Geschiedenis railgoederenvervoer in de Botlek |
Tussen de Nieuwe Waterweg, de Oude Maas en het Hartelkanaal ligt de Botlek. Samen met het ingesloten dorp Rozenburg vormt dit gebied een eiland met aan de oostzijde de Botlektunnels (voor de A15 en het spoor) en de Botlekbrug (spoor + weg), aan de westzijde de Calandbrug en nog een kleine wegverbinding over de Rozenburgse Sluis.
Aan de noordzijde van de A15 bevindt zich een tweetal emplacementen met globaal drie spoortakken: langs de Oude Maasweg, de Welplaatweg en de Botlekweg/Gerbrandyweg, aan de westzijde loopt een lijn onder de A15 door naar de Theemsweg en de Merseyweg. (de laatste twee zijn al in thema 16 besproken).
De Botlek is met drie gemengde aan- en afvoertreinen per dag en een aantal bloktreinen per week een van de grotere spoorlocaties in het land. Er zijn maar liefst 32 aansluitingen waarvan er 20 actief zijn. Tenminste 15 industrielocs zorgen bij verschillende bedrijven voor het interne vervoer, Diverse vervoerders doen het gebied aan; voor de spotter is het kaasje, want er is steeds wel ergens een ploeg aan het werk, al moeten daarvoor gezien de uitgestrektheid van dit havengebied vaak wel vele kilometers afgelegd worden.
Hieronder bespreken we de spoorgeschiedenis van de diverse bedrijfsaansluitingen van west naar oost en aan het eind de voorgeschiedenis van sporen in de Botlek
Merseyweg
Seaport Terminals / Broekman Rotterdam Car Terminal (RCT)
Stukgoedterminal Seaport Terminals ging rond de eeuwwisseling failliet. De autoterminal werd overgenomen door de Rotterdam Car Terminal, die, zelf enkele jaren geleden onderdeel geworden van de Broekman Groep, een bij vlagen intensief vervoer van personenauto’s kent. Sinds januari 2002 rijdt er elke week een trein met Aziatische auto’s (Subaru, Suzuki en Kia) naar Safenwil in Zwitserland. Per uc komen er bovendien veel auto’s aan uit Slowakije, Hongarije en Duitsland en starten er auto’s een tocht naar de Alpenlanden.
2006: Twee Railion-bloktreinen per week met Aziatische auto’s naar Safenwil; een of twee bloktreinen Mazda’s naar Salzburg, daarnaast veel uc-aanbod, zoals aanvoer uit Hongarije, Slowakije en Duitsland.
2010: ACTS heeft de Safenwil-treinen overgenomen. De crisis van de 2009 heeft de Mazda-treinen en veel uc-aanbod de kop gekost. DBS komt er in 2011 weinig meer. Nieuw is een incidentele trein met Kia’s uit Slowakije, afgeleverd door CapTrain/RRF.
Seaport Terminals / Cobelfret
Cobelfret, dat gehuisvest is op de andere helft van het terrein van het ter ziele gegane stuwadoorsbedrijf Seaport Terminals, bevindt zich aan het eind van de Merseyweg, geheel verborgen achter de RCT. Er gaan papierproducten uit Scandinavië op de trein in 1996 naar Duitsland, Oostenrijk, België en Blerick (Mead)
Vanaf 2002 doet de Coevordenshuttle de terminal aan voor overslag van containers met kattenvoer. In juni 2004 verhuist ACTS deze bediening naar P&O in de Europoort. Daarna wordt het stil.
2006 brengt een nieuw elan: aanvoer van frisdrank (Red Bull) uit Zwitserland (dat het helaas slechts kort heeft volgehouden) en witgoed uit Duitsland in gesloten wagens alsmede UBC/IFF-containers naar DSM Geleen (zie thema: Zuid-Limburg) . Enig overlevende is het witgoedvervoer, goed voor gemiddeld 1 tot 2 wagens per dag.
Theemsweg
Bell Lines / Leparo / Gevelco Distriport B.V./Broekman Special Products
Tot in 1994 Bell Lines verhuist naar de Eemhaven in het Eem-/Waalhavengebied, scheidt het een containertrein per dag naar Milaan af, de Lombardia-express. De opvolger op dit terrein, oud papierhandel Leparo, zet veel papier op de trein naar Oostenrijk, in 1996 een slordige 25 wagens per maand, maar met de verhuizing komt hier in januari 2000 een einde aan. Het spoor wordt direct opgebroken.
In 2004 neemt Gevelco de locatie over en bouwt er een overdekte spoorterminal, een zogenaamde All Weather Terminal, ten behoeve van de staaloverslag. Langs de kade en door de loods liggen twee sporen, bij de ingang drie opstelsporen.
Sinds 2005 rijdt er een Moyse-loc nr. 1178 uit 1970. In 2010 wordt deze vervangen door een Zephir rail/wegvoertuig.
In het begin wordt cellulose vervoerd, maar al snel gaat het bijna alleen nog om staal en aluminium. Tot 20 wagens per dag is de opbrengst.
2007: 10 tot 20 wagens per dag met staal en/of papier.
2008: Zowel Railion (vooral naar Duitsland) als Veolia (in opdracht van SBB – vooral naar Italië) doet inmiddels de terminal aan. Afvoer is er van stalen coils, platen en vierkantbuizen, aluminium en zink. De afvoer van cellulose, hout en papier is beëindigd.
2010 Het bedrijf is inmiddels omgevormd tot Broekman Distriport. Nog steeds haalt DBS hier bijna dagelijks wagens met staalproducten, maar de laatste jaren op een lager niveau dan de beginjaren. Ook ACTS (aanvankelijk R4C/Veolia) is soms als feeder te gast voor de enige niet DBS-unit cargotrein die SBB in Nederland heeft opgezet, overigens zonder veel succes. Hij heeft het eind van 2010 niet gehaald.
