Bezoek aan Twente
Verzamelen, dat is een oubollige hobby, je verzamelt flippo’s, munten of sigarenbandjes, het heeft het imago van saaiheid. Nee, ons soort mensen noemt zich spotter, trainspotter, dat klinkt pas. Maar het kenmerk is dat je de verzameling volledig wilt hebben. En dat geldt dus ook voor de twee onbeduidende treintjes die Hengelo nog kent: Akzo en Elementis (Delden). En omdat ze ook nog eens op verschillende dagen rijden, mag ik twee maal de reis naar Twente maken. Ik kies voor donderdag omdat ik dan in elk geval ook de grindtrein in Almelo kan meenemen. Helemaal volgens plan zal het echter niet lopen.
I Donderdag 26 februari 2009
Hengelo
Dinsdag en donderdag is het de dag van Akzo in Hengelo. Akzo ligt ten zuiden van het Twentekanaal en heeft een aansluiting op de oude GOLS-lijn naar Haaksbergen. Het is 9:20 uur en ik denk alle tijd te hebben omdat de trein om 10:43 vanaf station Hengelo richting Akzo zal vertrekken. Van hieruit loopt er een spoor parallel aan de lijn naar Enschede; de aansluiting van de stamlijn naar Akzo steekt vanaf dit spoor terug. De trein wordt daarom geduwd de parallelbaan op gereden en gaat vervolgens vooruit de aftakking op, eerst door een bosje, langs een sportcentrum en vervolgens door een woonwijk in de berm van een weg. Enkele bruggen kruist hij, waarvan een over de sluis, waarna hij aan het eind van wat nog resteert van het GOLS-imperium (zie het artikel Twente historisch) een omloopspoor aantreft. Van hieruit gaat het weer achteruit het terrein van Akzo op. Zo gaat het als er wagens meekomen.
Vandaag zijn er geen aanvoerwagens en met meer geluk dan wijsheid tref ik loc 7108, nog in de frisse groene ACTS-kleuren (veel mooier dan de Portfeeders-kleuren die deze ACTS-locs uiteindelijk krijgen) zonder aanvoerwagens op het emplacement van Hengelo aan, anderhalf uur eerder dan verwacht. Hij is vermoedelijk zo vroeg omdat hij de slag naar Bentheim niet heeft hoeven maken. Ofschoon hij minder dan voetstaps rijdt is hij het tweede deel van de tocht niet goed te volgen omdat er geen parallelweg ligt. Als ik Akzo bereik, rijdt de machine juist de poort door (9:50), een mannetje staat op wacht bij de poort en het terrein is omheind als werden er staatsgeheimen bewaard. De lengte van de rangeertijd (25 minuten) doet vermoeden dat er heel wat afvoer is. Het blijkt één grootvolume Transwaggon-wagen type Habbiins14 te zijn die uiteindelijk de poort verlaat. Naar het omloopspoor, kopmaken en dan loc-voor door de woonwijk heen. Het is een omslachtige zigzagtocht, die alles bij elkaar tot 10.35 uur (75 minuten) duurt. En dan bestaat de ploeg ook nog uit 2 man en moet die ene wagen nog eens via Oldenzaal naar Bad Bentheim. Als er aanvoerwagens uit Bentheim zijn kost de hele operatie ongeveer 3,5 uur (7 manuur). Een kostbaar transport kortom. Om 10:53 (normale tdr 12:23) krijg ik trein even buiten Hengelo nog een keer de ACTS 7108 (trein 50019) voor de lens.
Dit kan niet rendabel zijn en het is begrijpelijk dat Railon dit vervoer een jaar geleden heeft afgestoten. Daarna heeft het een half jaar stil gelegen, maar gelukkig voor ons, spotters, heeft ACTS het stokje toch weer opgepakt. Zouden er in Hengelo echt niet meer bedrijven te vinden zijn die hun producten of grondstoffen via het spoor zouden willen vervoeren?
Dan vertrek ik met gezwinde spoed naar Almelo, waar ik de donderdagse grindtrein hoop aan te treffen.
