Bergen op Zoom geeft zich niet snel gewonnen
verslag van enkele bezoekjes
Brabantse eenpitters, was de werktitel. Na Acht, Tilburg en Oss, is Bergen op Zoom aan de beurt, feitelijk geen eenpitter: er zijn twee spooraansluitingen actief. Op 22 december 2008 richt ik het vizier op Bergen op Zoom, nog onwetend van wat me daar te wachten staat. Er zullen nog twee andere dagen nodig zijn om het beeld compleet te krijgen.
Het voorspel
Eigenlijk arriveer ik te laat, maar toch val ik met mijn neus in de boter. DE83 van HGK had al lang in Bergen op Zoom willen zijn, of liever nog, op weg naar Venlo waar hij een andere trein moet ophalen. Maar hij staat opgesloten. Een Belgische vrachtwagen heeft zijn oplegger gestald op het spoortje dat het sigarettenconcern Philip Morris verbindt met het hoofdspoor en er zijn problemen, de vrachtauto wil niet meer onder de oplegger. Het wordt een intercultureel onderonsje: Belgen, Duitsers, Oostblokkers - het is hier immers vergeven van de aan- en afrijdende vrachtauto’s - en de machinist van HGK: ze hebben allemaal de beste adviezen om het obstakel weg te krijgen. Ik heb nog maar één foto gemaakt of ik word al aangesproken door de bewakingsdienst. Een foto van de loc mag dan wel, maar niet van het bedrijf. Was ik ook niet van plan. Het is een fantastische chaos, daar aan het eind van de Wattstraat maar uiteindelijk slaagt DE83 erin het gekrioel achter zich te laten. Het heeft bijna drie kwartier vertraging opgeleverd. Aan de Kragge denk ik dan nog niet.
De teleurstelling
Op maandag 22 juni 2009 trek ik een hele dag uit om twee treinen te zien: de sigarettentrein van Philip Morris en de afvaltrein van de Kragge. Daarmee kan ik het thema Bergen op Zoom completeren. Helaas wordt het de dag van de gemiste kansen.
Geen sigaretten
Als ik om tien over negen voor de poort van Philip Morris parkeer, raast een Locontrein met een anonieme grijze e-loc en een twintigtal gesloten wagens met papierpulp uit de Sloehaven voorbij, nog voordat ik mijn foto-/video-apparatuur ter hand heb kunnen nemen. Geen nood, over een uur vertrekt de sigarettentrein pas. Maar er is geen beweging bij Philip Morris. Een lange trein staat achter de poort te wachten op het middelste van de drie sporen, en dat blijft zo de rest van die ochtend. Er worden vandaag geen sigaretten geëxporteerd naar Italië. Je zou denken dat er in een economische crisis juist meer gerookt wordt, maar de werkelijkheid lijkt anders.
Ondertussen passeert elk half uur een enkele of dubbele dubbeldekker IRM van (bijvoorbeeld 9473 + 9548) of naar (bijvoorbeeld 8627) Vlissingen. Meer reizigersvervoer is er niet. De Zeelandroute kent vooral veel rust.
Om 9:42 verschijnt onverwacht een losse loc (6463) van DB Schenker Nederland (nog wel met Railion-stickers) die zich richting Roosendaal begeeft. Het is 10.29 als hij richting Vlissingen terugkeert met een konvooi lege vooral twee-assige containerdraagwagens.
Bergen op Zoom station
Als er om 11 uur nog steeds geen locomotief verschenen is bij Philip Morris maak ik een uitstapje naar het station van Bergen op Zoom. Het onopvallende stationnetje heeft een overdekt eilandperron met twee sporen en aan weerszijden een goederenspoor. Een grote lege vlakte markeert het voormalige emplacement. Op het stationsplein ligt nog een honderd meter rails; een zichtbaar overblijfsel van het ooit zo druk bereden Wittouk-raccordement (zie artikel historie). De oude stamlijnen door de stad zijn al sinds mensenheugenis verwijderd.
Een dame spreekt me aan, ze heeft dezelfde videocamera als ik en maakt er driftig gebruik van om folkloristische dansen voor het nageslacht te bewaren; ook een hobby.