Bertschi
En dan is er in 2006 plotseling het heuglijke bericht dat Bertschi naast Gevelco een overslagterminal voor tank- en bulkcontainers bouwt. In 2007 rijdt de eerste trein. RRF verzorgt vanaf het prille begin het rangeerwerk en de afvoer naar het basisemplacement waar R4C en na overname CapTrain de wagens samen met andere rangeerdelen samenvoegt tot de Busto Arsizio/Gallarate trein..
ICI
De productie van chemicaliën start bij ICI in 1962. In 1968 verschijnen er twee spooraansluitingen: eentje langs de Theemsweg onder de silo’s, en eentje waar nu Broekman DP zit, waarop tot 1978 een O&K25961 uit 1960 het rangeerwerk verricht. In 1999 wordt ICI overgenomen door Huntsman, waarna het al marginale vervoer vervalt.
Quest
In RM181 wordt melding gemaakt van de aanleg eind 2000 van een nieuw spoor naar ICI waar al snel een ketelwagen gesignaleerd zou zijn. In een later nummer wordt dit bericht gerectificeerd: het is een spoor naar de parfumfabricant Quest, onderdeel van het ICI-concern.
Vier keer per jaar arriveert er een ketelwagen met de grondstof acreoline uit Keulen. Latere bronnen melden juist dat de ketel er geladen wordt; feit is dat hij steeds ongeveer 6 weken blijft staan. In de zomer van 2009 sluit de fabriek, waarna deze wordt gesloopt. Winstgevend zal de aansluiting, die er nog wel ligt, niet geweest zijn.
v/h Handico
Tegenover de Bertschi-terminal ligt lag containerbedrijf Handico. Sinds Handico hier in de jaren negentig verdwenen is, is de spooraansluiting in onbruik gebraakt en schijnt er zich een containerverhuurbedrijf gevestigd te hebben. Bijzonder is dat dit bedrijf tot op heden nooit vermeld is in de vele artikelen die de vakbladen over de Botlek gevuld hebben. Of en welk vervoer er ooit geweest is, is derhalve niet te achterhalen. Begin jaren negentig zijn er wel eens rongenwagens met containers gezien.
Alcoa Chemie / Almatis.
Alcoa zet enkele schuifwandwagens op transport naar Zweden in 2003. In 2006 wordt er nog zeer incidenteel een schuifwandwagen gespot. Ook dit vervoer is stilgevallen , naar schatting in 2008.
Deka / Steinweg
Tot 1994 zit op deze locatie het stukgoed- en containeroverslagbedrijf Deka dat veel spoorvervoer kent. Steinweg, dat na de verhuizing van Deka naar het Eem-/Walhavengebied de terminal overneemt, zet in de beginjaren nog metalen op de trein (minder dan een schuifwandwagen per dag), in 2003 gaat het om een enkele tankcontainer, in 2004 om “enkele keren per maand een handvol wagens”, maar het houdt snel daarna op.
Climax Molybdenum
Climax heeft minstens tien jaar geen vervoer gekend, als een plotselinge opleving zich in 1997 voordoet. Er worden zakken kali aangevoerd uit Rusland en er gaan per maand 4 – 6 wagens met ‘molybdenum” naar Oostenrijk. De opleving is van korte duur. Daarna is er al weer bijna 15 jaar geen trein meer gezien.
ENCI
De ENCI, voorheen Cementfabriek Rozenburg heeft tot 2001 een spooraansluiting gehad. Over vervoer is niets bekend, het moet van vóór 1980 zijn geweest.
Oxirane / Arco / Lyondell Chemical Nederland / LyondellBasell
De opening van Oxirane vindt plaats in 1971, in 1982 wordt het Arco en in 1998 Lyondell Chemical Nederland , in 2007 LyondellBasell. Een spooraansluiting is er vanaf het begin met een driesporig raccordement met wisselverbindingen. Sinds 2006 rangeert hier O&K26618 uit 1966.
Arco biedt in 1996 per dag vijf à tien wagens propyleenoxide (voor o.a. antivries en oplosmiddelen) en loodvervangende toevoegers voor benzine aan. In 2001 worden 2000 ketelwagens verzonden.
Propyleenoxide gaat in zwarte ketelwagens naar Gent, Frankrijk, Duitsland en Delden. Isobutylethyleen in witte gasketelwagens naar Zwitserland, Duitsland en Frankrijk. En dan wordt er beperkt glycol afgevoerd. Omdat het steeds om kleine aantallen per klant gaat worden alle wagens aan het Railion-uc-netwerk aangeboden. De O&K-loc brengt de wagens een voor een naar het laadpunt, per wagen kost dat ongeveer een uur.
Lyondell verstuurt in 2003 ketelwagens naar Servo in Delden, isobutyleen naar Zwitserland , Duitsland en Frankrijk en soms glycol en glycolethers.
2006: enkele ketelwagens per dag.
2010: 5 ketelwagens voor DBS en tot driemaal per week enkele ketelwagens per week voor ACTS, ten behoeve van de al eerder genoemde nieuwe uc-trein van SBB.
2011: tussen de 5 en 10 ketelwagens per dag
Prof Gerbrandyweg
Kramer Terminal / Steinweg Botlekterminal
Tot 1996 belaadt Kramer aan de kade containers, daarna neemt Steinweg het terrein over. Sinds juni 1996 worden er dagelijks wagens met aluminium en koper afgevoerd. Soms rijdt een hele bloktrein, een enkele keer wordt er een militaire trein gelost.
De metalen gaan in gesloten en op rongenwagens de deur uit. De rongenwagens komen vaak leeg van Almelo waar ze walsdraad hebben afgeleverd. (zie thema Twente). Vijf tot tien wagens per dag levert Steinweg op in 2004, en dat is nog steeds zo.
