De Bentheimer Eisenbahn, petje af.
een verslag van drie winterse dagen in het Duitse grensgebied.
(de bezoekverslagen van 21 en 23 dec zijn een bewerking van de verslagen die al in thema 25 over Coevorden zijn geplaatst)
De Bentheimer Eisenbahn (BE) is een particuliere Duitse vervoerder die een prestatie van niveau levert. Winstgevend goederenvervoer op een eigen baan in een niet-industrieel gebied. Hoewel Railgoed.nl zich focust op het railgoederenvervoer in Nederland, veroorloof ik me deze stap naar het buitenland omdat de Bentheimer een (belanrijk) deel van zijn werkzaamheden op Nederlands grondgebied, in Coevorden nl. verricht. De hoofdlijn van de BE is zo’n 60 km lang en loopt van Bentheim naar Coevorden. Het kost een drietal bezoeken voor ik een redelijk volledig beeld heb van deze voor spotters om verschillende redenen interessante spoorvervoerder.
maandag 21 december 2009
Op de kortste dag van het jaar heeft de Bentheimer Eisenbahn de sporen van Coevorden niet bezocht. De in de nacht gevallen sneeuw ligt, wanneer de avond valt, nog steeds op de rails van het grensbaanvak. Op de dag dat heel Nederland in rep en roer is (treinen en bussen vallen uit, wegen zijn nauwelijks berijdbaar – als je althans de media wilt geloven), en de Nederlander opgeroepen wordt thuis te blijven na de val van enkele decimeters sneeuw, heerst in Coevorden een serene rust, de wegen zijn sneeuwvrij, de zon straalt over het witte landschap, alleen er rijdt geen trein.
Coevorden Heege
Op de sporen rond de nieuwste terminal staan drie rijen wagens met blauwe containers. Ze vormen samen de afvaltrein uit Oostenrijk voor de vuilverbranding MWA (op het terrein van de betoncentrale) , die als het allemaal meezit nog deze avond via Bentheim naar Hall in Tirol zal vertrekken. Bij De Vries Group (voorheen Penske), op de oude terminal, Terminal I, staat een lange rij schuifwandwagens, de noordelijke sporen van De Vries Group zijn leeg. Bij Hentzen en aan de loswal staan vele platte wagens voor militair materieel en containerdraagwagens. En dan staat er één rongenwagen voor boomstammetjes.
De havenkade aan de voet van Nijhof Wassink is geheel ondergesneeuwd; de sneeuw ligt er maagdelijk bij. Twee jaar geleden is de havenaansluiting met groot vertoon geopend, de Euroterminal pronkt met de term trimodaal: weg, rail en water. De automatische knipperlichtinstallatie in een overweg is in die periode nog geen enkele keer ingeschakeld geweest. Voor de overweg staat – o ironie – een bord met de vermelding: “wacht, er kan nóg een trein komen” Laten we eerst maar eens wachten op de eerste! De betoncentrale lijkt met vakantie, alleen de vuilverbranding werkt, getuige de grote rookpluim boven de schoorsteen. Drie locs van de Bentheimer Eisenbahn en een 1600 van ACTS staan te genieten van het fantastische winterweer; ze komen in elk geval tot zonsondergang vandaag niet van hun plek. Er worden wat containers geladen, en that’s it.
Laarwald
Op zoek naar beweging – dit is zo langzamerhand het leitmotiv van mijn bezoekverslagen - volg ik het spoor van de Bentheimer. Laarwald is het eerste station op Duits grondgebied. Drie rijen lege containerdraagwagens onder een laagje sneeuw vormen het deprimerende decor. Met gevoel voor humor zou je kunnen stellen dat de BE goed in het reservematerieel zit. Tot voor een paar jaar was hier een intensief cementvervoer. Het spul gaat nu in containers naar de Euroterminal in Coevorden. Het schilderachtige station is buitenproportioneel voor het gehucht dat enkele kilometers verderop ligt. Maar ook hier: er is aantoonbaar geen trein geweest.