De nieuwe stamlijn om de zuidkant van de stad uit 1987 heeft het maar een jaar of tien volgehouden. Hoewel het aansluitwissel inclusief beveiliging en seinen zich nog in het hoofdspoor bevinden, is de rail opgedoekt tot aan de voormalige suikerfabriek De Zeeland op de hoek van de Markiezaatweg, tot ongeveer tot het punt waar de nieuwe stamlijn op de oude aansloot. De Zeeland straalt nog steeds de grandeur uit die de toenmalige Coöperatie voor ogen had, maar die haar al na 8 jaar de das om deed. De twee rechthoekige fabriekspanden staan – weliswaar met tussenpozen – al sinds 1929 leeg en grote hekken moeten ongewenst bezoek op afstand houden. Op gemeentepolitiekniveau wordt de huisvesting van een groot entertainmentbedrijf overwogen. Het is in elk geval te waarderen dat sloop geen optie lijkt te zijn.
Na de Markiezaatweg volgt het spoor over de gedempte Zeelandhaven heen de Van Konijnenburgweg. Hier ligt op een ruime strook langs de eveneens brede weg een prachtig aangelegd en goed onderhouden stamlijn, die eindigt met een omloopspoor. Deze zou zomaar in gebruik genomen kunnen worden, ware het niet dat het geen verbinding meer heeft met het landelijke net (bij mijn volgende bezoek in juli is er bovendien al een stuk van deze stamlijn verwijderd). Bij de voormalige Zeelandhaven takt een lijn naar rechts af om via de Van Gorkumweg en de Lelyweg aan de andere zijde van de Theodorushaven uiteindelijk voor de poort van General Electric Plastics (nu Sabic) in een hoop puin te eindigen. Sabic heeft het spoor al verwijderd. Er steekt nog een lijntje terug naar de Theodorushaven; het loopt stemmig door een bossage en langs enkele bedrijfsgebouwen om ook al in het niet te eindigen. Het havenspoor is verwijderd, een nieuw wegdek wordt aangelegd.
Geen wagons
Dan nog even op zoek naar de restanten van Janssen Wagonbouw. De afgebrande restanten van het gebouw liggen vergeten midden in de stad en zijn, hoewel dichtbegroeid, nog te ontwaren vanaf het viaduct in de Antwerpsestraatweg. Een somber gezicht, die bouwval waar ooit ontelbare spoorwagens gebouwd en gereviseerd worden. Het gemoed wordt onverwacht opgelucht door de doorkomst van een SNCF-fret-papiertrein met lege wagens, op weg naar Verbrugge in de Sloehaven, voorafgegaan door de groene G2000BB-loc1616. Maar meer is er toch echt niet te zien, en ik moet wachten tot een uur of zeven voor bij De Kragge die andere Roosendaalse goederentrein arriveert.
Intermezzo: Dordrecht
Ik dood de tijd met een bezoek aan Dordrecht, waar sinds mijn vorige bezoek in maart 2008 (zie thema 13) de frequentie van de bediening van de Zeehaven van vijf naar drie per week is teruggebracht. Nog steeds komt de aanvoertrein stipt om 13.27 aan op het emplacement. Zonder omlopen – en dus geduwd – daalt het korte treintje (een dichte en een ketelwagen) af naar het havengebied. De rit over het straatspoor in de ‘s-Gavendeelsedijk blijft enerverend. De ketelwagen blijft op het doorgaande spoor achter als loc 6457 de gesloten wagen de Kilkade op rijdt hem bij de voddenhandel Gebotex plaatst tegen al aanwezige, maar kennelijk nog niet geloste Gbs. Het gebouw van Noury & Van de Lande is recentelijk gesloopt, het spoor ligt er wel nog, en ook de met graffity besmeurde panden naast Gebotex worden juist op dit moment met de grond gelijk gemaakt. De Kilkade wordt geheel gerenoveerd, het wegdek vernieuwd, de overweg van knipperlichten voorzien. Laten we hopen dat er zich weer een bedrijf vestigt dat het spoor als vervoermiddel kiest.