Begin 2010 komt TXL een enkele keer op bezoek om een bloktrein met staalplakken het hele eind langs de Botlekweg mee te zeulen.
Gebr Broere / Paktank / Vopak Tank Terminal Rotterdam (TTR)
Gebr. Broere opent in 1968 aan de Torontoweg, een zijstraat van de Gerbrandyweg, de Tanker Terminal Rotterdam; deze wordt overgenomen door Paktank in 1989 en heet sinds 1999 Vopak TTR. Het raccordement bestaat uit vier sporen, wisselverbindingen en kopsporen.
Het bedrijf bezit twee eigen locs: O&K 26619 (bwj 1967) sinds 1984 en Bemo 105 (bwj 1987) sinds 1996.
Er worden per spoor vooral producten afgevoerd die per schip zijn aangevoerd of per trein (bijv. van DSM), in 2001 gaat het om 2086 ketelwagens. In 2002 rolt er wekelijks een bloktrein tetrahydrofuran uit Stade (Duitsland) binnen.
TTR levert in 2003 ongeveer tien ketelwagens per dag af: tetrahydrofuran naar Du Pont in Dordrecht en acrylnitril en aniline naar DSM in Geleen. Railion wordt tussen 2000 en 2003 voor wat betreft de wagens naar DSM tijdelijk afgelost door ShortLines, die in die jaren de ketelwagentrein Botlek – Geleen overneemt.
Het aantal behandelde wagens stijgt in 2004 tot 3001.
2006: een tiental wagens per dag en dat is 2011 nog precies zo. Soms zijn er uitschieters naar 20 wagens per dag !
Frans Swarttouw / EBS Botlek Terminal
Tot begin jaren negentig werden hier zeer incidenteel nog kolentreinen behandeld. De kolen werden via een lopende band, hoog over de openbare weg, naar het laadpunt bij de sporen langs de Quebecstraat geleid. Een tiental jaar geleden gaf EBS de locatie op, waarna zich hier enkele schrootbedrijven vestigden, echter zonder spoorvervoer.
Losplaats
Naast TTR liggen nog twee sporen. Bij één ervan eindigde de hierboven beschreven lopende band van EBS Botlek Terminl; Nij de ander lag een losplaats waar in de jaren ’90 van de vorige eeuw o.a. afvalcontainers uit Amersfoort en later uit Crailoo gelost werden voor de Afval Verwerking Rijnmond.
Een curieus bericht vinden we in RM112: het vervoer van gft-afval in ACTS-containers uit Botlek naar Putten (en verder per vrachtwagen naar Lelystad) is begin 1994 beëindigd. Waar en hoe vaak het spul geladen wordt, wordt niet vermeld.
Tot 1996 worden hier ook ACTS-containers met vervuilde grond uit Luxemburg en in 1996 uit Hamburg aangevoerd om te worden verwerkt door Ecotechniek Botlek
In 1997 wordt de afvaltrein uit Haanrade in de Botlek gelost.
In 2000 is de losplaats getransformeerd tot een parkeerplaats; al het vervoer is dan al de nek om gedraaid.
Cyanamid / Cytec / Kemira
Dagelijks trekt in 2003 Railion enkele wagens acrylnitril en acrylamide van het voor onbevoegden ontoegankelijke terrein richting Geleen en Krefeld. Tussen 2000 en 2003 neemt ShortLines de scepter tijdelijk over.
2006: enkele wagens per dag.
2011: drie à vier wagens per dag.
TDF Tiofine / Kemira / Tronox
Vanaf de Kemira-sporen takt een spoor af naar Tronox en gaat daar een loods in.
Of het ooit spoorvervoer gekend heeft is de vraag..
Botlekweg
Ketjen Carbon Botlek / Cabot
De fabriek van Ketjen (aandeelhouders Ketjen en Cabot) start in 1960 de productie van carbon black (roet) voor autobanden (deze bestaan voor zo’n 40% uit carbon black)., het heeft vanaf het begin een spooraansluiting, die dan overigens het eindpunt van de Havenlijn vormt. In 1969 en 1978 wordt het raccordement vergroot. Wanneer Akzo (de opvolger van Ketjen) in 1981 zijn aandeel verkoopt, wordt de fabriek hernoemd tot Cabot.
Gaat het in 1996 om een wagen per week, in 2003 worden bij Cabot regelmatig wagens met roet beladen ten behoeve van de Franse autobandenfabricanten, tot augustus, want dan is het over. Toch wordt in 2006 weer melding gemaakt van enkele wagens per week. In 2011 staan er nog steeds van deze wagens op het terrein, de afvoerfrequentie ligt op hooguit een enkele wagen per week.
Frans Swarttouw / EBS Sint Laurenshaven
In 1961 opent Frans Swarttouw op deze locatie een overslagbedrijf. Het fuseert in 1993 met GEM en Interstevedoring tot European Bulk Services (EBS). Voor rangeerwerk wordt in 2005 een UCA-rail/wegvoertuig aangeschaft.
Jaren ligt deze verbinding er praktisch ongebruikt bij totdat begin 2003 er ineens bollenwagens beladen worden met alumina voor Tsjechië en bulkwagens voor Frankrijk. De bollenwagens zijn in 2010 voor het laatst gesignaleerd. Eenmalig is het aanbod van granieten blokken. Sinds midden 2003 rijdt er tweemaal per week een bloktrein alumiumoxide naar Ziar nad Hronom in Slowakije en worden er silowagens per uc-netwerk richting Tsjechië verstuurd. Tussendoor zijn nog interessante meldingen; 2006 sojatreinen, 2007 erts- en soms kolentreinen. Anno 2011 rijdt de bloktrein aluminiumoxide nog steeds tweemaal per week, al zijn de oude bulkwagens inmiddels vervangen door blikkerend zilveren exemplaren.