Almelo
Het lot is me niet gunstig gezind. Naar later zal blijken was de trein in Zwolle afgeleverd in plaats van in Almelo. Zo kan het ook! Wel is er een fraai staaltje van huisvlijt verschenen. Toen ik hier vier jaar geleden was, werden de wagens nog aan de openbare weg gelost, nu gebeurt dat direct bij de poort. Sinds mijn vorige bezoek is er een losput gebouwd, maar die ziet er evenals het spoor erg ongebruikt uit. De groefrails door de weg zijn vol zand gereden. Verder in Dollegeer ligt nog honderden meter rails al jaren te wachten op verwijdering door een oud-ijzerhandelaar.
Bij het station van Almelo aangekomen, zie ik een van de weinige containershuttles die nog via Oldenzaal het land verlaten, voorbijschieten (ERS naar Melnik bij Praag) net te snel om hem te fotograferen. En in de verte staat een trein met lege platte wagens, gelost bij Merksteijn, waarschijnlijk in de ochtend. En inderdaad op het bedrijventerrein waar het nog pas enkele jaren geleden een komen en gaan was van treinen met walsdraad voor Merksteijn en met wagens vuile ballast voor Nijhof, heerst doodse stilte. De derde aansluiting, die van een Amerikaans legerdepot, dat in 2003 gesloten is en inmiddels door het Nederlanse leger wordt bevolkt, ligt er ongebruikt bij. Nijhof lijkt opgeheven en Merksteijn schijnt als enige nog het spoor te gebruiken. Maar opnieuw: niet vanmiddag. Kon je nog twee jaar geleden zo het terrein opwandelen en fraaie plaatjes van het lossen schieten, nu is het gehele terrein omheind, inclusief de spoorlijn en de toegangverlenende voormalig openbare weg. Het wordt de goedbedoelende spotter wel erg lastig gemaakt, ik overigens toch al niet van plan een bos staaldraad op mijn rug mee te zeulen.
Er is dus gewoonweg niets meer te beleven vandaag.. In de Deldenseweg ligt in een bosrijke omgeving nog een overweg van waaruit je een onbelemmerd zicht hebt op de treinen. Maar ook deze overweg zal zeer binnenkort tot het verleden horen. En reguliere goederentreinen komen er de komende uren niet voorbij. Onverwacht komt er nog wel een losse loc (203 102) van Shunter uit Hengelo.
Reizigersverkeer Twente
Ik zoek mijn toevlucht tot het reizigersverkeer Vele treinseries doen de stations van Almelo en Hengelo aan, 8 treinen v.v. per uur. De basis wordt gevormd door de halfuurse intercity uit het westen (afwisselend Den Haag/Rotterdam en Schiphol), die 6 maal per dag vervangen wordt door de IC naar Berlijn (en een ervan naar Polen). Beide Twentse steden worden tweemaal per uur aangedaan door stoptreinen uit Zwolle en Apeldoorn. Almelo kent dan nog een Conexxion-verbinding met Mariënburg en Hengelo een Syntusdienst Zutphen - Oldenzaal.
Het materieel dat voorbijtrekt, is gedifferentieerd, maar voor zover het de NS betreft erg oud. Een dubbeldekker of gerenoveerde sprinter bereikt Twente bijvoorbeeld (nog!) niet. Wel getrokken treinen met 1700-locs, plan V’s, koplopers, buffels (DM’90) en gele (Syntus) en rode (Conexxion) linten. Zie voor de details het schema hieronder.
serie | Type | van | Aml stop | Hnl stop | Naar | Frequ. per uur | Vervoerder | materieel |
7900 | stoptrein | Zwolle | ja | ja | Enschede | 2 | NS | DM’90 |
1700 | IC | Den Haag Rotterdam | ja | ja | Enschede | 1 | NS | koploper |
1600 | IC | Schiphol | ja | ja | Enschede | 1 | NS | koploper |
140 | IC | Schiphol | ja | ja | Berlijn | 0,5 * | NS | getrokken |
7000 | stoptrein | Apeldoorn | ja | ja | Enschede | 2 | NS | Plan V |
31000 | stoptrein | Mariënburg | ja | nvt | Almelo | 2 | Conexxion | lint |
31200 | stoptrein | Zutphen | nvt | ja | Oldenzaal | 2 | Syntus | lint |
* 6x per dag in plaats van 1600.
