Het duurt even, maar dan heb je ook wat:
een bezoek aan Oss.
zaterdag 11 oktober 2008
Mijn middagexcursie start in Oss, waar sinds kort met enige regelmaat weer graantreinen aangevoerd worden. Vandaag is het er rustig en op een uithoek van het spoor tussen een omloopspoor en het afsluitende stootjuk staat RRF3 geparkeerd (de oude NS-cijfers 679 schijnen inmiddels door de afbladderende laag zwarte verf heen). RRF is ingehuurd om de graantreinen bij station Oss op te halen en over de losput van Cehave heen te trekken.
Er rijdt niets.
13 oktober 2008
Op maandag opnieuw naar Brabant. Het zou nu toch moeten lukken. Echter R4C/RRF is me nog steeds niet gunstig gezind. Oss vertoont geen teken van leven.
Bij station Oss is goed te zien dat hier ooit een enorm emplacement gelegen heeft, Unox en het voormalige Organon grenzen nog aan het spoorgebied. Maar het emplacement bestaat naast de twee stationssporen uit twee omloopsporen en een kort kopspoortje. De rest van het terrein wordt in beslag genomen door een fris geplaveide parkeerplaats. Het station zelf oogt gedrongen, spoor 1 bevindt zich in een corridor tussen twee perrons; het eerste perron is deels overkapt, het tweede heeft enkele abri’s. In het stationsgebouwtje bevinden zich wat winkels. Een wel erg simpele ambiance voor deze toch middelgrote industriestad.
27 januari 2009
RRF-3 bevindt zich niet op zijn plek. Wel staan er twee graanwagens op het omloopspoor bij CeHaVe. Dat biedt perspectief. De loc kan maar een kant op: hij moet dus richting station zijn getrokken. Tot mijn grote verbazing is het kopspoortje waarop twee maanden geleden nog de loc geparkeerd stond, plotseling verlengd. In korte tijd is De Bulk Terminal Oss verrezen, met twee lossporen, waaraan nog wat werkzaamheden verricht worden. Zo vaak wordt er in Nederland niet een nieuwe aansluiting gerealiseerd, en dan nog wel hier in Oss waar de stamlijn bijna 10 jaar werkeloos is geweest.
De loc ontmoet ik aan het begin van de stamlijn, met 12 graanwagens aan de haak. Het is bijna 18:00 uur en dus donker in deze tijd van het jaar. Verder dan een nachtopname kom ik niet, maar duidelijk is dat de graantrein ríjdt. Ik moet nog een keer terug, op een dinsdag.
17 februari 2009 station
De dag van vandaag wordt een succesje. Het is zwaar bewolkt en er staat een gure wind. De winter van 2009 houdt het land al twee maanden koud. Als ik aankom bij het station om half vier staan er geen graanwagens. Meestal worden die de dag tevoren aangevoerd. Pech, weer geen trein dus vandaag? Naar het industrieterrein Elzenburg dan maar: RRF-loc 3 staat mooi geparkeerd naast de laadput En de bulkoverslagterminal lijkt gereed voor ingebruikname. De poort is gesloten, de sporen liggen er onberispelijk bij. Alleen het aanvoerspoor is bij de inrit van een naastgelegen bedrijf nog met staalplaten afgedekt. Deze inrit is kennelijk nog niet bestraat. En dan staat er nog de container die het spoor barricadeert. Het wachten is op nadere berichtgeving.
Het ziet er niet naar uit dat RRF3 op korte termijn tot leven gewekt wordt. Nee, pech vandaag.
Maar omdat hoop doet leven, rijd ik op de terugweg nog even bij het station langs, en ja hoor R4C CB1001 loopt juist om en er staat een rij van 23 graanwagens op het achterste emplacementsspoor. Dus toch! Hij moet even voor vieren gearriveerd zijn.
CB1001 bevindt zich ter hoogte van station Oss op in afwachting van een veilig sein. Omdat hij van beide kanten eerst een stoptrein en daarna een sneltrein moet laten passeren, heeft de dame die hem bestuurt alle tijd haar zonden te overdenken. Het geeft mij de ruimte enkele plaatjes te maken, maar ruim een halfuur wachten in de ijzige kou, terwijl mijn auto naar later blijkt onbetaald en gelukkig onbeboet op een betaalde parkeerplaats staat, valt niet mee. Even na half vijf gaan de wissels om en vertrekt de R4C-loc spoorslags richting Den Bosch en verder.