Via de 2e, wat meer zuidelijk gelegen, spooraansluiting van deze terminal verzendt EBS tot 1996 onregelmatig kolentreinen naar Frankrijk Ook met hoog water in januari 1995 werden kolen/cokestreinen verzonden). In 2003 gaat het om een beperkt aantal cokestreinen naar Duitsland. Naar later blijkt is dit de laatste actie geweest. Het spoor is sinds een aantal jaren niet meer bruikbaar doordat uitbreiding van het kolenopslagterrein heeft plaats gevonden over het spoor heen.
DSM Special Products
Ook al een sterfhuisconstructie. In 1996 worden er dagelijks vijf tot tien ketelwagens naar Geleen verzonden en een naar TTR, om de hoek, zeg maar.
Dagelijks verstuurt DSM Botlek via het Railion-netwerk enkele ketelwagens fenol en koolwaterstoffen naar DSM-Geleen; van 1 juni 2000 tot 2003 neemt ShortLines, als eerste private vervoerder in de haven het stokje over. Als in 2005 de productie van fenol wordt beëindigd, valt het vervoer terug tot zo’n drie wagens koolwaterstoffen per dag. Het vervoer komt begin 2006 tot stilstand.
GEM / EBS Botlek Terminal / Maas Silo
Voor het bedrijf zijn poorten sloot had Maas Silo al vele namen gekend. Graan Elevator Maatschappij (1966), na de fusie met Frans Swarttow wordt het EBS Botlek Terminal en vanaf 1999 Maas Silo. Op het terrein bevinden zich enorme graansilo’s, gebouwd in 1966
Voor het lossen staan, nadat in 1985 een Köf is afgedankt tot 2005 twee Siks (NS260 , later Strukton en NS349) ter beschikking. Vanaf 2005 tot de sluiting verzorgt de van Versteijnen in Tilburg (zie thema Tilburg) afkomstige Moise Moyse 1434 uit 1978 het werk.
Begin jaren ’90 is het spoorvervoer verwaarloosbaar, maar in het midden van de negentiger jaren explodeert het graanvervoer plotseling. In het voorjaar van ’95 rijden er bijvoorbeeld 4 graantreinen per dag vanuit Duitsland . In de zomer van 1996 komen er 60 extra graantreinen eveneens uit Duitsland, “interventiegraan”, opgekocht door de EU om de prijs op niveau te houden. In de zomer van ’98 bereiken 2 graantreinen per dag de silo’s van EBS Botlek Terminal. Maar soms ligt het vervoer ook maanden tot een jaar stil.
Het jaar 2000, het jaar na de overname van deze EBS-terminal door Maas Silo, geeft een enorme vervoerstoename te zien tot in totaal 300.000 ton. Maas Silo is tot dan toe gevestigd aan de ondiepe Maashaven op de Kop van Zuid. Er worden diverse soorten interventiegraan aangevoerd, vaak drie treinen per dag uit (vooral Oost-) Duitsland. De rangeerdienst van Railion zet de wagens voor de losput, de eigen locjes trekken hen er doorheen
Begin 2001 arriveren er vijf treinen per twee dagen uit Oost-Duitsland.
Glencore slaat in 2003 bij vlagen grote hoeveelheden (enkele bloktreinen per dag) graan uit de EU-overschotten via Maas Silo over op zeeschepen naar het Midden-Oosten en Afrika. Soms is er afvoer per trein van rijst naar Frankrijk.
In 2005 neemt de graanstroom opnieuw toe: uit Frankrijk, Duitsland en Tsjechië, 500.000 ton. Rail4Chem blijkt haar diensten goedkoper aan te kunnen bieden dan Railion en wordt spekkoper. In het voorjaar ontvangt Maas Silo zelfs vier treinen per dag, in het najaar twee; voor de transit tussen emplacement en Maas Silo wordt RRF ingehuurd, die de klus klaart met pruttelende bakkies (v/h NS serie 600).
Hoewel de tonnages enorm zijn blijft het er amateuristisch aan toegaan, er kunnen maar halve treinen geplaatst worden, het spoor is krakkemikkig. Omdat bovendien veel geloste wagens naar Eurpoort gaan om daar beladen te worden met sojapellets, verzint EBS een list. In februari 2007 opent het in Europoort een nieuwe losinstallatie bij z’n silocomplex (zie thema Europoort), waarna het gehele graanvervoer, dat inmiddels het monopolie is van Rail4Chem, naar de Europoort, Maas Silo eenzaam achterlatend. Heel af en toe komt R4C nog langs als de capaciteit bij EBS in Europoort tekort schiet.
Tot ieders verbazing wordt er in 2009 gemeld dat er weer drie maïstreinen per week uit Hongarije Maas Silo aandoen. Ook Railion laat zich weer af en toe zien met graantreinen. Maar in het najaar is het dan toch echt gedaan. Sloopbedrijven beginnen aan de afbraak van de stoere betonnen silo’s; het zal vele maanden kosten. Dan al weten we dat zich hier de Botlek Tank Terminal zal gaan vestigen. In 2011 verrijzen er steeds meer opslagtanks op het terrein, maar we blijven in het ongewisse of de spooraansluiting hersteld zal worden. Volgens het bedrijf zelf wordt eind 2013 een spooraansluiting gerealiseerd ………….
Aros / Panocean / Paktank / Vopak Chemiehaven
Antwerpen Rotterdam Oil Storage (1965) verandert in Panocean (1971), in Paktank Chemiehaven (1993), in Vopak Chemiehaven (1999), een bedrijf voor overslag van chemicaliën. De derde industrieloc die het bedrijf bezit, een rode O&K26292 met cilinders op het dak uit 1964, doet dienst vanaf 1999. Deze nog steeds aanwezig.