Slot
Langzaam bekruipt me het gevoel dat ik op deze site een necrologie van het Nederlandse goederenvervoer aan het schrijven ben. De continue stroom radioberichten over het gisteren bij Schiphol neergestorte vliegtuig van Turkisch Airlines zijn wellicht mede debet aan dit gevoel. Aan de andere kant stel ik me tevreden met de gedachte dat deze dag in elk geval weer een stukje (Akzo) toevoegt aan de legpuzzel van mijn verzameling.
II Vrijdag 27 februari 2009
Delden
Voor het tweede puzzelstukje stap ik de volgende dag opnieuw goedgemutst in de auto, maar anderhalf uur wachten in een druilerige regen maar in een schitterend bosrijke omgeving, dat dan weer wel, brengt me tot het inzicht dat de lacune nog even blijft. Om 11.00 uur zou trein 50016 hier elke maandag, woensdag en vrijdag moeten arriveren. Maar Elementis in Delden krijgt vandaag niet de verwachte zending van een of enkele ketelwagens. Wellicht is het de kredietcrisis die het bedrijf parten speelt. De aansluiting van dit fabrieksspoor op de lijn Almelo – Zutphen is overigens zeer de moeite van een bezoekje waard. Drie assentellers, verschillende borden die te maken hebben met de ATB, een wissel en een ontspoorblok die beide ontgrendeld en handmatig omgezet moeten worden en dat alles midden in het bos. Het is een bijzonder complexe operatie om Elementis te bereiken.
Station Delden maakt veel goed. Het prachtig gerenoveerde station vormt een fraaie ambiance om de loop van de Syntuslinten die hier enkele jaren geleden het reizigersvervoer hebben overgenomen, te aanschouwen. Ik tref er een medespotter, die ook al succesloos staat te wachten op de Elementis-trein. Hij is nog optimistisch en wil nog even afwachten, ik vertrek naar Almelo, waar ik nu wel tijdig genoeg hoop te arriveren voor de ERS-Melnikshuttle
Almelo.
De “Melnik” komt mooi op tijd door Almelo (trein 42375 Almelo 12:38); hij is, crisis of niet, op drie wagens na bezet met vooral grijze Maersk-containers. Het geheel wordt getrokken door MRCE-dispoloc E189 099 (ES 64 F4 999).
Zonder veel verwachtingen rijd ik toch nog even naar Dollegoor, de losplaats van de grindtrein. En warempel, hij is zojuist rond 13:00 uur aangekomen. Het lossen is gestart, ik kan een actiefilmpje maken van het losproces. Enkele jaren geleden gebeurde dat nog aan de openbare weg, waar met een lopende band die onder een van de trechters van de wagons geschoven werd om het grind in een vrachtwagen over te slaan. Deze bracht het spul dan naar het honderd meter verder gelegen bedrijf. Het kostte twee man van het bedrijf en een van Railion een hele dag werk. Inmiddels heeft het al genoemde stukje huisvlijt de efficiency verhoogd. Er is een soort losput gegraven waarboven de drie trechters van een Facns133 tegelijkertijd geopend kunnen worden. Een ingenieus systeem van lopende banden brengt de stenen direct op de juiste plek op het bedrijfsterrein. Dat kost een minuut of acht per wagen. De trein (29 wagens) wordt in twee delen naar Dollegoor gebracht. De halve trein van 15 bakken achter Railion 6415 is zo in twee uur gelost en er wordt een chauffeur uitgespaard.
De stamlijn van Dollegoor loopt in de berm van de weg aan de voet van de spoordijk richting Wierden. Aan het eind van de Dollegoorweg maakt hij een grote boog door het wegdek naar rechts, rakelings langs een kantoortje van het grindbedrijf om vervolgens links af te buigen onder de spoorbrug over (een zijtak van) het Twentekanaal en loopt dan nog een honderd meter door op de oever van het kanaal. Hier ligt nog een al jaren geleden buiten dienst gestelde aftakking naar Otto Simon. Het overkapte losperron zou zomaar weer in dienst kunnen komen, maar in het toeleidende spoor staan inmiddels flinke bomen. Landschappelijk is het een zeer fraaie strook, zo langs het kanaal. En je kunt er twee ongelijkvloers kruisende treinen fotograferen. Zo komt hier komt de IC naar Berlijn langs.
