Historie railgoederenvervoer Delfzijl
Delfzijl kent maar één stamlijn; de verschillende aansluitingen zullen we bespreken vanaf het station, dus van west naar oost. Drie hiervan (Delamine, FSC, Rohm & Haas) worden regelmatig bediend, vier incidenteel (Wagenborg II, Lafarge, Hak, losplaats), en vijf in het geheel niet meer (Wijne Barends, Wagenborg I, Akzo/Brunner Mond, MCN , PPG).
Hieronder een overzicht van de geschiedenis van de (mij bekende) spooraansluitingen van west naar oost.
De aansluitingen ten westen van de Zeesluizen zijn waarschijnlijk al ouder, maar de stamlijn naar het chemiepark wordt in 1958 geopend tegelijk met de eerste fabriek van Akzo (dat dan nog KNZ heet). Aan de Oosterhorn(weg) verschijnt een viersporig emplacement, dat er nu nog steeds ligt. Midden jaren zestig wordt de stamlijn verlengd tot de aluminiumfabriek Aldel. De lijn tussen het emplacement en MCN wordt in 1973 verdubbeld. De volgende uitbreiding stamt van 1982 wanneer de vier sporen van het emplacement verlengd worden tot bij Delamine. In 1984 plaatst men een weegbrug midden op het emplacement. Later zal de stamlijn nog verlengd worden tot bij Rohm & Haas en tot voorbij de huidige losplaats.
Wagenborg Stevedoring II
De eerste aansluiting is ook meteen de jongste. In 1998 vestigt Wagenborg zich op een nieuw haventerrein, de Handelskade Oost, direct achter het station op de Waddendijk met enkele sporen en twee poorten.
Tot 2002 is er (soms intensief) vervoer van papier in dichte wagens; tijdelijk komt dit in 2003 nog enige tijd voor. Het papiervervoer is daarna verhuisd naar de Eemshaven waar het een stille dood sterft.
2002/03: soms wordt er een wagen beladen met boomstammen of planken.
2003: enkele keren aanvoer van wagens met kratten.
2007: eenmalig een lange trein met damwanden en H-profielen uit Luxemburg.
September 2009: enkele weken komen er groepen bloktreinen bulkwagens met suikerbietenpulp uit Duitsland.
Januari 2010: enkele wagens papier.
De rest van 2010 heeft nog geen vervoer opgeleverd.
Veem & Factor
Aan het begin van de stamlijn ligt aan de oude binnenhaven op de Damsterkade in elk geval tot 1985 een raccordement van Veem & Factor (de enige aan de zuidzijde van de stamlijn).
Er staat nog een vervallen goederenloods, er liggen nog twee straatsporen, maar de aansluiting op de stamlijn is al tijden verwijderd.
Wijnne Barends
Even voor de brug aan de Handelshaven ligt terugstekend het raccordement van Wijnne Barends. In 1985 lag er op het kleine terrein nog een veelheid aan sporen naar EDS, Wagenborg, Veem & Factor en Boardexpert.
In 1997 zijn er nog twee sporen die elkaar kruisen. Er is dan nog regelmatig aanvoer van papier. Nu ligt er nog één spoor aan een laadperron.
1998: tijdelijk worden er de Veendamse containertreinen gelost, die daar verdreven zijn door de innundatie van de Tusschenklappen Polder.
2004: korte tijd containers in groepjes van 6 wagens (“Terminal Delfzijl”)
Tot ongeveer 2005: incidenteel vervoer van papier.
Daarna is waarschijnlijk geen gebruik meer gemaakt van deze aansluiting.
Wagenborg I
Tussen het Eemskanaal en de zeesluizen ligt nog een oude aansluiting van Wagenborg. Deze is (zichtbaar) buiten gebruik. RM 145 meldt in 1997 al dat deze sporen zelden gebruikt worden. Informatie over vervoer is me niet bekend.
Akzo
Voorbij de Zeesluizen begint het Chemiepark Delfzijl. Het eerste bedrijf is Akzo Nobel.
De grote historie op het gebied van het spoorvervoer, in 1958 gestart, is in 2007 beëindigd (zie: voorgeschiedenis hieronder). (voor de sporenlay-out: zie sporenplan)
De eerste (meest westelijke) aansluiting van Akzo, bestemd voor de afvoer van caustic soda, stamt uit 1962; het spoorvervoer kent in de jaren ’70 zijn hoogtepunt. De productie is in 1996 beëindigd; het spoor is verdwenen, alleen een spoorloze poort houdt de herinnering aan de geschiedenis levend.