RRF3 is aan het eind van het rangeerterrein verschenen en koppelt met de volle maïswagens. Het is zoals zo vaak een ratjetoe aan soorten, met de kleuren wit (in verschillende varianten), (roest)bruin, groen, blauw en zelfs zwart. De wagens zijn uit de vreemdste holen en spelonken van Europa weggeplukt, maar alla, het rijdt.
De trein is o.a. samengesteld uit wagens met opschriften als: TMF-Cita (SNCF – Frankrijk), Nacco, GSD Moulins Storion, R4C/Wagon Care (SK – Slowakije), Cereales (RO, Roemenië), TWF en onbestickerde wagens uit België. De overeenkomst is dat ze alle van het type Uapps of Uagps zijn, de met wagencodenummers 933 en 934. U staat voor “bijzondere wagen”, a voor 4-assig, s voor maximaal 100 km/h, pp voor onderlosser met diepliggend bodemrooster, p voor onderlosser met een bodemrooster minimaal 70 cm boven de railbovenkant (t.b.v. een transportband bijvoorbeeld) , g staat voor graan.
17 februari 2009 Elzenburg
Ik stel me op op op de geluidswal die een wijk en de stamlijn van de drukke Provinciale Weg afschermt. Het duurt weer even, en er moeten eerst weer wat personentreinen voorbij, het goederenkonvooi kruist immers beide doorgaande sporen. Maar een 600-tje voor 23 volle graanwagens, dat is bijna een brug te ver. De traagheid past eigenlijk niet meer in een hedendaagse dienstregeling. Terwijl onze trein het laatste stukje op verkeerd spoor aflegt, raast op het rechterspoor al de intercity naar Zwolle voorbij, terwijl de stoptrein naar Den Bosch een eindje verderop voor rood staat en daardoor een vertraging van bijna 10 minuten oploopt.
Piepend, snerpend, knarsend en krakend pruttelt de RRF3 met de 23 wagens stapvoets door de eerste eigenlijk te krappe bocht richting het industrieterrein Elzenburg. Hoe moet dat dan wel niet wanneer hier straks ook regelmatig containertreinen overheen komen? Het levert wel fraaie opnamen op, vanuit dit hoge standpunt. Ik probeer de loc nog een keer te filmen als hij omloopt aan het eind van de lijn langs de Provinciale Weg. Mijn hoop is ijdel, en ik had het kunnen weten. Door de versperring t.b.v. de aanleg van de terminal kan de loc bij Cehave geen kop meer maken. De trein wordt daarom geduwd het industriegebied binnen gebracht met de bemanning op het bordes van de voorste wagen. Dat levert vooroorlogse taferelen op en ik begrijp nu waarom deze trein pas na 17:00, dus na sluiting van de meeste bedrijven, rijdt. Hij passeert een weg waar overdag grote aantallen trucks rijden en die door de lage snelheid van de trein zeker een minuut of zeven is afgesloten bij doorkomst. Vele inritten moeten worden gepasseerd en niets is beveiligd, dus moeten de twee mannen die de crew van deze trein vormen, voortdurend afstappen om het verkeer te waarschuwen. In arren moede besluiten ze maar voor de trein uit te lopen, een beeld dat we kennen van de man met de rode vlag die in vroeger tijden in drukke straten lopend de stoomtram vóór ging. Twaalf wagens zijn mee, 11 zijn er op de stamlijn achtergebleven. Bij aankomst bij CeHaVe blijkt de losput nog afgesloten; het lossen kan nog niet starten, hetgeen de mannen de kans geeft eerst een bakkie te doen. Eerst moet nog de trein in tweeën gesplitst om de inrit naar het graanbedrijf weer vrij te maken. Ze zullen nog een hele klus hebben aan het lossen van de wagens. Er kan telkens maar een trechter geopend worden omdat er maar één losputopening is. In Barneveld, waar deze heren ook regelmatig komen is het een stuk eenvoudiger, daar kunnen alle trechters tegelijkertijd geopend worden; dat kost slechts een paar minuten per wagen. Voor hen begint het wachten, ik houd het voor gezien, de avond is ook ingevallen.
Interessant is tenslotte te melden dat men verwacht dat er in de zomer per week zeker 2 of zelfs drie treinen met graan naar Oss gaan rijden en dat er dan een sterkere loc geplaatst wordt (en dat is geen overbodige luxe zoals we bij de eerste bocht in de stamlijn gezien hebben), waarschijnlijk een loc uit de 73-serie die RRF onlangs in België op de kop getikt heeft. Die heeft wel geen radiografische besturing, maar “we zijn toch met z’n tweeën”. Nu de containertrein nog en dan telt Oss weer echt mee in het goederenvervoer. Wie had dat een jaar geleden durven dromen?