voor en laat die eveneens achter op Terneuzen Zuid. Dan vertrekt hij spoorslags naar Sas voor een aan- en een afvoertrein van Dow Chemical. Daarna rijdt hij eventuele bloktreinen.
De derde ploeg haalt de wagens in Terneuzen Zuid op en bedient de verschillende aansluitingen in Terneuzen. De volgende klus is de gemengde trein van Terneuzen naar Sas en de lege graantrein van Cerestar. In de middag zijn er mogelijk bloktreinen voor Dow, Hydro Agri of Ovet of moet Avesta op de Axelse Vlakte bezocht worden.
Bedrijfsaansluitingen
Het goederenvervoer concentreert zich tegenwoordig op een beperkt aantal aansluitingen. Maar er zijn er veel meer geweest.
Sas van Gent: twee suikerfabrieken (verdwenen), glasfabriek (verdwenen) en chemische fabriek (Zuid Chemie – wel sporen maar geen bediening meer)
Philippine: losplaats voor o.a. vervoer van mosselen (1968 gesloten)
Sluiskil Brug (ten westen van de oude brug): losplaats (gesloten 1965)
Sluiskil: losplaats (station Sluiskil vervalt na de omlegging in 1968)
Terneuzen oostzijde Kanaal: diverse havensporen, losplaats, verschillende aansluitingen van Verbrugge, Ovet, Broomchemie.
Terneuzen westzijde Kanaal: Dow Chemical (vanaf 1964), Oiltanking (vanaf 2005), Bertschi (vanaf 2006)
Hulst: losplaats (gesloten 1968)
Kijkuit: losplaats (gesloten 1968)
Axel, losplaats, aansluiting naar 2 kilometer noordelijker gelegen cokesfabriek (1912 – 1999) en de stikstoffabriek (sinds 1926).
Slot
Het ziet er goed uit in Zeeuws-Vlaanderen, crisis of niet. Met een mogelijk dipje rond april lijkt het vervoer in juli alweer op het oude peil. De komst van nieuwe en de uitbreiding van bestaande chemische industrieën in dit dunbevolkte stukje Nederland heeft het verlies van de gesloten bedrijven ruimschoots gecompenseerd.
Met dank aan dhr J A Verhagen voor de informatie over Hulst en de foto van Terneuzen 1951 en aan Frank Schouten voor aanvullingen en commentaar.