Met de ketelwagen gaat het dan naar Standic, de Kreekweg voorbij, waar nu nog steeds (dus al minstens 15 maanden) twee blauwe Roemeense rongenwagens op hun beurt wachten. Natuurlijk staat er op de Wieldrechtseweg weer een vrachtauto op het spoor. En, het kan niet missen op een zonnige dag als deze, er zijn twee andere treinspotters present. Bij Standic wordt de ketelwagen afgeleverd en er worden er twee opgepikt. (basisöl). Het rangeerwerk is (met een telelens) mooi te volgen aan de achterzijde van het bedrijf (een fraai uitzicht over het water van het Malle Gat vanaf de Donker Duyvisweg). De terugweg gaat getrokken, dus loc voor. Net als de vorige keer lukt het me weer een parallel video opname te maken van de rit terug, wat overigens de medeweggebruikers vanwege de lage snelheid van de trein en dus mijn auto niet echt tot vreugde stemt. Omdat er bij Gebotex geen afvoerwagens zijn kan de ploeg zijn tocht in één ruk voortzetten tot het station waar de loc zal moeten omlopen alvorens naar Kijfhoek te vertrekken. De bediening van de Zeehaven kost de DB Schenkerbemanning net iets meer dan een uur. Vanaf Kijfhoek zal het alles bij elkaar twee uur zijn, 4 manuren voor vier wagens. Erg winstgevend zal het niet zijn.
Intermezzo:Roosendaal
Als de trein uit het zicht verdwenen is heb ik nog ruim de tijd voor er bij De Kragge iets gebeurt. Dan ben ik er nog vast van overtuigd dat ik die trein in elk geval zal vastleggen.
Ik herinner me een bezoek aan Roosendaal Philips, het emplacementje even ten oosten van Roosendaal waar enkele jaren geleden nog Jan de Rijk dagelijks dichte wagens (meest met sigaretten) verstuurde. (ik zal hier een van de volgende thema’s aan wijden). Het vervoer ligt alweer wat jaren stil. Is er daar nog iets te zien?
Het spoor blijkt in elk geval nog niet met hekken omzoomd: naast het hoofdspoor ligt nog het tweesporige emplacement in volslagen verlatenheid en de infrastructuur van De Rijk is zo op het eerste gezicht nog intact, de poort is gesloten. Het getrokken materieel in de reizigersdienst Roosendaal – Zwolle trekt hier geduldig zijn baantjes: een 1700-loc met zes rijtuigen en een stuurstandrijtuig. Ook is er nog aanwezig de intrigerende ontspoortong: de toegang tot het emplacement is voorzien van een wissel, die standaard in de afwijkende stand staat en daarmee trein die het emplacement ongenood wil verlaten van de rail afleidt. De aftakking naar Philips en naar de loods van het voormalige bedrijf van Henk Hentzen is nog niet zo lang geleden (het tracé is nl.nog niet begroeid) geruimd. Over dit spoor zijn duizenden bollenwagens soda aangevoerd; hier zijn miljoenen TL-buizen hun reis naar alle plaatsen in de wereld gestart. In een overweg ligt nog drie meter spoor, het gebouw van Hentzen ziet er vervallen uit maar is nog in gebruik en het terrein van Philips is kennelijk verontreinigd; er draait bodemzuiveringsapparatuur.
De Opeltrein achter loc RN 266 453-0 (“European Logistics Train powered bij Railion”) komt om even voor vieren langs richting Roosendaal; hij telt maar liefst 42 wagens, waarvan 9 grootvolume schuifwandwagens. De bladen melden dat de nachttrein vervallen is door de crisis, de dagtrein ondervindt daar in elk geval qua lengte een positief effect van. Twee minuten later word ik verrast door een infratrein van Strukton met 36 Klmos’en, platte wagens waarvan precies 2/3 beladen is met zand. Net echt handig, in open wagens, want de trein hult zich in een ware zandstorm; er moeten tonnen zand onderweg verloren gaan op deze wijze.
Nog is het geen tijd voor De Kragge. Ik kan Roosendaal nog wel even “doen”. Roosendaal heeft ook al geen unit cargo-vervoer meer. Er rijden alleen nog wat bloktreinen, maar dan moet je geluk hebben. Dat heb ik vandaag niet. Bij de houtbank, die drie maal per week een lange trein met houtafval naar Beeskow verstuurt staan veel open bakken, deels binnen de poort, deels erbuiten, en een deel is al beladen en afgedekt met een netje tegen het afvallen van de lading. Bij Heijmans staat een lange trein met lage platte wagens met schone ballast. En de imposante loods van de voormalige werkplaats staat nog immer, de ingegooide ruiten ten spijt, te pronken in het zonlicht.