Emlichheim
Verder dan, naar Emlichheim. Het eens ongetwijfeld fraaie station heeft door een verbouwing voor het café “Zum Bahnhof” niet bepaald aan monumentale waarde gewonnen, het staat bovendien leeg en oogt vervallen. Op de authentiek met kasseien geplaveide losweg staan wat bussen. Het emplacement is voor Nederlandse begrippen opvallend groot, vier sporen, waarvan er een vol staat met (alweer overtollig) materieel: schuifwandwagens dit keer. De overige sporen zijn ondergesneeuwd. Ook dit voorspelt weinig goeds. De BE lijkt op vakantie.
Emlichheim heeft een interessant zijspoortje, de Hafenbahn. Het dorp ligt aan de grens, tegenover Schoonebeek, en wat Nederland niet lukte, kán hier gewoon. Ja-knikkers pompen olie uit het “Schoonebeekse veld” en op een centraal punt wordt het verzameld en in – jawel – spoorwagons gepompt. Twee rijen van zeven ketelwagens staan aan het olie-infuus. Een personeelslid is bezig een wissel sneeuwvrij te maken. Dat biedt eindelijk perspectief. De lijn naar het olievulpunt loopt in de berm van de weg door een prachtig laantje. Dagelijks rijdt hier een flinke olietrein dwars door de bebouwde kom. Niemand die daar moeite meer heeft en vooral, er zijn geen hekken. Tien kilometer van de grens en een wereld van verschil.
Terug bij het station zie ik om 10.58 de uc-trein uit Bentheim binnenrollen. Een witte silowagen, een rongenwagen en een loc, de D21, veertig kilometer van huis. Dit zal geen winstgevend vervoer zijn, maar het lukt de Bentheimer toch maar mooi zichzelf en het kleinschalig vervoer in deze regio in stand te houden. Opnieuw: wat in Nederland niet mogelijk is, gebeurt hier gewoon.
Na een korte pauze waarbij het personeel met de hand de sneeuw tussen de wisseltongen weghaalt, rijdt de trein om 11:21 geduwd het oliespoortje op. Halverwege is er een incidenteel voor graanwagens gebruikt raccordement van Raiffeisen Zentral Lager, een veevoederbedrijf. Voor de poort van het oliestation ligt een splitsing: de beide goederenwagens worden maar rechts bij Emsland Stärke het erf opgereden. De silowagen vervoert zetmeel. De rongenwagen blijft hier ook achter, een verloren eend in de bijt. Daarna rolt de loc terug tot de splitsing om vervolgens het door de sneeuw bijna niet meer zichtbare spoor door een bosje naar het tweesporige vulpunt te berijden. Met de 14 wagens vertrekt de tweekoppige bemanning door het reeds gememoreerde laantje om 11:41 terug naar het station, waar de loc omloopt, en gaat vervolgens op weg naar de eindbestemming, die –schrik niet - nog geen 15 kilometer verderop ligt.
Esche
Bij Osterwald, een plaats vergeven van de ja-knikkers, ligt een inieminie-raffinaderij, waar de plaatselijke ruwe aardolie (Roherdöl) verwerkt wordt. In elk geval qua vervoer CO2-neutraal. De trein rijdt de ongeveer 12 km naar het buurtschap Esche, drie straten groot, waarvan een, niet onverwacht Bahnhofstrasse heet en die aan het eind van het dorp een omloopspoor kruist. Om 12:40 is de D21 met het zwarte goud op het driesporige emplacement, dat overigens niet meer voorzien is van een Bahnhof, aangekomen. Wissels worden schoongekrabd. Ik bevind me kennelijk te dicht bij de baan; het komt me te staan op een uitbrander in onvervalst Duits, eindigend met “verdamt noch mal!”. De ploeg van dienst heeft een opmerkelijke rangeeractie in gedachten. De trein rijdt op rechterspoor tot voorbij het emplacement en zet dan terug naar het linkerspoor. Daarna loopt de loc om. Waarom niet direct naar het linkerspoor gerangeerd?
