Pernis historisch
“Onopgemerkt door de reiziger voltrekt zich in een uitgestrekt gebied ten zuidwesten van Rotterdam een grootste ontwikkeling op spoorweggebied, die duidelijk de taak laat zien die de spoorwegen in onze maatschappij vervullen, en zullen blijven vervullen. Hier immers worden de spoorweginstallaties op voortvarende wijze aangepast aan voortdurend toenemende eisen, en houdt hun ontwikkeling gelijke tred met de stormachtige uitbreiding van het arbeidsveld van Europa’s eerste havenstad.” Zo begint een artikel over de Rotterdamse havenspoorwegen van Van der Tak/Van ’t Hoogerhuys in Op de Rails van juni 1961. De uitspraak heeft nog weinig aan actualiteitswaarde ingeboet.
Het havengebied eindigde toen nog in Pernis, nu is de Tweede Maasvlakte aanstaande.
In dit artikel gaat het over Pernis, dat gedomineerd wordt door de petro-chemische industrie. Shell, Exxon Mobil, Nerefco en vele voorgangers hebben zich de laatste 80 jaar gevestigd op de Vondelingenplaat rond de Eerste en Tweede Petroleumhaven. Het spoorvervoer is immens geweest, maar tegenwoordig gaat het meeste onder de grond. Er moet een wirwar aan buizen lopen vanaf de Pernisse bedijven naar bedrijven zoals Shell Moerdijk (zie thema 1). Eén aanvoer- en één afvoertrein is vandaag de dag voldoende en tweemaal op een dag komt een rangeerploeg om de wagens verder te distribueren. We geven hierna, zoals u dat van ons gewend bent, een overzicht van de ontwikkelingen bij de verschillende bedrijven gedurende de laatste decennia. De bedrijven komen van west naar oost aan de orde.
1 De aansluitingen
1.1 Vondelingenweg
Aan het eind van de stamlijn langs de Vondelingenweg ligt al meer dan 40 jaar een 5-sporig emplacement, met aansluitingen voor een drietal bedrijven. Vanaf de stamlijn zijn er in de loop der jaren diverse aftakkingen naar Shell-poorten geweest.
Paktank/Koole Tankstorage
Een van de aftakkingen van het Vondelingenplaat-emplacement loopt, de Vondelingenweg kruisend, naar het meest noordelijk gelegen bedrijf Koole. In de jaren tachtig is er nog veel spooraanbod van allerlei oliën naar o.a. het dan nog bestaande Tsjecho-Slowakije, maar in 1997 is het vervoer van Paktank teruggevallen tot enkele ketelwagens. Aan het eind van ’99 is er weer “volop” vervoer. Na de overname door Koole in datzelfde jaar blijft dat maar kort zo: het gaat o.a om palmpitolie naar Frankrijk en Hongarije. Begin 2000 ligt het vervoer stil om aan het eind van dat jaar weer op te veren tot enkele tientallen wagens per week. Het is de stilte voor de storm.
Midden 2005 vervoert Koole ongeveer drie maal per week enkele wagens oliën naar Zuid-Frankrijk via Railion en stuurt het ACTS op pad met enkele bloktreinen sojaolie naar Polen. Begin 2006 rijdt Connex (de voorloper van Veolia) zijn eerste trein met soja- en koolzaadolie van Koole naar Bitterfeld in Duitsland, retour komt bioethanol; het wordt een wekelijks blijvertje.
Het vervoer van bio-producten komt hierna in een stroomversnelling. In de herfst van 2006 verschijnt er een wekelijkse bloktrein met koolzaadolie naar Wenen. Railion komt dan nog dagelijks, (Zwitserland, Frankrijk, Hongarije) en ook ACTS (soja-olie naar Leipzig) R4C (soja-olie naar Wenen) en HGK (vanaf januari 2006 1 tot 2x per week koolzaadolie naar Ochsenfurt in Duitsland) weten de noordwestelijke Vondelingenplaat te vinden. In 2007 rijden er vooral bloktreinen, HGK (DE674) en Veolia (1509) maken hun opwachting, in de zomer rijdt o.a. HGK DE81; Railion heeft nog een beperkte taak: enkele kleine wagengroepen voor unit-cargotreinen en één bloktrein per week naar Wenen.