Het grindlospunt ligt tamelijk ongelukkig midden in die boog; het voordeel is dat het bedrijf geen eigen aansluiting hoeft te onderhouden. Loc 6415 heeft er de grootste moeite mee de zware trein in deze krappe boog steeds weer een stukje op te trekken. Soms komt hij niet op gang, een enkele keer slipt een wiel en de zandstrooiers maken overuren. Eigenlijk is het een wonder dat op dit oude spoor nog een trein rijdt. Zeker als de loc op een van de twee ongebruikte wissels in het spoor staat is de grip gering. Het grind is afkomstig van Kies- und Steinwerke Boerner in Schwarz, en op de plakbrief staat dat de trein uit 30 wagens bestaat. Vijftien staan er hier in de bocht, waar de andere zijn, is een raadsel.
Na lossing wordt de hele trein de steile helling van Dollegoor naar het station opgetrokken. (15:30). Het losproces heeft toch nog 2,5 uur gekost. Er heeft zich wel een onverklaarbare vermenigvuldiging voorgedaan. Beneden telde de trein 15 wagens, boven 30. Ik heb inderdaad in de tussentijd een uitstapje gemaakt naar Vriezenveen naar de “kleine roden”, de Syntus-linten die hier in rood tenue in opdracht van Conexxion het reizigersvervoer verzorgen. Ze lijken de redding te zijn voor het jarenlang met opheffing bedreigde lokaallijntje van Almelo naar Mariënburg.
Tja, en voor Merksteijn staat er een volle trein gereed op het station, “maar daar komen we vandaag niet meer aan toe,” meldt de tweekoppige bemanning van de 6415. Maandag weer.
Later blijkt het spoor van Merksteijn tijdelijk afgesloten. Aan het eind van het hobbelige spoortje wordt door Strukton gewerkt, ergens ter hoogte van Nijhoff. Wat er gebeurt is moeilijk te zien, het terrein is immers met een hoog hek afgegrendeld. De grote portaalkraan waarmee schepen en ook de treinen gelost werden blijkt ook al verdwenen te zijn.
Omdat er dus opnieuw bij Merksteijn niets te zien valt richt ik nog even mijn focus op de rode linten van Conexxion.
Vriezenveen
Ik rijd daarvoor naar het onbeduidende stationnetje van Vriezenveen en kan daar de 44 en 45 fotograferen. Ze zijn getooid met het logo van Syntus en een sticker met “Twents”; de nummering sluit aan bij die van Syntus. Conexxion heeft alleen de rode kleur toegevoegd. Maar oké, er zijn passagiers, de treinen rijden en zelfs in een halfuurdienst, en dat is in het NS-tijdperk wel eens anders geweest.
Slot
Ik moet dus nog een keer terug, voor Elementis en voor Merksteijn. Ik heb overigens nog voldoende beeldmateriaal uit het verleden om dit thema volledig te laten zijn. Op zich is deze puzzel af, maar ja, de laatste actuele beelden ontbreken nog en dat zit de echte spotter niet lekker.
III Bezoek Twente 10 april 2009
Goede Vrijdag, meestal zijn er zo net voor Pasen nog veel treinbewegingen, maar of het door de nasleep van de kredietcrisis komt of niet, vandaag lijkt er niemand meer te werken. Geen kip op de weg, geen trein op het spoor.
Nog steeds moet ik mijn serie over Twente vervolledigen, opnieuw rijdt er noch in Delden, noch bij Merksteijn in Almelo een trein. Gelukkig heb ik besloten mijn horizon te verbreden, Coevorden staat op de rol en Bentheim en er is nog tijd over voor Schoonebeek. Het wordt een dag van opgeheven, niet bereikbare en onverwachte treinen. De tweede warme lentedag van het jaar compenseert veel.
Almelo
Nog voor negenen bereik ik Almelo: eerst naar Merksteijn, niets, Dollegoor, niets, ook niet verwacht. Op het station van Almelo is altijd wat te zien, soms staat er niets en soms staan er wel tien (met een knipoog naar Finkers). Er staan rijen Klmos-wagens met ballast, mogelijk afkomstig van Nijhoff, maar ik weet eigenlijk niet of dat bedrijf dat achter Merksteijn ligt nog wel actief is. Mogelijk zijn ze bestemd voor de bouw van het verdiepte spoor door Almelo, dat zichtbaar vordert, er ligt ten oosten van het station nog maar een eensporige (hulp)lijn richting Hengelo. Loc 1843 sukkelt met de internationale trein uit Berlijn over het oude spoor. Nog even geduld. Het tweede spoor is al gelegd, de bovenleiding al aanwezig.