In 2001 worden er op het relatief kleine driesporige raccordement nog 536 ketelwagens beladen/gelost met o.a. monomeer. In 2003 gaat het om de afvoer van nog enkele ketelwagens per week, in 2004 om 299 wagens.
2006: nog enkele ketelwagens per dag.
De aansluiting uit 1962 ontvangt de laatste jaren nog maar enkele keren per jaar ketelwagens.
Akzo Nobel & Shin Etsu
Zoutchemie Botlek start in 1961 de productie. De naam verandert via Akzo Zoutchemie tot Akzo Nobel (1994). Het bedrijf heeft vijf industrielocs versleten in de loop der jaren. Voor incidentele gevallen staat momenteel loc O&K26545 uit 1966 sinds 2006 op reserve.
Akzo heeft een druk spoorvervoer gekend. Tot 10 april 1993 komt er zesmaal per week een bloktrein zout uit Hengelo. Vier maal per week rijdt er in de nacht een korte chloortrein uit Hengelo en Delfzijl. In 1996 rijdt deze nog twee keer uit Delfzijl. De politiek besluit echter het chloorvervoer te verbieden. In 2005 vervalt Delfzijl en komen er wekelijks nog twee treinen uit Hengelo. Een jaar later is het over en uit.
Tot 1994 en opnieuw vanaf 1996 vertrekt er wekelijks een bloktrein vinylchoride naar Buna Werke in Schkopau.
In 1997 wordt hoopvol een begin gemaakt met de afvoer van metaalalkylen in mini-tankcontainers.
In 2003 loopt dit transport nog steeds, naar Frankrijk, Oost-Duitsland en Zwitserland evenals dat van vinylchloride en propeen in witte gaswagens. Na het verbod op het chloorvervoer is het in 2006 echter over met het structurele vervoer bij Akzo. Bij onderhoud aan de chloorfabriek worden er incidenteel nog chloorwagens geplaatst, in het voorjaar van 2011 is dat het geval.
Emplacement
Het emplacement telt aanvankelijk in de jaren ‘50 drie sporen; in ’64 liggen er zeven en zijn er plannen voor 15. Het zijn er negen geworden aan de oostzijde zonder bovenleiding en zes geëlektrificeerde opstelsporen aan de westzijde.
Hulpemplacement
Het hulpemplacement (Esso buiten) telt 7 sporen. Hier worden wagens gestald die even niet meer nodig zijn. Tijdens de depressie rond 2009 stond het vol, nu, in 2011 staan er op de zeven sporen zelden meer dan een handvol.
Esso raffinaderij
De raffinaderij van Esso opent in 1960 zijn poorten in de Botlek (daarvóór zat Esso aan de Petroleumweg). Het raccordement (Esso Binnen), dat enkele malen wordt uitgebreid tot in totaal zes sporen, is aangesloten op het hulpemplacement. Hier is tot 1987 de Henschel 30016 (bouwjaar 1959) actief. Omdat eind jaren ’80 het vervoersaanbod geslonken is, is de machine niet meer nodig en verhuist hij naar een zusterbedrijf in Antwerpen.
Esso ontvangt jarenlang de beroemde olietrein uit Schoonebeek, die Nederland tot een echt OPEC-land maakt. In 1994 zijn de Drentse putten bijna leeg, dan rijdt de Bentheimer Eisenbahn ( zie thema 26) nog enige tijd een wekelijks trein Schoonebeek – Osterwald.
In 1996 is er alleen nog afvoer van LPG-gas, een bloktrein per week naar Antwerpen en een naar Oostenrijk. De gasverlading is sinds 2002 buiten gebruik.
Welplaatweg
BPHM / BP / Nerefco / Paktank / Biopetrol
In 1960 start in de uiterste noordoosthoek van de Welplaatweg de Benzine en Petroleum Handel Maatschappij een distributiecentrum. De naam verandert via British Petrol (1982) en Nerefco (1989) in Paktank (1997). In 1999 wordt het terrein door Vopak (VTB) overgenomen en Vopak Noord genoemd; het houdt als zelfstandig bedrijf op te bestaan. Het bedrijf is vanaf de start in het bezit geweest van een Deutz57179 uit 1961.
Biopetrol nam enkele jaren geleden het terrein over van Vopak. Biopetrol is een nieuw bedrijf en het produceert, u raadt het al, biodiesel. Begin 2009 rijdt de eerste trein. Daarna worden er geen treinen meer gespot. Maar omdat biodiesel de toekomst heeft zullen we misschien even moeten wachten. En inderdaad in 2010 en 2011 verschijnen er incidenteel bloktreinen van Captrain en heel zelden DB Schenker. Imposant is het aanbod nog niet.
Vopak Terminal Botlek (VTB)
Gesticht als Nieuwe Matex in 1959, wordt de tankterminal aan de Welplaatweg hernoemd tot Van Ommeren en na de fusie met Paktank tot Vopak Terminal Botlek.
Vanaf 1961 is deze aangesloten op het spoorwegnet. Er zijn twee eigen locs beschikbaar: O&K26794 sinds 1974 en de Bemo 111 (uit 1991) sinds 1998.
De terminal bestaat vandaag de dag uit drie delen: het RCC (direct aan zuidzijde van de Welplaatweg) (zie hieronder), het oorspronkelijke Vopak-raccordement (ten zuiden van het RCC) en het voormalige raccordement van BPHM, later Nerefco (tot 1997) aan de noordzijde.
In 1999 zijn 1735 wagens gepasseerd bij VTB, in 2001 zijn dat er 2075, in 2004 635.
Het gaat om herbiciden uit Zwitserland en om o.a. azijnzuuranhydride en styreen naar Frankrijk, Duitsland en Zwitserland.