De tweede aansluiting is de oudste: uit 1958, gebruikt voor de eerste sodafabriek en de eerste chloorfabriek; later is er ook nog een ammoniaklaadpunt geweest. Het spoor is in 1978 verwijderd.
De derde aansluiting is van origine van 1958, bestemd voor vervoer van zout en sulfaat (tot 2004). Latere uitbreidingen zijn gebruikt voor sodavervoer. In 1971 is de oude aansluitingsboog die naar het westen liep, vervangen door boog naar het oosten. De sporen inclusief het aansluitspoor uit 1971 lijken te zijn gesloopt.
Een vierde aansluiting ziet in 1968 het leven voor vervoer van metylaminen, chloor (tweede chloorfabriek) en chloorkoolwaterstoffen. Tussen 1972 en 1984 verlaten drie chloortreinen per week het terrein; vanaf 1978 wordt chloor uitsluitend nog vanaf deze vierde aansluiting verzonden.
Al in 1990 meldt Railkroniek 79 dat het chloorvervoer vanaf Delfzijl beëindigd zal worden omdat Akzo een nieuwe chloorfabriek in Europoort wil bouwen. Er rijdt nog heel wat chloor door het land voor het zover is…In 2003 rijdt er bijvoorbeeld gewoon nog twee keer per week in het holst van de nacht een korte chloortrein naar Akzo-Botlek. Via een fikse overheidssubsidie (Botlek bouwt daarmee een eigen chloorfabriek) wordt uiteindelijk in 2006 het chloorvervoer beëindigd.
Door de metylaminenfabriek worden vanaf de start in 1968 zo’n drie wagens ammoniak per week aangevoerd en enkele ketelwagens afgevoerd.
De Chloorkoolwaterstoffenfabriek stuurt vanaf 1970 ook een beperkt aantal ketelwagens de wereld in.
In 1984 komt er hier parallel aan de stamlijn een losspoor voor kalksteen. Dit is tot 2001 in gebruik geweest.
In 2005 voert Akzo nog ketelwagens dimethylamine, lijm en chloroform af. Daar zal snel een einde aan komen: in 2006 worden uitsluitend nog enkele wagens lijm gespot.
Het kalksteenspoor lijkt inmiddels verdwenen, de vierde aansluiting is, hoewel niet meer in gebruik, als enige vooralsnog gehandhaafd.
Akzo heeft in zijn beste jaren een eigen rangeerdienst met Henschel 29728 (uit 1959), Gmeider 5589 (uit 1982) en een %% . De laatste wordt in 1995 aan de STAR, de museumlijn Stadkanaal, geschonken. Railion neemt de dienst en de twee eerstgenoemde locs in 2002 over; ze houden aanvankelijk hun blauwe Akzo-kleur; Railion spuit ze later rood en hernummert ze tot resp. tot R9904 en R9903. In 2005 verzorgt de laatste al het rangeerwerk. Vandaag de dag staat de loc werkloos op het Akzo-emplacement.
Brunner Mond / Akzo Nobel
Het tweede bedrijf is Brunner Mond (in 1998 overgenomen van Akzo Nobel). Sinds 1958 ligt hier een aansluiting haaks op de stamlijn (zie hierboven: dit is de derde aansluiting van Akzo) en sinds 1984 een lang spoor parallel aan de stamlijn t.b.v. de aanvoer van kalksteen uit België.
Vanaf het begin wordt er veel soda op de trein gezet o.a. naar Leerdam (via Rotterdam Rechter Maasoever). .Tot 1985 is er sodavervoer naar Amsterdam Centrale Markthallen, tot 1993 naar de glasfabriek in Tiel, tot 1994 naar Leerdam, tot 1995 naar Roosendaal Philips, tot 1998 naar enkele buitenlandse bestemmingen en tot 1999 naar de glasfabriek in Maastricht. Dan is het over.
Vanaf 1984 wordt er dagelijks een bloktrein bestaande uit dertig zelflossers met kalksteen aangevoerd uit Andenne (België).
1998: het aantal kalksteentreinen wordt van 5 naar 4 per week teruggebracht; in 2000 zijn het er toch weer 5.
Sinds 2002 gaat dit vervoer over naar het water.
Zoals al bij Akzo gemeld lijkt het er van buitenaf gezien op dat alle sporen bij Brunner Mond verwijderd zijn.
Delamine
Op de plek waar Delamine vandaag de dag gevestigd is bevond zich van 1969 tot 1977 het bedrijf Petrochemie.