Waar er vier jaar geleden nog 5 locs op het emplacement actief waren, staat er nu nog één, 6413, dood. Even later krijgt hij gezelschap van de 6429, afkomstig van de werkzaamheden aan de tunnelbak. De loc kiest het gezelschap van de 6413 en start zijn paasverlof. Aan de oostelijke zijde staat op een kopspoortje de 1614 van Railion; hij ziet eruit alsof hij sinds de overdracht van NS naar Railion geen wasbeurt meer gehad heeft.
Aan de westzijde van het station is niets veranderd, nog steeds liggen er aan de ene kant de sporen waar ooit de containerterminal heeft gelegen en aan de andere kant buigt een mysterieus kopspoortje achter een spoors gebouw (uit een oude tekening valt af te leiden dat dit mogelijk het gebouw van de Elekrische Verlichting is) naar wat een omheinde wei lijkt.
De rode Lint 45 van Connexxion kiest het spoor dat ver doordringt in het eilandperron (vier jaar geleden reed er nog een versleten wadloper getooid met de ambitieuze naam Veenexpres) en vertrekt even later weer naar Mariënberg. Loc 1747 voert 9 witte ICE-rijtuigen met rode band naar spoor 1, op weg naar Berlijn, gevolgd door een tweetal buffels (3400’s) van de NS uit Zwolle. Koplopers zijn op weg naar Schiphol of Enschede en Mat ’64 trekt zijn laatste baantjes. Deze zal in de loop van de maand door een sprinter vervangen worden.
Delden
Station Delden wordt gerestaureerd. Er is een bedrijf gehuisvest en de monumentale kap over het eerste perron is verwijderd, hopelijk om te worden vervangen. De oude handelinrichting waarmee ooit seinen zijn bediend is nog aanwezig in de buitenlucht. Lint 32 van Syntus, het tweede geliberaliseerde bedrijf in Twente naast de NS, halteert in Delden en vervolgt zijn weg van Zutphen naar Hengelo en Oldenzaal. Om elf uur moet hier elke vrijdag een ACTS-loc met een of enkele ketelwagens uit Bentheim voor Elementis (voorheen Servo Delden) dóórkomen . Het zou inderdaad moeten…maar opnieuw vang ik bot.
Hengelo
Hengelo ligt letterlijk op een kruispunt van spoorwegen. Direct aan de oostzijde van het station splitsen zich de lijnen naar Oldenzaal en Enschede en direct aan de westzijde die naar Zutphen en Almelo.
In Hengelo gaat de hele stationsomgeving op de schop. Het emplacement wordt verkleind, enkele sporen krijgen een nieuwe bovenleiding.
Alleen de antieke kap op het eilandperron lijkt behouden te blijven, met zijn fraaie gekleurde ruitjes en bewerkte gietijzeren pilaren. Er staat een werkmachine van Volkerrail bestemd voor het fatsoeneren van vers gestorte ballast. Om middernacht zal het baanvak naar Oldenzaal voor drie dagen buiten bedrijf gesteld worden. Kennelijk wordt het werkmaterieel al gereed gezet. Ik word verrast door twee werktreinen vlak achter elkaar, die richting Oldenzaal trekken. Eerst is het om 10:47 uur de V100-sp-004 “Mariëlle” van Spitzke met een twintigtal beladen ballastwagens Fccpps van Railpro, zeven minuten daarna komt de jongste loot uit de RRF-familie nr 21 (bestickerd met de naam RF – Rail Feeding) voorbij met een gele werktrein “Gleisbaumechanik’. Een half uurtje later zal “Mariëlle’ als losse loc terugkeren.
Lint 32 is alweer uit Oldenzaal terug in Hengelo. Sprinter 2131, jawel er is er al een actoef in Twente, wordt op het perronkopspoor aan de oostzijde voor gereden. Hij is bestemd om de reizigers uit de IC naar Berlijn naar Enschede te brengen. Bijna gelijktijdig komen de IC uit (opnieuw de 1747) en die naar Berlijn (1774) aan in Hengelo.