Geen afval
Maar dan komt het er toch van: op naar De Kragge. De vuilverlading ligt midden in een bos, tussen een hoge berg, de oude vuilstortplaats, en de spoorlijn maar de toegangspoort is dicht. Geen nood, ik probeer aan de achterzijde van de spoorlijn te komen, maar ook hier, bos, geen wegen en met hoge hekken afgegrendelde particuliere terreinen. De Kragge is onzichtbaar voor de buitenwereld. En om nu langs de lijn tussen de hier overal om het spoor geplaatste Prorailhekken door te lopen, gaat me iets te ver. Dan maar wachten bij een aan de westzijde gelegen overweg. Ik ben er zeker 20 minuten voor aankomst van de trein en wacht meer dan een uur. Alleen de IRM van Roosendaal naar Vlissingen en v.v. doorbreekt tweemaal per uur elke kant op de stilte. Het bos is prachtig, de vogels fluiten, de lucht is helder en de volle zon daalt al wat en levert daardoor een warm licht, maar een afvaltrein, nee. Hij rijdt kennelijk niet, dan nog maar even naar de overweg aan de oostzijde waar de trein langs zou moeten komen, volgens de dienstregeling over tien minuten (19.00 uur). Bij het naderen van de overweg zie ik dat de bomen gesloten zijn en dat de laatste afvalcontainers in de verte verdwijnen!! De trein is simpelweg te vroeg aangekomen en een kwartier voor tijd vertrokken. Nog ben ik niet uit het veld geslagen. Op de terugweg kom ik toch langs de Moerdijk. Even een uitstapje naar het industrieterrein, waar ik me opstel vlak naast de prachtig door de avondzon verlichte brug over de Rode Vaart. Maar het industrieterrein is volstrekt verlaten zo rond 8 uur en een naast de weg geparkeerde auto valt op. Ik word door een beveiligingsdienst gesommeerd te vertrekken. Drie minuten later zie ik vanuit de auto in de verte de afvaltrein over de brug de Moerdijk binnenrijden…..
De twee treinen waarvoor ik vandaag Bergen op Zoom bezocht, staan nog steeds niet op de foto. Ik moet een nieuwe truc verzinnen.
De beloning
Maandag 13 juli zal de dag van de beloning worden. Nu komen beide treinen wel fraai op de foto en daarenboven heeft DB Schenker vandaag nog een verrassing in petto.
opmaat 1: waalhaven
De sigarettentrein komt volgens de dienstregeling om 15:05 uit Venlo in Bergen op Zoom aan, hetgeen mij de ruimte biedt om een ochtend in het Rotterdamse havengebied rond te dwalen.
Op het Waalhavenemplacement staan grote hoeveelheden tractievoertuigen doelloos hun tijd te verdoen. Luister, ik ga niet om de twee alinea’s opperen dat de crisis hard toeslaat, maar vier lege sporen onder de kranen van het RSC, spreken boekdelen; geen woord erover verder. Op een oostelijk kopspoortje staat een gezellig ogend, van veel glas voorzien Shunter-locje Annemiek (601), dat blijkens een kaartje achter de ruit in dienst is van ERS. Wat zijn taak is, is me duister. Aan de westzijde staat een rij 6400’en en 363 727-9, werkeloos. Bij Shunter heeft RN 6451 de gele ERS-loc 189-206 afgeleverd; ook de zwarte 189-099 bevindt zich in de Shunter-hal. Op het emplacement staan van ACTS de nog onbestickerde gloednieuwe zwarte MRCE 653-10 en de al wat oudere groene MRCE 653-4.