Delamine neemt bij de opening in 1978 het raccordement over en voegt er een ammoniaklaadplaats aan toe, Er is een dubbele aansluiting, een die vanuit het westen kan worden aangereden (1983) en een vanuit het oosten (1963). De laatste lijkt niet meer in gebruik, al wordt het gedeelte binnen de poorten gebruikt voor het rangeerwerk.
Het bedrijf verwerkt ammoniak tot ethyleenamines. Per week worden er tot op heden enkele ketelwagens ammoniak van DSM in Geleen aangevoerd. DBSRN ververzorgt (bijna) dagelijks het rangeerwerk binnen de poorten.
2003: dagelijks aanvoer van een of twee wagens ammoniak.
2010: nog steeds wordt er ammoniak aangevoerd, al is dit niet meer dagelijks.
Bio MCN / Methanor / MCN (Methanol Chemie Nederland)
MCN vestigt zich in 1974 in Delfzijl. Aanvankelijk is er alleen een aansluiting met een lospunt voor ureum en een laadpunt voor lijmen; tot ver in de jaren ’90 wordt lijm in ketelwagens verstuurd.
Rond 1979 wordt meer naar het oosten een tweesporige aansluiting aangelegd met laadpunten voor formaldehyde en methanol. In de begintijd vult MCN vier ketelwagens methanol per dag.
De formaldehydefabriek voert vanaf de start in 1974 wagens ureum aan en formaldehyde af. In 1990 gaat het vervoer over naar de scheepvaart.
2003 Methanor verstuurt regelmatig ketelwagens methanol; ook in 2005 nog, naar Geleen. Een jaar later is de fabriek gesloten..
Bio MCN neemt in 2006 de failliete boedel van Methanor over. Het produceert bio-methanol.
Spoorvervoer is er aanvankelijk niet.
2007: (her)start spoorvervoer: enkele wagens methanol per maand.
2010: de (omheinde) sporen van MCM worden door DBSRN gebruikt om materieel beschermd te stallen.
FMC
FMC, producent van waterstofperoxide, opent in 1996 zijn poorten; een jaar later komt er een spooraansluiting.
2003 Per dag worden er twee ketelwagens verstuurd.
2004: 10 ketelwagens per week vooral naar Duitsland en Scandinavië.
2005: een of twee ketelwagens per dag.
2008: het vervoer neemt af.
2010: er is weer een regelmatige afvoer van ketelwagens waterstofperoxide gemeld.
De wagens worden op het terrein verplaatst met een lier-installatie.
Aldel (Aluminium Delfzijl)
In 1965 wordt de stamlijn verlengd tot bij Aldel. Tot 1980 voert Aldel aluminiumproducten per spoor af. De aansluiting is daarna verwijderd.
Lafarge
Aan een zijtak van de Oosterhorn ligt haaks op de stamlijn een lang tweesporig raccordement met een dwarsverbinding. Aan het eerste deel van het westelijke spoor ligt een losweg.
Hier lost Lafarge (aan de overzijde van een zijtak van de Oosterhorn) gipstreinen. Lafarge (vroeger: Norgips) heeft zich in 1974 in Delfzijl gevestigd; het produceert gipskartonplaten voor wanden en plafonds, gipsblokken en voegenvullers.
De spoorse aanvoer van gips fluctueert sterk.
1999: start gipsvervoer, soms wel drie treinen van 18 wagens per week uit Lippendorf; ze worden meestal in twee delen op de losplaats gezet.
2001: twee bloktreinen per week uit Böhlen, eind van dat jaar zelfs 3 bloktreinen. Gips is het afvalproduct uit de zwavelhoudende rookgassen van de bruinkoolcentrale van Böhlen.
2003 gemiddeld een bloktrein per week, verzorgd door Railion; dit blijft zo tot 1 januari 2007.
Het is definitief over, vermoedt men dan, maar al in januari 2008 rijdt Railion alweer wekelijks een gipstrein. Het is een kortstondige opleving omdat een brand in de fabriek aan het eind van die maand de productie van Lafarge en dus de gipsaanvoer stillegt.
2009: in de loop van het jaar komt het gipsvervoer weer langzaam (enkele keren per maand) op gang.
2010: er wordt weer wekelijks een gipstrein van 24 wagens aangevoerd via Bentheim en Onnen.
2010: aan het begin van de zomer ligt het in elk geval weer stil. Op 17 augustus voert LOCON met een machtige Maxima-machine een proefvervoer uit met 32 wagens (%%) via Nieuweschans. Naar het schijnt had DBSRN niet meer zo’n belangstelling.