Elf Atochem/Atofina /Arkema/ Cerexagri
Dit bedrijf heeft twee aansluitingen op het Vondelingenemplacement. Uit 1997 weten we dat op het westelijke spoor dagelijks enkele wagens gelost of geladen worden, op het tweede dat via het terrein van Paktank loopt staat soms een enkele wagen. Atofina vervoert allelei chemische vloeistoffen zoals zwavelkoolstof en methylmercaptaan. In 2007 worden er regelmatig wagens beladen.
Albatros/Kemira
Albatros (sinds 1920) heeft in de jaren 60 een spoorpoort met daarachter twee sporen. Het door Kemira overgenomen kunstmestbedijf heeft in de jaren ’80 twee poorten en in de jaren ‘90 zelfs drie. De laatste aansluiting is pas enkele jaren daarvoor aangelegd ten behoeve van het vervoer van zwavel, maar het is slechts weinig gebruikt. Wel is er bijvoorbeeld in 1990 eenmaal per week een facultatieve zwaveltrein over Emmerich in de dienstregeling opgenomen. In ’93 wordt er nog een rangeerdeel met twee ketelwagens gespot. Het vervoer is in 1997 al sterk tanende: soms nog wat wagens kunstmestkorrels, een keer per week twee wagens talk en driemaal per week enkele wagens kiezelzuur. Het vervoer komt ergens in 2000 definitief tot een einde; in 2002 worden de sporen opgebroken. Een jaar later sluit het bedrijf zijn poorten.
Shell poort 1
Halverwege de havenlijn en het Vondelingenplaat-emplacement ligt tot ver in de jaren 2000 een omloopspoor. Van daaraf takt een lijn af via Shell poort 1 naar een raccordement dat aanvankelijk ongeveer 8 sporen telt. Sinds de Tweede Wereldoorlog worden hier de olietreinen uit Schoonebeek (opening spoorlijn Nieuw Amsterdam – Schoonebeek december 1946) en Den Haag Loolaan behandeld. Voor de stoomfanaten: Stoomkroniek 29 (febr 1985) geeft een boeiende beschrijving van de stoomtractie van de Schoonebeektrein in de periode 1946-1953. In ’49 staan er 14 echte en 6 facultatieve treinen in de dienstregeling, sommige lopen via Elst, andere via Haarlem of Utrecht. In ’50 is er nog stoomtractie tot Almelo, vanwaar een E-loc (aanvankelijk een 1000) de vracht overneemt. Het is jarenlang een druk bedrijf geweest, tot 20 treinen per week. Om een indruk te geven: begin ’82 rijden er 14 treinen per week. In die jaren worden deze zware treinen getrokken door de alleskunners van de serie 1300 (foto’s bekend van 1958 en 1982); de route loopt dan langs Maliebaan met kopmaken in Lunetten. In 1987 zijn het er nog tien, in 1990 nog 6 per week: vertrek Schoonebeek ma 8.24; ma-vr 19:53, in 1991 wordt de productie in Schoonebeek verlaagd en het aantal treinen teruggebracht. Van september tot december neemt de Bentheimer Eisenbahn een deel van het vervoer van Schoonebeek over, het gaat naar Lingen en Pernis heeft het nakijken. In april ’94 is nog niet al het vervoer van Pernis overgeheveld naar Lingen; er zijn nog drie facultatieve treinen per week ingelegd. In 1995 is dit vervoer definitief opgedroogd, waarna de aansluiting bij Shell wordt opgebroken. Begin 2008 gaat het gerucht dat Schoonbeek weer in productie genomen zal worden nu er nieuwe technieken beschikbaar zijn en de olieprijs exponentieel gestegen is. Treinen naar Pernis zal dit niet opleveren.
Shell poort 2
Iets zuidelijker steekt een lijn terug via spoorpoort 2 naar een raccordement van ooit ongeveer zes sporen: “Shell cokes” Vanaf midden jaren ’80 resteert nog een enkele lijn, die met een grote boog tussen een overdaad aan buizen en leidingen naar het midden van het complex loopt. In 97 komt hier eens per maand een wagen voor fluorwaterstof aan. Zeven jaar later gaat het nog om enkele wagens per jaar. Niet bepaald een intensief vervoer. De lijn is nog intact; nog steeds arriveert er ongeveer eenmaal per maand fluorwaterstof in een 2-assig ketelwagentje.