Tenslotte trekt de trein met de 14 glinsterend zilveren VTG-ketelwagens door een sneeuwvlakte met stuifduinen in de richting van de in een bos gelegen Exxon-raffinaderij, waar hij rond 13:15 zal aankomen. Hier laat ik de trein achter, om nog even een uitstapje te maken naar het volgende station.
Neuenhaus
Neuenhaus bezit naast een weinig interessant station nog een goederenloods in min of meer originele vorm. Het 6-sporige emplacement is leeg, in de verte ligt een werkplaats of materieelloods, maar ook hier is het vakantie. Voor de deur staat een bollenwagen, enkele jaren geleden nog actief voor het transport van cement naar Laarwald, nu mogelijk bestemd voor museale doeleinden.
Slot
En dan weer terug naar Coevorden, waar de bewegingloosheid zich heeft bestendigd. Zoals gezegd, er is geen trein geweest, de BE kwam vandaag niet verder dan Emlichheim. De lege rongenwagen die bij Emsland Stärke is achtergelaten, was mogelijk bestemd voor Coevorden. 20 Kilometer door de sneeuw voor één wagen, dat is zelfs voor de BE te kleinschalig.
woensdag 23 december 2009
Zou er vandaag dan wel een aanvoertrein door de BE gereden worden? Met enige twijfels rijd ik in de vroege ochtend opnieuw naar Coevorden, in de gedachte dat als de trein niet rijdt ik in elk geval mezelf trakteer op een prachtige tocht door het besneeuwde Drente.
Coevorden Heege
Omdat er na een dag dooi nu helemaal geen verkeersproblemen meer zijn, sta ik om kwart over acht, een uur voor aankomst, al bij de overweg aan de oostelijke ingang van het industrieterrein Heege. Vrolijk en zo goed als synchroon springen vier reeën door een maïsstoppelveld, en verdwijnen in de lichte nevel die deze dag kenmerkt. De zon gaat onzichtbaar op. Hoewel het de hele dag 0 graden is, voelt het door de wind kouder aan dan eergisteren toen de temperatuur niet boven de -4 kwam.
Emlichheim
Op zoek naar de trein - waar heb ik dat vaker gehoord – en te onrustig om te wachten ga ik hem tegemoet, de verkeersweg richting Bentheim loopt redelijk parallel aan het spoor; misschien kan ik de uc-trein in een fraaie omgeving vastleggen. Laarwald lukt niet, Emlichheim niet, maar daar is wel iets anders. Bij het station staat loc D22 geparkeerd, in afwachting van wat? Aan het eind van de dag staat hij er nog steeds.
Net als ik teleurgesteld Emlichheim wil verlaten, sluiten de overwegbomen zich: de uc-trein naar Coevorden! Loc D25 verschijnt om 9:30 met vijf wagens tankcontainers, de meeste van Gruber. Rustig passeert hij het emplacement op weg naar het westen. Hij zet er volgens de zök er ien (zouden we in het zuiden zeggen), de baanvaksnelheid schijnt 50 km te zijn, maar ik haal op het rechte stuk bijna 100 om hem bij de ingang van de Euroterminal te kunnen opvangen. Dat lukt, net.
Coevorden
De meeste overwegen zijn automatisch, de trein rijdt op volle snelheid het industrieterrein op, naar Terminal II waar hij zijn wagens achterlaat.
In de hoop rangeerbewegingen te kunnen zien, rijd ik rond de omheinde terminal. Op het buitenste spoor worden door de plaatselijke reach stacker containers cement op de trein getild.
Er wordt een brikettentrein gelost die op dinsdag door de BE al geplaatst is.
Verder staat er vooral nog wat er twee dagen eerder ook stond. Twee (is gisteren dus de rongenwagen die maandag in Emlichheim achterbleef alsnog bezorgd?) rongenwagens zijn ondertussen met boomstammetjes beladen en wachten op afvoer. De vele platte wagens, bestemd voor voertuigen en containers staan er nog steeds.