A. Hak Appelbloesem / Philips Petrol
De sporen aan de Oosterhornzijtak lopen nog vele tientallen meters door na de losplaats, het oostelijke spoor zelfs tot aan de Dollarddijk.
In het verleden zat hier Philips Petrol , er werd o.a. ammoniak voor de landbouw aangevoerd.
Bij de huidige firma met de tot de verbeelding sprekende naam A.Hak, Appelbloesem worden bij vlagen wagensets met buizen gelost op een onverharde losplaats. Hak heeft zich in 2008 aan het Metaalpark gevestigd met als doel gasbuizen voor de Gasunie op te slaan.
Op het spoor wordt in 2007 nog korte tijd ammoniak gelost.
2007: een kleinschalig vervoer van alifatische alcohol (OXO) gaat van start. De inhoud wordt van de ketelwagens overgepompt in tankauto’s.
2009: in de eerste maanden van het jaar en in de zomer is er aanvoer van buizen, een trein van 24 wagens per dag. Ze worden met een 232-loc naar Onnen gebracht en door een 6400 naar Delfzijl. Het rangeerwerk ter plekke verzorgt de 363.
2010: in februari wordt er weer een serie buizentreinen gelost.
Rohm and Haas / Morton
De volgende aftakking ligt aan deValgenweg. Het is een kopspoor met een aansluiting via een overweg naar het in 1995 geopende Amerikaanse chemiebedrijf Rohm and Haas (voorheen Morton).
1996: afvoer van een of twee ketelwagens per dag.
R&H produceert natrium-boorhydride voor o.a. het bleken van papier en zuiveren van afvalwater, natriumhydride voor de farmaceutische industrie en trimethylboraat dat gebruikt wordt in o.a. de autoindustrie.
Met enige regelmaat ontvangt het bedrijf tankcontainers met chemicaliën via het spoor. Met de Delfzijl-uc gaan ze terug naar Onnen, en later die dag via de Veendam-uc naar Veendam waar ze overgeladen worden op de ACTS-containertrein naar Rotterdam.
2003 nog steeds enkele (ketel)wagens natrium per week naar Frankrijk.
2005 de ketelwagens zijn vervangen door tankcontainers, enkele wagens per week.
2010 twee keer per week een wagen met tankcontainers natrium.
2010 Op 16 augustus worden er twee ACTS-containerdraagwagens met in totaal vier lege tankcontainers natrium afgevoerd (met een sticker “sodium”, zo heet dat goedje in het Engels en Frans).
PPG
De laatste bedrijfsaansluiting aan de stamlijn is van PPG, maar deze is al decennia buiten gebruik. De sporen zijn verwaarloosd.
PPG produceert silica, dat kennelijk zeer multifunctioneel is: het wordt gebruikt o.a. in autobanden en schoenzolen, maar ook als vitamine voor landbouw en veeteelt, als anti-klontermiddel in soepen en poedermelk en als polijstmiddel in tandpasta. Het is maar dat u het weet.
Losplaats(en)
Aan het eind van de stamlijn, aan de oostzijde van het havengebied ligt in een open gebied – er is nog plenty ruimte voor nieuwe bedrijven – een tweetal verharde losplaatsen.
In 1992 (proef) en in 1994/1996 is er in open ACTS-wagens aanvoer van zilverzand uit Heerlen (voor Elektro Schmelzwerke Delfzijl) en afvoer van siliciumcarbide via Heerlen naar Grefrath.
Sinds 2007 wordt hier een enkele keer per maand een ketelwagen OXO-olie gelost.
Dienstregeling
Tot 1958 rijden er twee retourbuurtgoederentreinen op Delfzijl. De groei van Akzo resulteert in 1968 in een derde buurtgoederentrein; in 1992 wordt de frequentie teruggebracht tot één.
In de jaren tachtig rijdt er naast de drie uc-treinen een kalkbloktrein per (werk)dag, en een tweetal chloortreinen per week; in de jaren negentig komt daar een gipstrein per week bij.
In 1997 wordt de dienstregeling gewijzigd. De chloorwagens liften voortaan mee met de uc-trein. Aankomst 6x per week om 7.29 uur. Wagens naar Kijfhoek vertrekken om 14.28, wagens naar Geleen (ook chloor voor de Botlek) om 20.28. Van de kalktrein arriveert het eerste deel om 17.01 en het tweede om 22.17. Vertrek van de hele lege trein 1.07.