Shell poort 3
Weer iets zuidelijker bevindt zich poort 3, een aftakking naar “Shell smeerolie”, een viersporig raccordement. In 2004 ligt de aansluiting er nog steeds, ongebruikt. In 2008 ligt het wissel nog in de stamlijn en een lijnstuk dat de Vondelingenweg kruist. Maar daarna is het spoorloos. Achter het hek schijnt het nog aanwezig.
Shell poort 4
Deze lijn takt in 1961, als het nog BPM poort 4 (Bataafse Petroleum Maatschappij) heet, ten westen van de Petroleumweg af en loopt parallel aan de Eerste Petroleumhaven, naar de noordpunt van de Vondelingenplaat, waar hij aansluit op de sporen van poort 7 (zie hierna). Er liggen dan ongeveer op de plek waar nu het Shell-hoofdkantoor staat, verschillende opstelsporen. Zowel de aftakking als poort 4 zijn al in de loop van de jaren ’90 geruimd. De laadinstallatie aan dit raccordement wordt nu bediend vanaf poort 7.
1.2 De Petroleumweg
Deze bevindt zich direct west van het basisemplacement. De stamlijn loopt aan de oostzijde van de Petroleumweg en kruist deze vlak voor Shell poort 7.
Shell poort 7
Op een kaart uit ’61 zijn ook nog de aansluitingen poort 5 en 6 getekend. Nu bestaat alleen poort 7 nog maar. In 1961 is dit het terrein van Esso; kennelijk is het in de loop der jaren door de concurrent overgenomen. Binnen deze poort liggen vier opstelsporen met dwars er doorheen een wisselstraat waar de loc kan omlopen en er steekt een lijn terug richting de voormalige spoorpoort 4. In 97 bestaat de afvoer uit enkele ketelwagens per dag, vanaf 2004 zijn het er vijf per dag, vooral isopopanol. Railion plaatst en haalt de wagens bij de opstelsporen direct achter de poort. Het interne vervoer wordt verzorgd door een eigen loc.
Caltex/Nerefco
Aan de oostzijde van de Petroleumweg ligt het uitgebreide raccordement (6 sporen) van de olieproducent Nerefco (Netherlands Refining Company – een samenwerkingsverband van BP en Texaco). In de jaren zestig is bij Caltex de infrastructuur nog wat complexer. Tot 1996 worden bij Nerefco ketelwagens beladen met dieselolie, bestemd voor de tankplaten bij de verschillende NS-emplacementen in het land. Daarna treedt de roest in.
In het verleden takte binnen de poort ook nog een spoor af naar de noordelijke kade van de 2e Petroleumhaven; deze is opgebroken eind jaren negentig.
Nerefco is inmiddels verdwenen, er bevinden zich nu op het terrein een tankterminal (Argos) en een op gas gestookte energiecentrale.
1.3 Nabij het basisemplacement
Basisemplacement
Emplacement Pernis telt in 1961 negen sporen een aantal kopspoortjes. Daarin is nauwelijks verandering opgetreden: acht sporen en twee doorgaande lijnen en zeven kopspoortjes aan de westzijde. Het is tamelijk ruim bemeten voor het huidige vervoersaanbod. De omvang stamt duidelijk uit de behoeften in het verleden. De overtollige capaciteit wordt vooral gebruikt voor het tijdelijk stallen van goederentreinen, die elders even geen plekje kunnen krijgen.
Was het gebied in het verleden nog goed toegankelijk, begin 2002 is de Vondelingenweg vernieuwd, zijn drie overwegen vervangen door viaducten (aan beide zijden van de A4 en nabij de Petroleumweg); de laatste jaren is het hele emplacement van de buitenwereld afgegrendeld door hoge groene hekken. Veiliger hebben ze het wel gemaakt, leuker niet.