Een kwartier voor tijd (dus om 11.15) vertrekt D25 met de uc van de Bentheimer. Er zijn geen wagens, wel is er een loc (D23) in opzending. Het lukt me het tweetal later in te halen en een parallelopname te maken van een deel van de rit tussen Laarwald en Emlichheim, waar het spoor min of meer naast de weg ligt.
Emlichheim
In dat dorp herhaalt zich het “rondje” olietrein. Loc D25 haalt de 14 ketelwagens op, al doende tweemaal het pittoreske laantje passerend. De loc loopt om, haalt de achtergebleven tweede loc op en gezamenlijk plaatsen ze zich voor de oliesleep. De rit naar Osterwald laat ik voor wat hij is.
Omdat ik in Coevorden voor vandaag klaar ben (al schijnt daar rond 15:00 uur gerangeerd te worden om alle afvoerwagens bijeen te garen) heb ik besloten de Bentheimer-lijn verder af te rijden. In Neuenhaus is het opnieuw doodstil.
Nordhorn
Tegenover station Nordhorn, een prachtig groot gebouw dat in gebruik is als horecagelegenheid, ligt een losplaats, er staan twee rijen van elk zeker 10 gesloten wagens. Waarvoor ze bestemd zijn, moet ik eens proberen te achterhalen, en of ze hier überhaupt wel beladen worden.
Hier is een (bereden) zijlijn naar een industriegebied, de GIB-lijn in de bossen buiten de stad en de oude havenlijn waar (alweer) overtollig materieel gestald is. Wanneer het niet vriest wordt via de GIB-lijn wekelijks een trein grind afgeleverd. Restanten van imposante bouwwerken doen herinneren aan de gouden tijden van de Duitse textielindustrie. Twee antieke personenwagens zijn in gebruik als kantoor.
Bentheim Nord
Tenslotte loopt de lijn door naar Bentheim Nord, waar de BE-lijn aansluit op die van de DB. Behalve een prachtig uit de kluiten gewassen station, in gebruik als, jawel, restaurant, tref ik daar de inmiddels beroemde D20 aan, een V220.1-loc, in ruste, dat dan weer wel.
Het BE-lijntje naar Ochtrup, deel van de verder opgebroken lijn naar Gronau, is al lange tijd onbereden. Het nodigt niet meer uit tot een bezoek.
Slot
Ondertussen is de zon doorgebroken. De laatste foto’s worden in een fraai gelig licht van de ondergaande zon gemaakt. Natuurlijk verdient de Bentheimer Eisenbahn een veel nauwkeuriger beschrijving, maar voor vandaag is het welletjes.
dag drie donderdag 18 februari 2010
Mist! zal een Duitser uitroepen (‘miesst’) als het allemaal tegenzit. Het is het eerste woord dat me te binnen schiet als ik tien minuten te laat in Nordhorn aankom om de trein naar Coevorden op te vangen en bij zonsopgang blijkt dat het zicht uiterst beperkt is. Verder geldt de Nederlandse betekenis van het woord vandaag ook, het is dus bijzonder mistig. De foto’s zullen vandaag aan kwaliteit inboeten, maar alla, het heeft ook wel weer iets, een trein die uit een schimmige achtergrond opduikt. De derde dag Bentheimer Eisenbahn was nodig om een meer compleet beeld te krijgen. We zijn twee maanden verder dan bij het eerste bezoek aan de BE en nog steeds ligt er sneeuw.
Laarwald
Ik achtervolg de (vermeende) trein naar Neuenhaus en Emlichheim om in Coevorden te constateren dat hij (nog) niet gereden heeft. In arren moede rijd ik de route, die grotendeels parallel aan de hoofdweg loopt, terug. Ik ben alweer bijna in Emlichheim als een driehoek van licht uit de nevel opdoemt. Hij is dus vertraagd, een half uur slechts, maar voldoende voor de wilde maar succesloze achtervolgingsrit.