Bad Bentheim
Omdat er verschillende goederenshuttles in de loop van de middag uit Bad Bentheim naar Nederland gezonden zullen worden, zoek ik een mooie spotplek op, maar daarvoor moet ik de grens over. Er rijdt echter nauwelijks iets en ik krijg – het wordt wat saai – alleen de IC uit Berlijn (met opnieuw loc 1774) voor de lens.
In Bad Bentheim is het iets onrustiger. Een – sterk ingekorte – Volvotrein is zojuist vertrokken, een half uur te vroeg, weten twee medespotters me te melden. Die heb ik dus helaas gemist. De Containerschuttle van Rotterdam naar Melnik bij Praag van ERS is om 13:30 gearriveerd, maar staat zodanig dat ik er geen goede foto’s van kan maken. De E189-099 van ERS, geleased bij MRCE, staat voor de volledig gevulde trein 42375. Op het spoor erachter, dus onzichtbaar voor mijn camera, loopt de tegentrein 42374, de Melnikshuttle om 13:35 binnen (geplande vertrektijd 14:19). Slechts een miniem kaartje achter de voorruit geeft aan dat het hier een trein van ERS-Railways betreft; de zwarte loc is geheel in MRCE-livrei gehuld. Op het spoor daarachter staat een Nederlandse UC-trein, voor ongeveer de helft beladen met legermaterieel, een onverwachte trein, maar helaas eveneens onbereikbaar. Vanaf het perron zie ik nog wel hoe om 13:40 de 6405, die los uit Nederland komt, zich voor deze trein manoeuvreert.
Ik verlaat het perron en loop langs de lijn tot het eind van het emplacement. Zodra de 42375 vertrokken is, krijg ik een goed zicht op de E189-098, die echter plat staat, zoals dat in vakjargon schijnt te heten: alles uit, stroomafnemers gestreken.
Loc 1763 staat stand-by voor de volgende ‘Berliner”. Nederlandse locs trekken deze trein tot in Bentheim, waar evenals in Emmerich op een deel van de bovenleiding de spanning omschakelbaar is van 1500 Volt gelijkstroom (Nederlands) naar 15000 Volt wisselspanning (Duits). Na aankomst rijdt de Nederlandse loc een kopspoortje met (continu) 1500 V op, waarna het hoofdspoor van spanning gewisseld wordt. De Duitse loc rijdt voor en na vertrek wordt de spanning teruggewisseld en kan de 1700 terugrijden naar een afgescheiden sectie van het hoofdspoor. Zodra de nieuwe trein uit Duitsland arriveert, wordt de loc via een zijspoor afgerangeerd, waarna de 1700 zijn plaats voor de trein kan innemen. Deze laatste operatie kost maar enkele minuten, de 101 018-0 van DB wordt vandaag afgewisseld door de 1763 van NSR (Hispeed). De Nederlandse machinist heeft de anderhalf uur wachttijd kuierend door de bosrijke omgeving opgevuld.
Voor de moderne meersysteemlocs zoals de 189 gaat het allemaal een stuk eenvoudiger. Binnenrijden, stoppen, pantografen naar beneden, spanning omschakelen, andere pantografen naar boven en rijden maar. Een beveiligingsmechanisme voorkomt doorbranden: deze locs testen eerst de spanning voor er stroom wordt afgenomen. Menselijke fouten zijn uitgesloten.
De Duitse loc van de Berlijnse IC staat niet opgesloten, hij stoomt al op naar de andere zijde van het station voordat de 1763 zijn tocht naar Schiphol vervolgt.
Een half uur na de officiële vertrektijd van de Melnikshuttle geef ik het op en probeer aan de achterzijde van het emplacement te komen. Juist als ik me bijna door het struikgewas heen gewurmd heb, vertrekt de 6405 met zijn fotogenieke vracht, opnieuw net onbereikbaar. Omdat ik ook nog gepland heb de Coevordenshuttle op te vangen, laat ik Bentheim achter me en spoed me richting Drenthe, daarbij regelmatig de sporen van de Bentheimer Eisenbahn passerend; dat is een interessant thema om ook eens onder de loep te nemen, later. De rest van de dag besteed ik aan Coevorden en Schoonebeek. Ik hoop over enige tijd een thema over Drenthe het licht te doen schijnen.