Shell Poort 11/12
In het begin van de jaren’60 takt direct van de westuitgang van het emplacement een tweetal lijnen af naar het zogenaamde Shell K-terrein, waar een raccordement ligt van ongeveer 10 sporen. In de jaren ’80 is het gehalveerd en in 2002 geheel opgebroken.
Shell poort 14
Aan de oostzijde van het emplacement bevindt zich spoorpoort 14, in de jaren ’60 nog een enkel lijntje, inmiddels uitgegroeid tot een zessporig emplacement aan de Tweede Petroleumhaven. In ’97 worden hier ketelwagens gevuld met remvloeistoffen en gassen. In 2004 gaat het om isopropanol en buteen in witte gaswagens met oranje band, enkele wagens per dag. RM222 maakt melding van een studie van Shell naar de opheffing van dit raccordement. Op 4 januari 2008 is het echter nog steeds in vol bedrijf. Maar de omvang van het vervoer is het laatste jaar duidelijk afgenomen…
Ooit moet er naast poort 14 ook nog een poort 15 gelegen hebben. Nu resteert een kopspoortje.
1.4 Butaanweg
De stamlijn langs de Butaanweg ligt samen met deze weg ingeklemd tussen de Tweede Petroleumhaven en de A4 die massa’s auto’s naar de Beneluxtunnel voert.
Mobil Oil / Exxon Mobil
De eerste aftakking is die van Mobil Oil. In de jaren ’60 heeft dit bedrijf een kort kopspoortje; deze aftakking loopt verder door naar alweer een Shell spoorpoort die aanvankelijk toegang geeft het bedrijf Matex, dat blijkbaar later geannexeerd is als het Shell O-terrein. In de jaren ’90 zijn er bij Mobil incidenteel wagens gesignaleerd. In 1999 is deze hele aansluiting, bij de verdubbeling van de A4, opgebroken.
Iets zuidelijker is er bij Exxon Mobil (Esso + Mobil Oil) begin 2000 een nieuw kopspoor aangelegd, dat maximaal een wagen op zes kan huisvesten. Het is nooit gebruikt. Tegenwoordig is het zelfs niet meer te bereiken, een poort ontbreekt, het hekwerk is over de rails doorgetrokken.
NWM
De Nederlandse Wegtanktransport Maatschappij vormt een kortstondige bevlieging aan de Butaanweg. NWM bouwt rond 1990 een reinigings- en ontgassingsinstallatie voor spoorketels en legt een ambitieus emplacement van 6 sporen aan. De verwachting is dat o.a. Shell hier enkele honderden wagens per week zal laten reinigen. Als het emplacement in 1991 gereed komt, wordt gesproken van ongeveer 12 wagens per dag en tweemaal daags een bediening vanaf het basisemplacement. Er wordt bovendien rekening gehouden met uitbreiding. In 1997 worden er echter niet meer dan enkele spoorwagons per dag behandeld. Zowel het emplacement als de aansluiting zijn inmiddels alweer passé.
NOM / Paktank / Vopak / Pernis Combi Terminal
Aan het einde van de Butaanweg ligt de tankopslagterminal NOM, later Paktank, Vopak Distripak, Vopak Logistics en nu Pernis Combi Terminal. Het bedrijf heeft twee spoorpoorten die een totaal van vier opstelsporen bedienen. In de jaren 90 heeft Paktank nog vervoer in ketelwagens. In ’97 ligt het vervoer bijna op zijn spreekwoordelijke gat: soms komen er enkele wagens, dan weer tijden niets. De concerns Van Ommeren en Paktank/Pakhoed fuseerden in 1998. Vanwege de vrees voor een te dominante positie in Rotterdam moet Vopak capaciteit afstoten. De opslagtanks worden gesloopt, om te voorkomen dat de concurrentie ermee aan de haal gaat. Wat resteert zijn de loodsen t.b.v. logistieke activiteiten, die onder de naam Vopak Distripak worden voortgezet. Het vervoer bij Vopak trekt weer aan vanaf 2002; ten behoeve van het interne vervoer wordt een Bemo-loc geleased. Aan het eind van dat jaar start de afvoer van plastickorrels in containers van Nijhof Wassink. In de zomer van 2003 is het vervoer toegenomen tot zo’n 100 containers per