Plaats van de opname wordt Laarwald om 9:51; bosschages, het indrukwekkende station en een verplichte stop vanwege een van de laatste handgesleutelde overwegen, maken de omstandigheden ideaal, al blijft de wereld door de laaghangende bewolking erg klein. Nog steeds staan alle zijsporen vol met lege schuifwand- en containerdraagwagens.
Met 13 wagens is dit een flinke trein, deze donderdag, twee dagen na Carnaval. BE-D22, twee rongenwagens, vijf containerdraagwagens voor 50% beladen (5 tankcontainers van Gruber en Meurer), twee schuifwandwagens, en nog vier rongenwagens.
Wat opvalt bij de BE is dat de tyfoon veelvuldig gehanteerd wordt; er zijn ontelbare onbewaakte overwegen en het lijkt of er bij elke dikke boom een bordje P (pfiff) staat. Voor een spotter overigens wel handig, want je hoort de trein al van verre aankomen. Even hapert het mechaniek van de knipperlichtinstallatie maar dan zet het convooi zich in beweging en verdwijnt in de nevel al snel uit zicht.
Coevorden
Het uitsorteren van de gemengde trein vindt plaats ter hoogte van terminal II; dit kan alleen op afstand gefilmd worden. Vanaf het plein voor de oude terminal in Coevorden is het rangeerwerk redelijk te volgen, ware het niet dat de foto’s vooral contouren vastleggen. Rongenwagens bij elkaar, schuifwandwagens apart, containers naar terminal II. Voor die vijf containertjes zal men daar zijn hand niet omdraaien. Vanmiddag komt de Coevorden shuttle uit Rotterdam, dat is tenminste substantieel werk. Twee shuttles per week uit Rotterdam en dan elke werkdag een handvol containers uit Duitsland, dat zal toch niet de bedoeling zijn geweest bij de opening van deze trimodale terminal drie jaar geleden.
In deze koude dagen is er even niet méér. Er staat wel cementtrein op het achterterrein van de terminal, half beladen met bulkcontainers en met een loc ervoor, van CFL Cargo; e-loc 185 523-8 is zelfs helemaal uit Bentheim meegesleept. Maar ja, de bouw ligt stil door de vorst, er is geen cement nodig. Een medewerker weet dat hij deze week in elk geval niet rijdt, mogelijk zelfs de volgende niet. Heeft CFL loccen over?
Gelukkig zijn er plannen voor de haven, Wassink start volgens een bericht in de pers, een dienst met (kleine) schepen op Rotterdam. We mogen hopen dat het tot meer aanbod leidt en niet tot een verplaatsing van vervoer van trein op schip.
Er is overigens toch nog een heuglijk feit te melden t.o.v. de situatie op 21 december: er is een trein in de haven geweest, jawel, het havenspoor staat vol met containerdraagwagens. Er is dus een trein geweest. Het heeft er trouwens alle schijn van dat de Bentheimer Eisenbahn alle onrendabele sporen volplempt met overtollig materieel van andere vervoerders, om op die wijze in elk geval huur voor staanplaatsen te kunnen innen; een commercieel slimme zet in tijden van verminderd vervoer.
Vervolgens wordt er gerangeerd rond de losplaats; nu heb ik op het plein voor de oude terminal I een uitstekende en nabije spottersplek. Eerst schuift de tweekoppige bemanning de vijf rongenwagens naar de losplaats, waar al een met hout beladen wagen (Snps) staat. Van een brikettentrein geen spoor, nou ja, koolstof op de bodem, en evenmin van een aardappeltrein. De afvaltrein uit Oostenrijk is sinds mijn vorige bezoek alweer opgeheven. En grind wordt niet vervoerd bij vorst.
Op de sporen op en rond terminal I is het vergeven van lege wagens. De zojuist aangevoerde schuifwandwagens worden aangeschoven achter een rij op de noordelijke Penske-sporen (onder het laadluifel) en met zo’n 20 andere schuifwanders en containerwagens uitgehaald en naar de rangeersporen bij terminal II geplaatst. Wat hiervan de bedoeling is, kan ik niet achterhalen. Dan laat D22 Coevorden alweer zijn hielen zien, het is 11:05 uur.