De stamlijnen en de bedrijfsaansluitingen in het Waalhavengebied vormen een oase van rust. Pas rond drieën zal hier de eerste ploeg aan het werk tijgen, maar dan ben ik er al lang niet meer.
toch railvervoer bij RDM
Sinds mijn vorige bezoek enkele jaren geleden is er niets veranderd, hoewel: ik doe toch nog een bijzondere ontdekking. Achteraan op de Heijplaat, waar nog steeds verroest spoor richting het oude RDM-dok loopt is zowaar iets nieuws te zien. De toegangspoort die me tot nu toe belette het terrein te betreden is weggehaald, het gebied is blijkbaar opengesteld. De oude sporen liggen er (grotendeels) nog en ze banen zich een weg door de bestrating naar de verschillende nog aanwezige loodsen. Met de oude gebouwen er omheen biedt het geheel een bijzonder pittoreske aanblik, een stukje openluchtmuseum.
Toevallig is er ook een gemeentemedewerker aan het fotograferen. Het doel van de gemeente is het RDM-gebied in authentieke staat te herstellen, met behoud en zelfs herleggen van de oude rails. Kijk, dat is nog eens een interessante stadsrenovatie! Nog meer wonderen blijken de wereld nog niet uit te zijn: er is nog spoorvervoer hier: in de hal van Maatschappij De Maas staan enkele lorries op de oorspronkelijke rails, die kennelijk voor intern vervoer nog gebruikt worden.
opmaat 2: Botlek
Dan de Botlek, tja alleen bij Vopak Tank Terminal aan de Welplaatweg is er enige bedrijvigheid.: er wordt een ketelwagenstrein beladen. Bij het Rail Cargo Center van Odfjell aan de Oude Maasweg staat niet één ketelwagens. Het nieuwe bedrijf dat zicg op de plaats van Morcon aan de Welplaatweg gevestigd heet mist nog steeds een meter of vijf spoor om aangesloten te zijn op het landelijke net.
Zoals elke dag pruttelt rond het middaguur RRF5 – vandaag met een vijftal wagens met tankcontainers - naar Bertschi aan de Theemsweg. Hij zal een uur later weer een trek mee terug zeulen, maar ook dat maak ik niet meer mee.
wel sigaretten
Zorgen dat ik op tijd in Bergen op Zoom ben is nu het adagio, de sigarettentrein kan immers op zijn schema vóór lopen, als hij al rijdt. Om 14.00 sta ik langs de rails; om 15.20, dus een kwartier te laat, sukkelt DE83 van HGK op de hoofdlijn voor Philip Morris naar het stationsemplacement, waar de loc kop zal maken. Tweeëndertig tweeassige schuifwandwagens brengt hij mee uit Zuid-Europa: Hbbills’en van de Franse spoorwegen. Ze zien er niet uit, grote amorfe vlakken lichtblauwe verf moeten bij de meeste wagens eerdere opschriften camoufleren.
Na het passeren van de intercity naar Vlissingen keert de trein terug en rijdt non-stop de afslag in van de sigarettenfabrikant. Vanaf de overweg heb ik redelijk zicht op het binnenlopen op het rechterspoor van het emplacementje binnen het zwaar bewaakte terrein. Let maar op, waarschuwt een toevallige passant me, ze hebben hier al vaak boetes uitgedeeld. Zijn waarschuwing indachtig waag ik me niet dichter bij de poort, die direct na de laatste wagon hermetisch afgesloten wordt. Het is 15:40 uur. De trein staat op video en foto en details van de poort heb ik al van december, toen er nog een provisorische poort stond. De DE83 zal hier nog wel even werk hebben, 2x 8 wagens uit de loodsen halen en hetzelfde aantal terugplaatsen. Aan het eind van de dag staat op het middenspoor voor de poort alweer een beladen trein van 16 wagens gereed. Volgens de dienstregeling zal deze pas woensdagochtend weer zijn tocht naar de rokers in het zuiden aanvaarden.
De helft van mijn missie is volbracht. De andere helft kan niet meer mislukken.
wel restanten
Eerst nog wat omzwervingen in het oude industriegebied van Bergen op Zoom. Het fantastische gebouw van De Zeeland heb ik de vorige keer al tot tevredenheid geportretteerd.