Ongeveer vijf wagens per dag is in 2011 de laatste jaren de opbrengst van dit bedrijf dat vooral bekend is van de enorme hoeveelheid opslagtanks. Voor het overgrote deel betreft dit ethanol naar Zwitserland en Frankrijk. De overige vervoersstromen zijn nagenoeg opgedroogd.
Vopak Terminal RCC
Bij Vopak wordt in samenwerking met Railion in 1995 een Rail Chemie Center geopend (eigendom van Railion, personeel wordt door Vopak gesteld), met als doel een groter marktaandeel in het bloktreinvervoer van chemische stoffen te krijgen. De capaciteit is maximaal 22 wagens die in 8 uur geladen of in 12 uur gelost kunnen worden. Het zal echter een moeizame strijd worden om klanten te werven.
Pas in ’99 komt er structureel vervoer: 1 trein benzeenconcentraat uit Trecate (Italië) per week; deze houdt stand tot 2002.
Vanaf ongeveer 2000 rijdt er incidenteel een methanoltrein naar Duitsland. Begin 2004 krijgt deze een wekelijkse frequentie.
Door de jaren heen blijkt het spoorvervoer erg wisselvallig en tijdelijk van karakter.
In 1999 behandelt het RCC 2005 wagens, in 2001 675, in 2004 887.
2006: tweemaal per week een bloktrein methanol naar Burghausen in Duitsland.en eenmaal per week aanvoer van een bloktrein ethanol.
2009: er komt een bloktrein methanol naar Weissig bij.
2010/2011: twee DBS-bloktreinen per week met methanol naar Wackerwerk in Burghausen en regelmatig bloktreinen naar GroBkorbetha. Af en toe zijn andere vervoerders te gast, zoals Rurtalbahn (RTB) met ethanoltreinen, maar dergelijke treinen hebben slechts een tijdelijk karakter.
Zonder de afkorting te veranderen is in de tussenliggende jaren het RCC voor 100% in bezit gekomen van Vopak waarbij de naam gewijzigd is in Rail Cargo Center
Borax / Rio Tinto
Borax produceert een stofje met dezelfde naam voor o.a. de wasmiddelenindustrie. In de jaren ’90 is het vervoer nog intensief, naar Zwitserland, België en Tsjechië. In het begin van de 21ste eeuw gaat het om enkele wagens per week naar Frankrijk. In december 2003 is het vervoer opgedroogd. Een half jaar later wordt het even vrolijk weer opgepakt. In elk geval is het in 2006 alweer passé. Het bedrijf firmeert inmiddels onder de naam Rio Tinto.
Carbon Black Nederland
Carbon belaadt jarenlang dagelijks enkele blauwe bulkwagens met roet voor bandenproducenten in Luxemburg en Frankrijk. Het is de tweede producent van carbon black in de Botlek. Rond 1996 is er een toename van het vervoer, in 2006 is het gestopt. In 2010 is de fabriek gesloten door de nieuwe eigenaar Evonik.
Hoogewerff De Rijke Terminals/ Morcon / Rubis
Hoogewerff verliest in 1994 zijn containervervoer; daarna transporteert het nog enige tijd aluminium totdat het terrein wordt overgenomen door het containeroverslagbedrijf Morcon, dat geen spoorvervoer heeft gekend. Ook Morcon is snel verdwenen waarna de kade er jarenlang verlaten en verwaarloosd bij ligt. De spooraansluiting is in 2004 verwijderd.
De Botlek is echter populair havengebied. En dus duurt het niet vreselijk lang tot er op de lege kade bouwactiviteiten starten. Er verschijnen vele opslagtanks, een laadspoor en een vernieuwde aansluiting. Rubis opent eind 2009 zijn poorten en dat levert al direct een intensivering van het spoorverkeer in de Botlek op. Twee keer per week levert DBS er een bloktrein nylonzout af , afkomstig uit Bantzenheim (Frankrijk). Een UCA-railwegvoertuig zorgt voor het langs de lospunten trekken van de trein. Het nylonzout wordt via de tanks per binnenschip vervoerd naar Invista in de Botlek dat het gebruikt als grondstof voor de productie van nylonkorrels. Deze worden in de bekende oranje UBC bulkcontainers weer deels per spoor afgevoerd via het RSC Waalhaven. Dat het Rubis voor de wind gaat moge blijken uit het feit dat aan het eind van 2010 al een tweede spoor aangelegd wordt; er worden nu ook ketelwagens met hexamethyleendiamine geladen met bestemming Hamm.
Nederlandsche Benzol Mij (NBM) / Tank Installatie Chemiehaven (TIC) / Brenntag
In 1996 worden er bij NBM/TIC nog incidenteel verschillende producten afgevoerd; tot 2003 verzendt het bedrijf nog zo nu en dan een wagen tolueen naar Frankrijk. Het vervoer komt vóór 2006 geheel tot stilstand. In 2010 zijn de terminal als ook de spooraansluiting geheel gesloopt. Het is wachten op een nieuwe klant met railvervoer.
Esso smeerolie
Een tweede aansluiting naar de raffinaderij van Esso loopt sinds 1963 vanaf de Welplaatweg naar een tweesporig raccordement “Esso Smeerolie”. Van 1954 tot 1998 is Esso in het bezit van een Deutz- industrieloc 55779 uit 1954. Vlak na de eeuwwisseling is de spooraansluiting verwijderd.
Oude Maasweg
Alu Suisse / Aluchemie
Alu Suisse wordt in 1964 geopend; vanaf het begin is er een spooraansluiting.
In 1996 is sprake van een maal per twee weken een bloktrein aluminiumplakken naar Zwitserland. Het laatste wapenfeit is dat er tot de zomer van 2001 wekelijks een bloktrein met aluminiumblokken naar Singen vertrekt. Daarna verhuist deze trein naar Uniport in Waalhaven-West; tegenwoordig rijdt hij een- of tweemaal per week vanaf Rhenus in Waalhaven-Oost.