Na drie dagen Bentheimer worden vaste patronen wel duidelijk. Rond 9:45 uur komt een gemengde trein uit Bentheim in Coevorden Heege aan en rangeert de wagens uit. De BE heeft deze trein in de vroege ochtend in Rheine opgehaald. Na enig rangeerwerk verlaat de loc van dienst rond 11:00 ons land om rond 12:00 de olietrein in Emlichheim op te pikken en naar Osterwald te brengen. De loc rijdt terug naar Coevorden waar zonodig rond 1500 uur rangeerwerk verricht wordt. Vermoedelijk (want i.v.m. de nog vroeg invallende duisternis niet geobserveerd). vertrekt er rond 17:00 een gemengde goederentrein uit Coevorden, die waarschijnlijk in Emlichheim en Nordhorn wagens aanhaakt en zich via Bentheim naar Rheine begeeft. Incidenteel rijden er bloktreinen maar ik heb niet het geluk gehad die voor de lens te krijgen.
Emlichheim
Ofschoon ik hem al uitgebreid geportretteerd heb bij een vorig bezoek, kan ik de neiging om de olietrein nog een keer in beeld te brengen niet onderdrukken. Toevallig is het vandaag de dag van het wekelijkse vertrek van een geloste Franse silowagen Uacs bij Emsland Stärcke. Mooie foto’s voor de poort van Emsland en van het oliestation zijn het resultaat. De olieketelwagens zijn van Roemeens fabricaat; ze stammen uit 2005.
In de historische schets heb ik over Emlichheim gewag gemaakt van drie andere klanten, een machinefabriek, het Raiffeisen Zentrallager en een buizenbedrijf. Maar die info blijkt gedateerd. De aansluiting van de eerste ligt onder troep weg te roesten en is bovendien onderbroken, die van de tweede lijkt nog intact, de derde is grotendeels verwijderd. De zetmeelfeabriek is dus nog de enige regelmatige, en wat ik zou willen noemen de boerenbond de enige incidentele kleine klant van de BE. Het olievervoer is still going strong.
Om 11:30 is de loc op de havenlijn in Emlichheim. Eerst wordt de silowagen opgehaald, dat kost 10 minuten en dan de 14 ketelwagens van het oliestation – 15 minuten. De silowagen blijft in Emlichheim achter, de rest vertrekt naar Esche en Osterwald.
Hoogstede
Tussen Emlichheim en Esche ligt het dorpje Hoogstede. Zoals overal langs de Bentheimer lijn ligt de “Agrarhandel”, als vanouds aan het spoor, al is het losspoor hier geruimd. Een paar oude bomen en een grasveld markeren de plek van het voormalige station. De olietrein kondigt zijn komst al toeterend al van verre aan, niet geheel ten onrechte want hij zoeft om 12:45 met flinke snelheid door het dorp, en zoals gezegd er staan nergens hekken.
Veldhausen
Veldhausen ligt tegen Neuenhaus aan. Het heeft een ruim emplacement: drie doorgaande sporen, een lang kopspoor en een lang losspoor langs allerlei loodsen. Waarschijnlijk zijn ze niet meer in gebruik. Anders is het gesteld met een wat vervallen maar authentieke goederenloods. Het gegil van varkens en de veevervoerwagens aan de verhoogde loswal bewijzen dat hier nog intensief veevervoer is, alleen niet meer per trein.
Neuenhaus
Nog even neem ik een kijkje in Neuenhaus. Ik ben er nu achter dat de oude BE-werkplaatsen nu in het bezit zijn van de spoorweghobbyclub Graf-MEC. Ik wil de draaischijf, de werkplaats en de locloods nog op de foto zetten. De omheining is wel hoog. De op het voorplein opgestelde bollenwagen, enkele jaren geleden door de BE aan Graf-MEC geschonken, staat dicht bij het hek, het is wagen 23 80 910 6 158-6, voorheen BE653. De werkplaats heeft drie spooraansluitingen, de ronde locloods vijf (vroeger zeven, maar de buitenste twee zijn spoorloos.), die alle via de draaischijf bereikt worden.