In 2002 is de dienstregeling in het noorden als volgt. Een 6400 rijdt achtereenvolgens naar Roodeschool en zonodig naar de Eemshaven, doet dan Veendam aan en haalt in het begin van de avond de afvoertrein in Delfzijl op. De tweede loc brengt de uc in de ochtend naar Delfzijl, verzorgt daar het rangeerwerk en keert in de middag weer terug naar Onnen; driemaal per week brengt hij in de avond de dolominetrein naar Veendam.
In 2005 vervalt een van de twee afvoertreinen, de enig overgebleven afvoer-uc vertrekt om 16.30 in Delfzijl.
Aan het eind van het jaar blijkt alles al weer veranderd:
Uc aankomst 7.21 (di-za) en 20.58 (ma-vr); vertrek 22.30 (ma-vr); de tweede afvoertrein wordt zo mogelijk gecombineerd met gips- en chloortreinen.
Gips: aankomst 5.57 (ma); vertrek 16.58 (ma).
Ook de chloortrein rijdt nog 2x per week.
Deze situatie houdt krap een half jaar stand. Met het sluiten van Methanor en het daardoor beëindigen van het methanolvervoer vervalt een uc-retourtrein.
Nu in 2010 is er nog 5x per week een uc-aanvoer trein (di – za) en 5x een afvoertrein (ma – vr). Wie de trein wil fotograferen moet vroeg uit de veren en bovendien kiezen voor de zomermaanden. Enkele minuten voor zeven komt de trein (op maandag de losse loc) vanaf Onnen op station Delfzijl aan. Tegen kwart over zeven is hij op het emplacement bij Akzo, waar de meeste bewegingen zich af spelen. Officieel om 10.58, maar vaak een uur eerder verlaat de afvoertrein (op zaterdag de losse loc) het Delfzijlse. Indien het gipsvervoer weer structureel wordt, is er ook op andere tijden spoorse activiteit te observeren.
Materieel
Rangeren doet DBSRN tegenwoordig geheel met de dienstdoende 6400. Zoals gezegd neemt voorganger Railion in 2002 de twee locs van Akzo over, maar omdat in die tijd ook het vervoersaanbod sterk afneemt, zijn ze weinig gebruikt. R9904 gaat in 2008 naar de sloop en wordt vervangen door de oude Duitse V60 363 723. R9903 verzorgt aanvankelijk bijna alle rangeeractiviteiten in de haven en de 363 is ingezet voor het uitwisselen van wagens in het buizentijdperk. Beide locs staan al enige tijd voor nop op het emplacement aan de Oosterhorn. Fotogeniek zijn ze wel en makkelijk te fotograferen, omdat ze gewoon langs de openbare weg geplaatst zijn.
Voorgeschiedenis
Staatslijn A van Arnhem naar Leeuwarden komt in 1868 gereed. Twee jaar later bereikt lijn C Groningen vanaf Meppel. In Groningen rijden dan al vier jaar treinen. Van Lijn B Harlingen - Nieuweschans komt op 1 juni 1866 het lijnstuk tot Groningen in bedrijf. Groningen zal uitgroeien tot een knooppunt van acht lijnen. Harlingen, Nieuweschans, Meppel, maar ook kleine lijntjes naar Zoutkamp, Roodeschool en zelfs twee verschillende verbindingen met Delfzijl. Tenslotte was er nog de tram naar Drachten
Groningen- Sauwerd - Delfzijl wordt in de zomer van 1884 geopend. Voor de mens van 2010 is het nauwelijks te begrijpen dat er in het begin van de vorige eeuw zelfs drie spoorlijn naar Delfzijl liepen, maar het is toch echt zo. In 1910 ziet de verbinding Zuidbroek – Delfzijl het licht. De lijn loopt aan de zuidzijde door via Veendam tot Stadkanaal. In 1929 komt er dan nog de Woldjerspoorweg bij, vanuit Groningen tot de aansluiting op de NOLS-lijn bij het gehucht Weiwerd. Zuidbroek – Weiwerd houdt het hoofd 24 jaar boven water (opheffing 1934 – afbraak 1936), Groningen – Weiwerd – Delfzijl slechts 13 jaar (opheffing & afbraak 1942)
De NOLS, de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij wordt in 1899 opgericht. Het basisplan van de NOLS, een oostelijke noordzuidverbinding tussen Winterswijk, Ommen, Coevorden, Emmen, Zuidbroek en Delfzijl, is gebaseerd op het ideeëngoed van de dan inmiddels overleden J. Willink, de grote initiator van de aanleg van de GOLS-lijnen in de Achterhoek en Twente. De lijn wordt stukje voor stukje geopend tussen 1903 en 1910. De prachtige stations zijn gebouwd door E. Cuypers (neef van P. Cuypers die het Centraal Station van Amsterdam heeft ontworpen). Er rijden in den beginne vijf treinen op Delfzijl. Weiwerd en Farnsum, nu in feite onderdeel van de stad Delfzijl hadden respectievelijk een station en een stopplaats. Via een brug over het Eemskanaal bereikt de NOLS-lijn de westzijde van het emplacement van Delfzijl. Er zijn weinig restanten meer van de NOLS-lijn terug te vinden. Victor Lansink eindigt zijn schitterende reportage (http://www.railtrash.fotopic.net/c1868804_1.html) van een wandeltocht over het tracé met de woorden “En hiermee zijn we aan het droeve einde gekomen van deze betrekkelijk vruchteloze expeditie.”