Dit luidt ook meteen het einde in van het spoorvervoer bij Aluchemie.
Van 1966 tot 2004 is Aluchemie in het bezit van een eigen loc, O&K26618, bouwjaar 1966.
Losplaats
De enige plek in de Botlek waar nog een openbare losplaats ligt is in de verre oosthoek aan de Oude Maasweg, met uitzicht op de Botlekbrug.
In 2001 is sprake van een tijdelijke opleving van de aanvoer van buizen
Tot 1999 worden er af en toe schuifwandwagens voor Storeship aangevoerd (dat in dat jaar een eigen aansluiting in de Europoort krijgt). Een bijzondere uitschieter als gevolg van de waterstand op de rivieren is de aanvoer door ACTS van enkele splittreinen uit Slowakije eind 2009.
Vanaf 2003 is de losplaats vooral in gebruik voor door Conrail en andere bedrijven ter plaatse verrichte kleine reparaties aan goederenwagens.
De laatste jaren wordt er een ratjetoe aan defect goederenmaterieel gestald en/of gerepareerd.
Paktank / Odfjell
Op deze locatie start in 1960 Pakhuismeesteren, later Paktank. In 2000 wordt het bedrijf overgenomen door het Noorse Odfjell. De spooraansluiting dateert van 1960
Odfjell heeft de beschikking (gehad) over verschillende industrielocs, enkele zijn onlangs aan museumbedrijven geschonken.
Loc 1 (=R9906) MaK400015 uit 1958; in dienst 1988- 2009 (geschonken aan de STAR in Stadskanaal)
Loc 2’(=R9905) MaK220028 uit 1956; in dienst 2003 – 2009 (naar Graf-Mec als D12 (zie thema Bentheimer Eisenbahn)
Loc 3 O&K26558 uit 1966; in dienst 1994 – (onzeker, maar in elk geval in 2010 nog aanwezig)
Loc 4 O&K26803 uit 1977; in dienst 1991 – (onzeker, maar in elk geval in 2010 nog aanwezig).
De jongste aanwinst (2008) is Loc 2 (een nieuwe loc 2 dus), een Mak, 220099 oorspronkelijk in het bezit van Volker Rail.
Als mogelijke vervanger van loc 2 staat de Shunter 502 op reserve.
Odfljell kent veel spoorvervoer op de uitgebreide infrastructuur: een twee- en een driesprorig laadspoor en vier opstelsporen.
Sinds jaar en dag ontvangt Odfjell (en diens voorgangers) bijna dagelijks een lading aardgascondensaat uit Roodeschool. In de zomer van ’94 wordt plotseling besloten de trein naar DSM Geleen te dirigeren. Niet bekend is wanneer de trein weer teruggekeerd is naar zijn oorsprong, Odfjell. Jarenlang wisselde de bestemming DSM dan wel Odfjell, maar sinds een jaar of 5 is de bestemming puur Odfjell geworden.
In 2000 verschijnt ShortLines tijdelijk ten tonele voor de afvoer van ketelwagens naar DSM Geleen.
Er worden in 2001 met twee bedieningen per dag ongeveer 3500 spoorwagens aan- en afgevoerd,.
De stand in 2003 is als volgt:
- Afvoer van een tiental ketelwagens per dag met chemicaliën naar Duitsland, Zwitserland, België en Italië;
- Aanvoer van aardgascondensaat uit Roodeschool;
- Acrylnitril en fenol naar Geleen.
2006: het vervoersaanbod is gering, naast de dagelijkse 10 wagens uit Roodeschool
Doordat de oude ketelwagens vervangen zijn door grotere exemplaren, rijden er vanaf 2010 dagelijks 7 Wascosa-wagens op en neer naar Roodeschool. Daarnaast arriveert er elke ochtend nog tussen de 5 en 10 andere ketelwagens aan bij Odfjell, met name voor styreen, methanol en azijnzuuranhydride.
Odfjell Rail Chemie Center (RCC) / Rail Cargo Center
Het RCC is een samenwerkingsverband (want evenals het RCC bij Vopak eigendom van Railion; het personeel wordt gesteld door Odfjell) van Railion en Paktank uit 1995. De moderne laadinstallatie boven de twee sporen versnelt het laadproces aanzienlijk, voor de belading van een bloktrein van 22 wagens kan in vier uur.. De ketelwagens worden onder het laadpunt door geduwd door een tweetal Niteq tractierobots.
De verwachtingen zijn echter zoals zo vaak hoger dan de praktijk. De eerste jaren is geen vervoer. In 2003 worden er ongeveer 3500 wagens beladen.
1997: 4x per week een bloktrein gasolie naar Zwitserland, in 2000 teruggebracht tot 2x per week.Deze trein wordt 2003 overgenomen door ShortLines die hem vanaf Europoint in Amsterdam Westhaven gaat rijden. In de herfst van 2003 zal Railion ten gevolge van de lage rivierwaterstanden diverse extra gasolietreinen rijden vanuit het RCC.
2003: incidenteel rode DEC-ketelwagens met methyl-tertbuthylether (mtbe) naar Zwitserland.
HGK start eind 2004 zijn Nederlandse carrière als zelfstandige vervoerder met het - overigens slechts een zeer korte periode - rijden van ketelwagentreinen van RCC naar Duitsland.
2006: aanvoer een bloktrein ethanol per week; afvoer incidenteel treinen methanol en mtbe.
2010 Zonder de afkorting te veranderen is in de tussenliggende jaren het RCC voor 100% in bezit gekomen van Odfjell waarbij de naam gewijzigd is in Rail Cargo Center; er worden diverse bloktreinen aan- en afgevoerd door drie vervoerders: DBS (methanol, mtbe), Rurtalbahn (styreen) en CapTrain (ethanol).