Nordhorn
Het volgende station is Nordhorn, met een reusachtig emplacement dat helaas goeddeels buiten gebruik is. Onder de containerkraan staan schuifwandwagens gestald, mogelijk zijn het dezelfde als bij mijn bezoek in december. De in 1990 voor stukgoed nog overbezette tweesporige goederenloods ligt er verlaten bij. Een spoor langs de brede losplaats is recentelijk nog wel bereden. De haakse aansluiting naar de voormalige textielfabriek is aan de rand van het emplacement afgekapt. Het hoofdgebouw van Nino is gerenoveerd; er is een school in gehuisvest. In het voormalige directiegebouw zetelt een bedrijf; aan de zijkant ervan is het bakstenen laadportaal, waar vroeger de rollen en balen textiel aangevoerd werden, behouden gebleven. Een toevallige passant geeft me uitleg. Slechts enkele gebouwen zijn gered, de rest is of wordt gesloopt. In het midden van de jaren ’90 is in deze stad de laatste textielfabriek gesloten. Hij hoopt sterk op een herstart van het reizigersverkeer met een lightrailverbinding uit Bentheim. Er wordt in de stad veel over gesproken, er is ruimte genoeg voor een trein, terwijl het vóór het station nu maar een gekrioel is van bussen. En hij heeft gelijk: de grootte van het emplacement staat in geen relatie tot het beperkte aantal goederentreintjes dat de stad alleen maar doorkruist. Het heeft er alle schijn van dat er niets meer geladen en gelost wordt. In een goederenloods heeft een bouwmaterialen bedrijf gevestigd. En ik word eerst op nog meer verval en afbraak getrakteerd. De aansluiting van Norgatex is onderbroken, het enorme gebouw wordt juist nu afgebroken.
Hoe kan de BE dan Nordhorn zijn logistiek centrum noemen, vraag ik me af? Het antwoord laat niet lang op zich wachten.
Nordhorn Süd
Ik ga op zoek naar Nordhord Süd, waar naar verluidt de nieuwe werkplaatsen van de Bentheimer gevestigd zijn. Maar er is veel meer te zien dan ik gedacht had.
De kleine loc D4 rangeert bij de nieuwe gebouwen met enkele schuifwandwagens. Eindelijk eens schuifwanders in gebruik, ik heb tot nu toe alleen tientallen gestalde wagens gezien. Er leiden hier ongeveer vier sporen naar werkplaatsen/locloodsen en ligt een spoor naar de overslagloods van GLZ, intelligente Logistik. Hier worden dichte wagens af en aan gereden. Zo houdt de BE het (stuk)goederenvervoer in eigen hand. Hoofdkantoor, dienstleiding, werkplaatsen en logistiek, alles in een gebouwencomplex. Het ligt in een verder nog weinig bebouwd gebied ten zuiden van de stad en heeft daardoor nog veel uitbreidingsmogelijkheden. Ook alweer slim van de BE, in het stadscentrum waren de mogelijkheden natuurlijk uiterst beperkt. Dit is dus het logistiek centrum voor stukgoederen in de regio. Ter plekke is in de hoofdlijn een emplacement van drie sporen aangelegd met nog een lang opstel(kop)spoor (het zal niet verbazen: ook alweer volledig bezet met lege wagens) waar een wissel in ligt die doet vermoeden dat er een bedrijfsaansluiting bij zal komen.
Het is me niet gelukt te achterhalen wanneer dit grote complex, het kloppend hart van de BE, is aangelegd, maar het moet ergens in het laatste decennium zijn.
D25 staat voor de werkplaats opgesteld. De beladen/geloste wagens worden op het driesporige emplacement geplaatst en zullen ongetwijfeld in de avond een prooi worden van de afvoertrein.