IV Bezoek Twente 29 april 2009
Almelo
Wat op de 10de van deze maand niet lukte, compenseert de 29ste ruimschoots. Ik hijs me vroeg uit de veren en bereik het Bedrijvenpark Twente bij Almelo om 7:15 uur. Merksteijn is al in actie. Een stuk of vijf wagens achter Railionloc 6519 worden in de vroege ochtendnevel gelost; het gaat dit keer om bundels staaldraad die door een kraan met elekro-magneten een voor een van de platte wagens (Rs) tilt. Er is zelfs een open wagen, gevuld met bundels staaldraad. Nog opmerkelijker is dat de vooraan op het terrein geloste wagens achteraan op het losspoor weer beladen worden met vlechtmatten. Dit is een opperste efficiency. Beladen aanvoerwagens en beladen afvoerwagens. Dat betekent dat ze niet meer naar Waalhaven gestuurd hoeven te worden, waar ze in de regel bij Steinweg opnieuw van vracht worden voorzien. Buiten op het emplacement staan al zo’n 20 met matten beladen wagens. Later op de dag zal een 1600 de “mattentrein” naar Duitsland afvoeren. Een nieuw transport? Uit navraag van twee toevallig aanwezige medespotters blijkt dat het hier een proefvervoer betreft vanuit het oosten van Duitsland. Moge het succesvol zijn!
Het blijft echter niet bij deze ene trein vandaag, want in het voorbijgaan zie ik bij het station ook een walsdraadtrein en een trein met vuile ballast staan, maar eerst vertrek ik richting Delden. Het moet me toch lukken eindelijk eens een trein voor Elementis in de bosrijke omgeving te treffen.
Delden
De dag van vandaag kan niet meer stuk. Mooi op tijd, vijf voor elf maakt ACTS 7108 zijn opwachting bij de aansluiting van Elementis, met vier wagens maar liefst, een witte Zacs van VTG met propyleenoxide uit Frankrijk en drie zilverkleurige Zags uit Duitsland eveneens van VTG met ethyleenoxide; zoveel zijn er bij mijn weten nog nooit tegelijk gesignaleerd. Overigens doet de mate waarin een overpad met zand is dichtgereden, vermoeden dat deze trein, nog hooguit eenmaal per week (op woensdag) gereden wordt en niet driemaal zoals de dienstregeling voorschrijft. “Overal is het automatisch, maar dit hier stamt nog uit 1850,” moppert de machinist en hij heeft geen ongelijk, zeker bij een eenmansbediening met een niet-radiografisch bestuurde loc is een bezoek aan Elementis een crime. Uitstappen, wissel ontgrendelen en omgooien (niks geen brom- of pompwissel!), stuk verder lopen, ontspoorblok ontgrendelen en omgooien, terug naar de loc, stukje oprijden tot voorbij het ontspoorblok, teruglopen (en vier wagens hebben samen met de loc toch een flinke lengte), beide elementen in oorspronkelijk stand terugbrengen, weer de hele trein langs naar de loc. Zelfs het lezen van dit fragment kost al veel tijd. Voor een spotter is het wel prettig: je kunt de loc fotograferen bij de aansluiting, vervolgens rustig een eind langs de lijn lopen en verderop opnieuw een foto maken van de binnenrijdende trein. Het natuurgebied waar deze verbinding doorheenloopt, de net uitgeslagen bomen met nog lichtgroene bladeren, maken het mogelijk van de loc die nog de groene ACTS- uitmonstering heeft, fantastische plaatjes te schieten.
De bediening van Elementis is een fluitje van een cent. Binnenrijden op spoor twee, waar de afvoerwagens, drie in getal, al gereedgezet zijn. Vanaf spoor drie rijdt de eigen O&K-loc, inmiddels blauw gespoten en van vrolijke lachebekjes op de buffers voorzien, de poort uit, trekt de aangevoerde ketelwagens weg en duwt ze naar spoor 3 waarna ACTS weer vrijstaat en direct vertrekt. De hele operatie duurt slechts 13 minuten. Maar dan komt de aansluiting weer. De trein moet lang genoeg wachten om mij het hele stuk door het bos over de lastig te belopen ballast in alle rust te laten afleggen en me voorbij de aansluiting op te stellen voor een laatste videofragment. Zodra hij toestemming heeft de hoofdlijn op te rijden, begint de machinist weer zijn handelingsplan in omgekeerde volgorde af te werken. Om 11:42 (een half uur eerder dan in de dienstregeling staat) zet hij uiteindelijk koers naar Delden. Langzaam verdwijnt hij uit het zicht.