Delfzijl heeft ook nog een tram gekend die vooral van belang was voor het goederenvervoer. De Stoomtram-Maatschappij Oostelijk Groningen (OG) exploiteert een tramlijn tussen Ter Apel (vanaf 1915) via Winschoten tot Delfzijl (vanaf 1919) tot 1948. Voor zandvervoer is de tram nog twee jaar langer in exploitatie gebleven.
Smalspoorwagens van de OG worden van 1922 tot 1940 in Delfzijl op rolwagens geplaatst, en door een O&K-loc van het Havenbedrijf de havensporen opgereden. Belangrijkste producten zijn strokarton en kunstmest.
Het industrieterrein en daarmee het havenspoor ontstaat in de jaren ’50 wanneer er zout gevonden is in de bodem van Oost-Groningen. KNS (Koninklijke Nederlandse Soda-industrie), nog voor de opening overgenomen door KNZ( Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie), springt hierop in door aan de meest nabije zeehaven industrie te vestigen, te beginnen met een sodafabriek (1958). Soda is bestemd voor de glasindustrie en het zuiveren van o.a. kleding en water.
Het bedrijf groeit snel. Er komt een chloorfabriek (kwikelektrolyse – 1958) bij, een zoutfabriek (1959), een fabriek voor natriumsulfaat (1961), grondstof voor zeep, een fabriek voor caustic soda (natriumhydroxide – 1962), een reinigingsmiddel.
Steeds verder rukt KZO (Koninklijke Zout-Organon NV – in 1967 ontstaan uit fusies met Ketjen en Zwanenburg-Organon) op naar het oosten: er komt een fabriek voor methylaminen (1968) voor o.a. bestrijdingsmiddelen en medicijnen, voor cholinechloride (1968) gebruikt als vitamine B in veevoer.
Akzo (Algemene Kunstzijde Zout Organon – in 1969 ontstaan na weer een fusie, nu met de Algemene Kunstzijde Unie), bouwt, een tweede chloorfabriek (diafragma-elektrolyse - 1969) en een fabriek voor chloorwaterstoffen (1970) o.a. bestemd voor oplosmiddelen en teflon.
In 1973 wordt het industrieterrein aanzienlijk uitgebreid. Er komt een fabriek voor de productie van formaldehyde (1973), bestemd voor lijmen en kunstharsen, deze fabriek wordt MCN (Methanol Chemie Nederland) gedoopt. MCN opent in 1974 een methanolfabriek. De naam verandert in 1976 in Methanor, dat twee jaar later een tweede productielijn voor methanol start.
Ook in 1974 verschijnt bij MCN een fabriek voor houtlijmen (ureum (melamine) formaldehyde). In 1991 is MCN overgenomen door Neste Oy, nu Dynea.
In 1976 komt er een tweede sodafabriek bij Akzo.
In 1978 opent Akzo een fabriek voor ethyleenaminen, bestemd voor landbouw- en farmaceutische producten: Delamine. In de loop der jaren komen er steeds nieuwe fabrieken bij, zoals in 2006 een fabriek voor monochloorazijnzuur.
In 1998 doet Akzo Nobel de sodafabriek van de hand; deze wordt overgenomen door Brunner Mond. Verschillende fabrieken zijn ook alweer gesloten.
Het havengebied trekt in de loop van de afgelopen decennia zo nu en dan weer nieuwe bedrijven aan, maar erg snel gaat het niet. Anno 2010 is er nog ruimte in overvloed beschikbaar.