Dow Chemical / LBC
In 1956 vestigt zich op deze locatie de Nederlandse Dow Mij., later Dow Chemical, dat in 1999 wordt overgenomen door het Franse LBC. De spooraansluiting dateert van 1960. Het bedrijf kent niet een enorm vervoer, maar wel een indrukwekkende infrastructuur. Een omloopspoor voor de poort, drie laad- en lossporen en drie opstelsporen.
Vanaf 1993 wordt het interne spoorvervoer verzorgd door de dan nieuwe MaK220119. Vervoerd wordt vooral chloroform en verder verwerkt het bedrijf kleine hoeveelheden diverse chemicaliën.
In 2000 is er aanvoer van zo’n 20 wagens per maand en afvoer van zo’n 50.
In 2003 stuurt LBC chloroform naar Dordrecht en andere chemische stoffen naar Duitsland en Italië. Soms worden er voor de deur schuifwandwagens beladen. Ketelwagens van LBC komen in heel Europa, schuifwandwagens bereiken zelfs Kirchizië en Afghanistan.
2006: nog steeds enkele ketelwagens per dag onder andere naar DuPont in Dordrecht. Begin van het jaar is er een tijdelijke opleving in de vorm van diverse bloktreinen nafta naar Duitsland.
2011: nog steeds enkele ketelwagens per dag, met name epichlooorhydrine en trichloorethyleen
Voorgeschiedenis
Zodra in 1955 de Botlekbrug geopend is, kan de ontwikkeling van de Botlek van start gaan. In 1961 is het emplacement Botlek driesporig met daarnaast een zevensporig hulpemplacement, waar zich ook de aansluiting voor Esso bevindt. De tak naar de Oude Maasweg is dan al aangelegd en verbindt Pakhuismeesteren (nu Odfjell) en Dow (nu LBC) met het spoornetwerk. De Welplaatweg kent drie aansluitingen Continental (nu Carbon black), Nieuwe Matex (nu Vopak) en BHPM, later Nerefco (nu Biopetrol). De derde tak loopt tot aan de enige aansluiting aan de Botlekweg: Ketjen Carbon Botlek (nu Cabot). Pas in 1964 zal wat we nu de Havenlijn noemen verlengd worden tot Europoort.
De Botlek wordt in de beginjaren bediend vanuit het onderstation Pernis, al worden op het emplacement wel bonte treinen uitgesorteerd. Geheuveld worden alle treinen in IJsselmonde. De enkelsporige lijn IJsselmonde – Botlek kent in die jaren nog geen beveiligingstelsel. Communicatie gaat telefonisch tussen de verschillende stations en posten.
De jaren erna komen er steeds meer nieuwe aansluitingen in het Botlekgebied. Het is niet duidelijk wanneer de lijn naar de Theemsweg is aangelegd; in elk geval vóór 1968, omdat toen ICI een aansluiting kreeg. In 1987 komt er een omloopspoor, waardoor het emplacement Theemsweg ontstaat
Het vervoer naar de Botlek neemt snel toe, in 1996 rijden er 87 treinen per week, per dag komen er gemiddeld 5 uc-treinen uit Kijfhoek en een uit Geleen. Op het 9-sporige emplacement worden de treinen uitgesorteerd voor de verschillende takken in de Botlek, Pernis en Europoort. In drie ploegendienst zijn er permanent drie ploegen actief met een 2200-loc. Naast het uc-werk rijden er enkele bloktreinen: chloor uit Delfzijl, aluminium naar Zwitserland, bij vlagen graantreinen uit Duitsland en soms een blokketeltrein vanaf de RCC’s.
De hegemonie van Railion wordt in 2000 met een klap doorbroken als ShortLines de ketelwagentrein naar DSM Geleen overneemt; SL vervoert wagens van TTR, Cytec, DSM en Odfjell. Het is bet begin van een steeds verdergaande liberalisering. HGK, ACTS, Rail4Chem (met RRF) steken hun neus in voorheen Railionzaken.
Het uc-verkeer neemt langzaam af, het aantal klanten eveneens, maar het vervoer neemt toe in het begin van het nieuwe millennium. In 2006 bestaat het UC-vervoer uit vijf aanvoertreinen en vier vertrekkers. Overdag zijn er drie en ’s nachts twee rangeerploegen actief die ook Pernis en Europoort en Maasvlakte voor hun rekening nemen.
RM237 geeft een mooi overzicht van de taken:
Ploeg nacht 1: Europoort (Caldic), Botlekweg
Ploeg nacht 2: rangeerwerk op het emplacement, Theems-/Merseyweg
Ploeg vroeg 1: emplacement, Oude Maasweg, Merseyweg (Car Terminal)
Ploeg vroeg 2: twee keer naar Pernis (PCT, Interforest)
Ploeg vroeg 3: Europoort
Ploeg laat 1: Pernis + naar Kijfhoek
Ploeg laat 2: Maasvlakte (Lyondell, dfds), Botlekweg
Ploeg laat 3: Botlek algemeen, Oude Maasweg, Mersey-/Theemsweg.
Het uc-verkeer in 2010 bestaat uit vier aanvoer- en zes afvoertreinen. Na de dip in 2009 heeft de Botlek zich enigszins hersteld. De uc-trein die SBB in samenwerking met ACTS getracht heeft op te zetten overleeft de crisis niet. De kleine bedieningen zijn als vanouds weer geheel voor DBS; bij de bloktreinen wordt de concurrentie van andere vervoerders waaronder vooral CapTrain en RTB wel snel groter.
In 2011 tellen we naast de bloktreinen nog drie aan- en drie afvoer-uc-treinen van DB Schenker.
Met dank aan Frank Schouten voor correcties en vele aanvullingen.