week; de Bemo-loc wordt vervangen door een zwaarder exemplaar. Later in het jaar komen er Danzas-containers bij met PVC-poeder en witte IBC-containers naar Duitsland en Denemarken. In 2004 komt Railion twee keer per dag langs. Alle containers worden opvallend genoeg per unit cargo vervoerd. Begin 2004 wordt een Milaanshuttle opgestart, die wagens van Vopak ophaalt en op het RSC samenvoegt tot een echte shuttle, maar deze opzet sneuvelt alweer in de zomer. Het voorjaar van 2006 brengt een nieuwe impuls. De infrastructuur wordt ingrijpend vernieuwd. Er worden nu containers geladen met o.a. bestemmingen in het voormalige Oostblok (Railion, 4x per week, o.a. containers van Versteijnen) en Lyon (1x per week). De shuttle naar Lyon is een kort leven beschoren. In juni 2007 herrijst deze echter als een feniks uit zijn as: het is de eerste actie in Nederland van de Franse vervoerder Fret, drie maal per week verschijnt er hiertoe een MaK2000BB-loc. De shuttle schijnt vooral beladen te zijn met containers van de buurman Vos Logistics. De Bemo is in het voorjaar vervangen door een nieuwe Zephir van Italiaanse makelij. De verwachting is dat het vervoersaanbod nog zal toenemen.
BPHM
In 1961 moet de lijn langs de Butaanweg nog verder hebben doorgelopen naar een bedrijf met de mysterieuze naam BPHM. We hebben er geen verdere informatie over gevonden.
Striendwaalseweg
Tenslotte ligt er nog een stamlijn onder de A4 door tot bijna aan de Waalhaven. De lijn loopt langs het hek van de drukke ECT containerterminal, parallel aan de Striendwaalseweg, een zijstraat van de Oude Pernisseweg naar het dorp, dat dit industriegebied zijn naam uitgeleend heeft.
Interforest
Op de eerder genoemde kaart van 1961 bestaat de stamlijn naar Interforest nog niet. Na aanleg ligt er tot bij de loodsen van Interforest enkel spoor. In ’95 is er dagelijks aanvoer van enkele schuifwandwagens. In 1997 worden cellulose en papier hier uit Zweedse schepen deels overgeheveld op spoorwagens. Soms brengt de trein ook rollen papier uit Zweden. Het vervoer is aanzienlijk, er kunnen acht tweeassers op het terrein en soms moet (dan nog) NS Cargo dit bedrijf tweemaal op een dag aan doen. In 2000 wordt het zelfs uitzonderlijk druk: papier uit Oostenrijk en cellulose en papier naar Duitsland. In de eerste helft van het jaar bezoekt Railion Interforest tweemaal per dag vanuit Pernis, in de tweede helft zelfs driemaal per dag en wel vanuit Waalhaven. Begin 2002 komt er een einde aan het geduwd aanleveren van de vele spoorwagons: er wordt een omloopspoor voor de poort aangelegd. Het gaat de laatste jaren dagelijks om een tiental schuifwandwagens, die weer vanaf Pernis worden aangevoerd.
2 De dienstregeling
Aan- en afvoer vindt in 1961 plaats via het groepshoofdstation Ijsselmonde dat vier onderstations bedient: Feijenoord, Handelsterrein, Waalhaven en Pernis. Verder loopt de havenlijn dan nog niet. Ijsselmonde beschikt over twee rangeerheuvels en bundels aankomst- en verdeelsporen. Treinen, komende van andere groepshoofdstations en bestemd voor het hele havengebied worden op Ijsselmonde uitgeheuveld en verdeeld over treinen naar de onderstations. Dit vindt plaats tussen 2:00 en 10:00 uur. Vóór 14:00 bereiken de treinen de diverse onderstations, zoals Pernis, waarna tot 22:00 de bedrijfsaansluitingen bediend worden. Tot 3:00 uur worden op de onderstations de retourtreinen samengesteld, die vervolgens vóór 6:00 naar Ijsselmonde vertrekken. Hier worden tenslotte tussen 14:00 en 2:00 de treinen naar de overige groepshoofdstations samengesteld om daarna hun nachtelijke tocht naar elders te aanvaarden.
