Bezoeken aan de Hollandse éénpitters |
Ze liggen nogal ver uit elkaar, daarom zijn het ook eenpitters. Een bezoek kost heel wat kilometers en zeker als je af en toe iets mist, dan moet je terug. Achtereenvolgens komen Noordwijkerhout, Haarlem, Delft, Gouda, Alphen aan den Rijn en Zwijndrecht aan de orde.
Noordwijkerhout woensdag 25 augustus 2010
zie: http://www.railgoed.net/NOORDWIJKERHOUT/
Haarlem 18 oktober 2010
Spaarneland, compenseert de stank van het overgeladen afval met een fris rood-wit geschilderd laadstation en een zorgvuldig gemaaid grasveld. De rode wagens (twee blauwe) zijn in de loop van de dag onder de laadbunker door geduwd en staan op het opstelspoor. Netjes om 15.00 uur rolt ACTS 7107 vanuit Westhaven voorbij, om even later uit Haarlem terug te komen en zich voor de rode rij op te stellen. Ik blijf de oude kleurstelling (tinten groen met wit) van ACTS prachtig vinden, zeker in combinatie met de bordeaurode afvalcontainers. VAM-Haarlem, zoals dit raccordement nog traditiegetrouw heet wordt elke werkdag door ACTS aangedaan. Omdat er alleen aan de westzijde een aansluiting op het hoofdnet is, moet de trein voor een afstand die hemelsbreed misschien slechts een kilometer op 10 is, een ronde maken van zeker het viervoudige, nl over Uitgeest waar moet worden kopgemaakt. Helaas is het raccordement slecht zichtbaar, door een uitbundige begroeiing in de naastgelegen sloot. Een klein doorkijkje maakt een enkele foto mogelijk. Precies op tijd, 15.31 maakt de trein aanstalten zijn tocht naar de Hourakpolder aan te vangen.
Anderhalf uur later, weer precies op tijd 17.09 rolt hij het emplacementje aan de Amerikaweg in de Houtrakpolder op. Geduwd. Enkele jaren geleden maakte hij kop op de Westhaven en kwam met locvoor in de Houtrak, waar hij eenvoudig terug kon zetten naar naar de afvalverbrandingsinstallatie. Nu , en dat zal wel met de verbetering van de aansluiting Houteakpolder te maken hebben, rijdt hij achteruit, tot op het tweesporige deel van het emplacement, waarna de loc omloopt en alsnog de trein bij AVI naar binnen drukt. In het laatste licht van de dag kan ik nog een enkele foto schieten.
Gouda woensdag 25 augustus 2010
Tja, rond middernacht keert hier de goederentrein naar Alphen, maar Gouda is voor goederen gesloten. In een loods van Bunnik’s liggen nog twee sporen te wachten op betere tijden. Bunik’s Logistics BV heeft een hal, pal achter het station. Dat zie je niet vaak meer. Het stationsgebouw van Gouda is gesloopt, we moeten het doen met wat semi-permanente gebouwtjes waarin o.a. een kiosk gehuisvest is. Het verlaagde perron voor de “lightrail” tram naar Alphen ligt er verlaten bij; onkruid schiet op tussen de tegels. De tram heeft een tiental jaren gereden, maar is al weer vervangen door “heavyrail”.
Vooral aan de westzijde ligt een sporenarsenaal, twee ervan lopen naar Bunnik’s, een ligt nog langs een verhoogd laadperron, verroest, op een kopspoor staat een platte wagen met een werkkeet, vol graffity, het geheel biedt vooral een desolaat aanzien.
Alphen aan den Rijn woensdag 25 augustus 2010
Alphen kent wel nog een actieve aansluiting. De stamlijn loopt ongeveer een kilometer parallel aan het spoor naar Alphen en buigt dan af langs de Magazijnweg. Jaren geleden waren er nog drie aansluitingen, maar de twee ongebruikte hebben plaats gemaakt voor een gepimpt industrieterrein. De laatste tak wordt nog regelmatig bediend: Electrolux ontvangt dan enkele dichte wagens met witgoed. De bediening is rond middernacht. Het bedrijf heeft twee inpandige sporen die zich in de ingang vertakken. Naast de hal ligt een lang opstelspoor. Het spoor ziet er bereden uit, maar de wagens staan binnen.
Op de voormalige losplaats is t.b.v. de lighrailstellen een remise geplaatst, tweesporig en – heel; bijzonder – afgesloten met een slagboom en een dubbel stop/ontspoorblok. Nu de lightrail niet meer rijdt ziet het geheel er verwaarloosd uit.