Mijn liefde voor industriële archeologie kan ik hier goed botvieren. Sinds de eerste aanleg van de spoorwegen (zie artikel historie Bergen op Zoom) is er door steeds verdere terugdringing van de Oosterschelde veel veranderd. Het industriegebied is steeds verder in westelijke richting geëxpandeerd. In de Geertrudapolder heeft zich inmiddels aan de Calandweg een grote populatie kermisstandhouders gevestigd in semi-permanente woningen. De Nedalco heeft stand gehouden en ligt nog steeds aan het spoor, hoewel zonder aansluiting. Allerlei havens , waaronder de Zeelandhaven, zijn gedempt, de oude Wittouksingel, die dood liep tegen de Oosterschelde is inmiddels vervangen door de Van Konijnenburgweg die ver doorloopt in het op het water veroverde industrieterrein Noordland. De Havendijk, vroeger de grens met de zee, markeert nu aan de ene kant een smal moerassig gebied (vroeger de havengeul) met daarachter het al genoemde industrieterrein met kantoorgebouwen in modern design en aan de andere kant het morsige fabrieksterrein van de voormalige metaalfabriek Holland, waar nog enkele vervallen fabriekshallen worden afgewisseld met enorme stukken puin van recentelijk neergehaalde opstallen. Een kale vlakte met een dijk op het droge. In de dijk bevindt zich nog een interessante coupure met een enorm zware deels vergane eiken roldeur, een zeewering immers, uit de tijd dat de Oosterschelde nog echte getijden kende. Opmerkelijkerwijs loopt er door deze coupure nog een smalspoorlijntje zonder kop of staart. Waarheen voerde dit lijntje? Waarvoor is het gebruikt? Wie het weet, kan me mailen.
wel een legertrein
Kwam de vorige afvaltrein niet te vroeg uit de Sloehaven? Welnu, dat zal me nu niet overkomen. Op een prachtige plek even ten zuiden van Bergen op Zoom, plaatselijk bekend als de Duintjes, een stiltegebied (ofschoon de overwegbellen zich daar weinig van aantrekken), sla ik om 17.00 uur mijn kampement op, vastbesloten te blijven tot ACTS met de afvaltrein uit Sloe (zie thema 17, oktober 2008 over de Sloehaven) voorbijkomt. Er is op mij gerekend, er staat een bankje. De lijn buigt hier op een dijk langs de Oosterschelde in westelijke richting naar Zeeland af; het uitzicht is groots. De trein moet om 18:15 passeren, en zoals gezegd, DB Schenker zorgt voor een verrassing en maakt zodoende het wachten aangenaam. Loc RN 6461 passeert om 17:05 met een legertrein, 20 vlakke wagens met vooral jeeps en trucs en voor het personeel achteraan de vaste Duitse personenwagen. Het kan niet anders dan dat het materieel in de haven van Vissingen scheep gaat. Om het halfuur kruisen op de overweg hier twee intercity’s Vlissingen – Amsterdam elkaar met een bijna pijnlijke precisie.
Op het programma staat dan nog om 17.45 de trein Kijfhoek – Sloehaven, hij rijdt wel, maar bestaat slechts uit twee losse locs 6437 en 6494. En vervolgens vermaken we ons met het ritme van de intercity’s.
wel afval
18.15 uur, de officiële doorkomsttijd, passeert in stilte, het wordt 19.05 voor ACTS in de verte opdoemt met 8 wagens waarvan één leeg en 21 bijna zwarte containers afval. Een half uur later ben ik bij De Kragge om daar (net iets eerder dan de vorige keer) de trein met de aangehaakte Kragge-wagens opnieuw te fotograferen. Tijd om de videocamera op te stellen ontbreekt toch weer. De Sloewagens hangen achteraan, de Kraggewagens zijn ervoor geplaatst. En omdat ik toch langs de Moerdijk kom herhaalt dat procédé zich ook daar nog, al heb ik, wijs geworden door de vorige keer, nu een plekje buiten het industrieterrein opgezocht. Door de laagstaande zon levert dat nog fraaie videobeelden op. Vijf wagens met drie maal zoveel rode en groene afvalcontainers zijn er bij gekomen. Om 20.30 (+45) rijdt de trein via de brug over de Rode Vaart het beveiligde bedrijventerrein op. Ik heb toch mijn opnamen.
Drie dagen om twee treinen te portretteren. Het is uiteindelijk wel gelukt.