Over internationale treinen hebben we slechts één bericht kunnen vinden. In 1960 rijdt er vijfmaal per week een trein met twee 2400-locs en twintig ketelwagens olie van Pernis via Tiel, Elst, Deventer en Oldenzaal naar Wintershall. De Betuweroute ante dato!
De aan- en afvoertreinen van Pernis hebben in de jaren ’80 nog een behoorlijke lengte; op een foto uit 1990 tellen we zeker 30 wagens.
Midden 2000 wordt Pernis een goederenstation met een “nulbediening” d.w.z. dat er bij de bedrijven nog eenmaal per dag een loc komt ten behoeve van aanvoer en afvoer van de wagens. Railion brengt dat jaar om 8:41 de aanvoertrein van Kijfhoek en haalt de afvoer op om 21.00. Vanaf 14.00 verzorgt een Botlekse ploeg het transport naar de diverse bedrijven. De wagens voor Interforest blijven in Waalhaven Zuid achter; vanaf 2003 komen ze mee naar Pernis. De aanvoertrein is in die jaren zo lang dat hij op twee sporen op het Pernisse basisemplacement geplaatst moet worden.
De laatste jaren is de bediening van Pernis grotendeels ongewijzigd. Over 2004 lezen we: ongeveer half tien arriveert de aanvoertrein uit Kijfhoek. Rond 10.00 uur pendelt een ploeg uit Botlek naar Pernis en verzorgt de bediening van Interforest en de Combi Terminal. Rond 14.30 komt de tweede ploeg voor de overige bedrijfsbedieningen. Tegen 21.00 uur vertrekt de afvoertrein naar Kijfhoek. Het gaat in dat jaar om 10 tot 20 wagens per dag, in de jaren ’90 is dat nog aanzienlijk minder. In 1997 schrijft Rail Magazine (RM150) zelfs over Pernis: “Hoever kan het vervoer nog dalen voor het woord opheffing valt?”. De feiten hebben de angst gelogenstraft. Interforest is gegroeid evenals Combi Terminal die sinds 2006 aanzienlijke aantallen o.a. containerwagens afscheidt. En dan is er nog het toegenomen bio-olievervoer van Koole in bloktreinen.
De aanvoertrein komt nu op Pernis aan om 9.33; afvoer staat gepland op 20:12 uur. De bediening van de twee oostelijke takken vindt plaats tussen 10:30 en 12:30, die van de overige takken vanaf 14:00 uur.
3 Geschiedenis
De ontwikkeling van de havenspoorlijnen in Rotterdam ziet er in kort bestek als volgt uit.
1891: verbinding van Rijnhaven naar Sluisjesdijk, waar dan de olie-opslagplaatsen zijn gelegen.
1908: de particuliere maatschappij HIJSM maakt een verbinding met de havens op de rechter maasoever (RMO zie thema 11)
1912: het eind van de Waalhaven, de Heijplaat, wordt bereikt (zie thema 8) vanaf de Sluisjesdijk
1926 aanleg Havenspoorweg, buiten de stad om
De haven blijft oprukken naar het westen. De Bataafse Petroleum Maatschappij (later Shell) is op zijn vorige locatie aan de Sluisjesdijk (sinds 1901) uit zijn jasje gegroeid en vestigt zich in 1927 op de in 1907 opgespoten Vondelingenplaat ten westen van het dorpje Pernis, dat tot op de dag van vandaag moedig heeft standgehouden te midden van de steeds maar expanderende petro-chemische industrieën
1935 verlenging spoor tot Pernis.
1952 Botlekbrug
1956 eerste aansluitingen in de Botlek.
1960 spoorverdubbeling havenlijn tot Botlek, nieuw emplacement Waalhaven Zuid
1964 Europoort
1977 Maasvlakte
Inmiddels is de hele havenspoorlijn verdubbeld en geëlektrificeerd, de sporen op de Maasvlakte zijn de laatste jaren uitgebreid, de Botlektunnel gegraven en de plannen voor een Tweede Maasvlakte wachten op uitvoering.
In Pernis blijven - zoals bijna een halve eeuw geleden al voorspeld - de spoorwegen inderdaad hun maatschappelijke rol vervullen.
(met dank aan Frank Schouten voor correcties en aanvullingen).