Delft 23 dec 2010
Na een bezoek aan Maasssluis en Vlaardingen waar de mooie sneeuwlaag ten spijt vandaag helaas geen goederentreinen rijden, beland ik in Schiedam om de Delftse trein op te pikken. Voor de zekerheid ben ik er een uur te vroeg, dat betekent een uur wachten in de ijzige oosterstorm op de kop van het perron, maar hij komt mooi op tijd, 14.45 uur; “hij” is in dit geval slechts een losse loc, rood, mooi kleurend in het volledig witte landschap. Terugtocht vanaf Delft is geprognostiseerd op 15.54, en, de loc rijdt niet voor niets: er is dus afvoer bij DSM-Gist. Dat haal ik wel vanaf Schiedam, ik verwacht in Delft een mooie opname te maken in het historische station. Om 15,20 als ik juist een eerste voet op het perron zet, komt de trein al terug met vier ketelwagens aan de haak, maar achter het tweede perron langs, het is te laat voor een foto. Hij is ruim een half uur te vroeg, maar kan toch niet eerder vertrekken. Helemaal in de verte, voor het uitgangssein van het station, staat hij dan een half uur, opnieuw buiten het bereik van mijn camera. Hij had wel even op me kunnen wachten.
Opnieuw het risico van de eenpitter (en deze rijdt maar twee ker per week), één planningsfoutje en je tocht was heilloos. Een week later lukt het weel: een aanvoer van drie ketelwagens, geen afvoer.
Zwijndrecht 26 jan 2011
Nog lastiger wordt het bij eenpitters waar de treinen volgens de dienstregeling al beperkt (driemaal pw) en in werkelijkheid vaak niet rijden. De kans dat je een trein in ctie treft is dan even groot als dan van een lot in de loterij.
Vanochtend ben ik in Zwijndrecht begonnen. Het was nog donker, ruim een uur voor de dienstregelingstijd sta ik al voor de poort van Van Leeuwen. Het raccordement Grote Lindt blijkt groter dan ik dacht. Vijf kilometer lang, het start met een voor het station (vanaf Kijfhoek gerekend) in een boog van het hoogspoor afdalend lijntje, dat verder langs de Lindtsedijk loopt. Links er van liggen bedrijven, daarachter de havens aan de Oude Maas. Veel ruimte is de trein niet gegund. De bedrijfspanden van Unimills staan net buiten de vrije ruimte. Unimills, of mogelijk de voorganger, had twee aansluitingen, een spoorloze poort en een aftakken spoor dat binnen het hek onder een parkeerplaats verdwijnt zijn de zichtbare overblijfselen.
Halverwege de stamlijn ligt een driesporig emplacement. Veel van de sporen, de ballast en betonnen dwarsliggers zijn recentelijk vervangen. Aan de zandverplaatsing in de overwegen is te zien dat er nog onlangs vervoer geweest is. Het heeft hier tijden stilgelegen, maar er is hoop. Drie zijtakken heeft de lijn vervolgens. Eerst terugstekend, de Noordweg. Het aansluitwissel ligt er uit, het spoor in de berm van de weg is deel overwoekerd. Epenhuijzen heeft nog een nette aansluiting, maar die is dus onbereikbaar.
De tweede tak buigt de Merwedeweg in. Hier ligt nog een onvervalst omloopspoortje bij Cozo, geheel in het gras verdwenen. Even voor het stootbuffer aan het eind takt nog een lijn af naar de zo op het oog intacte laadplaats van een bedrijf.
De derde tak is feitelijk het einde van de lijn. Hij loopt het terrein van Van Leeuwen buizen op, waar drie sporen liggen. Op een ervan staat en lege rongenwagens. Ook hier wordt er dus weer gereden.. De spoorpoort is opengezet: en kan dus een trein komen. Maar doet hij dat ook? De tijd verstrijkt, ook het tijdstip waarop de trein reglementair naar Kijfhoek moet terugkeren. Tegen zonsondergang zal er nog steeds geen trein geweest zijn.
Ik houd het voor gezien en zet koers naar Kijfhoek, het mekka van het railgoederenvervoer in Nederland. Bijna alle unit cargotreinen worden hier in- en uitgerangeerd, er staan honderden wagens op de vele opstelsporen.
Op 23 maart probeer ik het nogmaals, maar dan is zelfs de spoorpoort gesloten.
Zwijndrecht is nog maar een heel klein eenpittertje.