Hestrup
Nu pas klaart het wat op, de mist is goeddeels weg en soms werpt de zon een blik om een wolk. Ik besluit hiervan te profiteren en zet mijn zoektocht nog even voort. Hestrup verbaast met een prachtig gerenoveerd stationsgebouwtje met een geknikt dak. Ook hier weer een grote boerenbond, ook hier is het aansluitspoor geheel verwijderd. Omdat het tracé opvallend breed is, had de BE alle mogelijkheden om er parkeersporen aan te leggen. Het is bekend dat de rails van Gronau – Achterberg hiervoor gebruikt zijn. Twee bundels van drie enkele honderden meters lange sporen met, u raadt het al, schuifandwagens, voor zover ik kan zien van het type Habis en Hiirs. De eigendomskenmerken staan in nog maagdelijk witte vlakken, die aangeven dat al die bakken in bezit zijn van GE Rail Services. De meeste zijn afkomstig uit de boedel van CargoWaggon. Volgens opschrift zijn ze ingericht voor Ladegut Stückgüter. Staan ze hier om parkeergeld te genereren of heeft de BE hooggespannen verwachtingen van de toekomst van het stukgoedvervoer?
Ochtrup
Ik sluit de trajectverkenning af met een rit langs de lijn Bentheim - Ochtrup. Tot mijn verbazing blijkt (sneeuw is immers een goede indicator) de hele lijn nog onlangs bereden te zijn. Ik meen gelezen te hebben dat hij niet meer in gebruik was. Wat ik wel nog vind: het einde van de voormalige lijn naar Gronau en het aftakkende wissel naar een militair depot. Het is allemaal even zoeken, het plaatsje Achterberg (waar het aansluitwissel ligt) wordt door mijn tomtom ergens midden in het bos geplaatst. Ooit was hier nog een losweg, nu is er alleen nog bos.
Bentheim Nord
Dan terug naar Bentheim. De aansluiting van het Bentheimer Houtbedrijf is er niet meer, en de sporen naar de voormalige driesporige treinstellenloods (uit 1952) zijn in onbruik geraakt. Maar op het spoortje tussen Bentheim Nord en het viaduct over de lijn naar Oldenzaal word ik overvallen door een met veel geraas en hoge snelheid proefdraaiende vrachtauto op spoorwielen. Ik ben getuige van proefrit van fonkelnieuw werkmaterieel van GA Fahrleitingstechnik, met een van Windhoff-stickers voorzien hefbordes. Bijzonder materieel ook omdat de aandrijving niet zoals gebruikelijk plaats vindt door de eigen banden op de rails; het ziet er naar uit dat de twee twee-assige spooronderstellen een eigen aandrijving hebben; en, de chauffeur/machinist – hoe noem je zo’n man - , laat me horen dat het voertuig naast een tyfoon zelfs over een trambel beschikt.
Net op tijd ben ik tenslotte in Bentheim Nord om het vertrek van de kleurige D20 te kunnen vastleggen. Hij zou om 16:27 (maar doet dat een kwartiertje eerder) vertrekken naar Holthausen om de olietrein daar op te halen.
Slot
Welnu, na deze dag is de Bentheimer wel voldoende in beeld gebracht. We zien dat de BE het kleinschalige vervoer nog steeds weet te handhaven (Coevorden, Emlichheim, Nordhorn Süd) maar dat de laatste 20 jaar de overige stations hun vervoer van vooral agrarische producten zijn kwijtgeraakt. Bloktreinen zijn ook bij de BE in opkomst, het olievervoer vormt een continue inkomstenbron en omdat de infrastructuur in het bezit van de BE zelf is, grijpt deze ook de kans inkomen te genereren door (tijdelijk?) overtollig materieel van andere vervoerders te stallen. Alle waardering voor de kleine particuliere vervoerder die al ruim een eeuw niet alleen het hoofd boven water houdt, maar steeds weer investeert in de toekomst zoals in de Euroterminal in Coevorden en het overslagbedrijf in Nordhorn Süd.