Bad Bentheim
Het lijkt me interessant om de ACTS-loc nóg een keer digitaal vast te leggen en wel op de plek waar hij zijn wagens aflevert: in Bad Bentheim dus. Dat is toch nog veertig kilometer verderop, maar ik ben sneller.
Als ik daar arriveer, staat de Volvotrein 46259 al op een zijspoor te wachten. Om 12.33 (ruim een uur te vroeg) zal hij vertrekken.. Hij is nog even lang als een half jaar geleden, crisis of geen crisis.
Dan schiet onze “Deldener” om 12:39 dwars over het emplacement naar de noordelijkste sporen en duwt de wagens uiteindelijk op een naar het noordwesten aftakkend spoor, waar ik ook al eens een rij grindwagens heb zien staan. Wordt hier de afvoertrein van Bentheim samengesteld? Het blijft voorlopig bij de drie uit Nederland. Schielijk verdwijnt de losse loc om 12:55 na gedane arbeid weer naar het westen. De machinist houdt een half uur voorsprong.
Naast de obligate locwissel van alweer een Berlijn-IC- is er in Bentheim weinig te beleven. Een van de weinige Nederlandse shuttles die nog dagelijks bij Bentheim de grens neemt is de Melnikshuttle. Achter de inmiddels bekende MRCE-loc 189-097 hangen, de crisis ten spijt, louter beladen wagens; de trein arriveert om 13:23 en vertrekt na ongeveer een half uur.
Almelo
Terug naar Nederland in de hoop bij Merksteijn nog iets van treinbewegingen te kunnen meebeleven. Maar helaas, negen wagens met staaldraad (type Res) zijn al ter plekke geplaatst maar het bedrijf lijkt uitgestorven; er wordt niet gelost.
Wel druk doende is men bij Nijhoff, dat dus, in tegenstelling tot wat ik bij mijn vorige bezoek vermoedde, wel degelijk nog bediend wordt. Met grote laadschoppen zijn enkele machines in de verte (het bedrijf is alleen nog maar bereikbaar via het terrein van Merksteijn en ik weet niet of men daar op ongenode gasten zit te wachten) bezig de Klmos’en te legen, iets wat, weet ik uit een bezoek van enkele jaren geleden, er weinig zachtzinnig aan toegaat. Er moet dus ondertussen allerlei spoorvervoer geweest zijn, maar ik ben te laat. Voor de zekerheid rijd ik nog even bij het station langs, waar echter ook geen rode 6400-loc zich meer bevindt. Hebben we elkaar gekruist? Mijn vermoeden blijkt juist.
Weer terug in het bedrijvenpark tref ik de 6519 naarstig rangerend aan. De Nijhofwagens zijn leeg en kunnen worden uitgehaald, maar omdat er maar een spoortje ligt, moeten de nog niet geloste wagens staaldraad ook weer mee naar het emplacement en later dus weer worden teruggeplaatst. Kennelijk is Merksteijn ontevreden over de plaats of het aantal, want tot twee keer toe (eenmaal zelfs helemaal uit Almelo) moet de loc terug naar Merksteijn om de reeds geplaatste wagens op te halen, en om op het emplacement van het bedrijventerrein enkele wagens uit te rangeren of toe te voegen. Zo worden sommige wagens uiteindelijk voor de vierde keer naar hetzelfde losspoor gereden. De machinist ziet beslist zijn vrije middag in rook opgaan.
Tenslotte keert de loc terug naar het emplacement bij het station, met medeneming van de set lege ballastwagens van Nijhof. Op het losspoor van Merksteijn blijft een set van 9 wagens met walsdraad achter, op het emplacement in het bedrijventerrein blijven twee sets achter, wachtend op een mogelijkheid om naar het losspoor gereden te worden.
Slot
Bij een bezoek in 2005 lukte het me alle Twentse treinen in één dag op te sporen, nu in 2009 heb ik daar vier dagen voor nodig. De verzameling Twente is compleet. De spotter is tevreden. de site kan de lucht in!